ALTIJD HAAST.
'T KLEINE KRAHT5JE
GIROKAART VOOR BETALEN ABONNEMENT
IN VANDAAG BEZORGDE
Hart de Vries
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 7
Tegelijk met deze krant ont
vangen onze abonnees een
envelop met daarin onze ge
bruikelijke girobetaalkaart
voor het abonnement tot ja
nuari 1993. Zoals altijd doen
wij ook nu weer graag een
dringend beroep op onze
abonnees om zo snel moge
lijk van deze betalingsmoge
lijkheid gebruik te maken.
Een snelle betaling voorkomt
veel onnodig administratief
werk. Voor uw medewerking
zeggen wij u bij voorbaat
hartelijk dank!
Toen de vermaarde cabaretier Jean Louis Pisuisse op de
6e september 1927 zeven en veertig werd, verbleef zijn
gezelschap voor het geven van een voorstelling in Leeu
warden. De verjaardag werd gevierd op het terras van het
hotel De Nieuwe Doelen aan de Voorstreek.Van dat sa
menzijn werd een foto gemaakt, die al heel gauw een zeer
bijzondere betekenis zou krijgen. Van de tien leden van het
gezelschap, die op de foto voorkomen, kwamen er binnen
drie maanden drie door geweld om het leven. Op de 26e
november werden Jean Louis Pisuisse en zijn vrouw Jenny
Gileams op het Amsterdamse Rembrandtplein doodge
schoten door de ook tot het gezelschap behorende Tjakko
Kuiper, die een liefdesverhouding met Jenny had gehad.
Even eerder had Tjakko Kuiper bij het hotel Schiller een
briefje afgegeven, waarin hij de daar verblijvende Pisuisse
om een kort onderhoud vroeg. "Geen antwoord" schreef
Jean Louis Pisuisse op het kattebelletje, dat hij door een
kelner aan de wachtende Kuiper liet bezorgen. Dat werd
zijn dood. En die van zijn vrouw. En.van de dader,
Tjakko Kuiper, die direct na de dodelijke schoten zelfmoord
pleegde.
Mensen hebben weinig geduld en dat is altijd al zo geweest. Deze grappige foto is
in negentiendertig gemaakt bij de vroegere Wirdumerpoortsbrug. Die kon je zien
als een tweelingzus van de nog altijd bestaande Eerste Kanaalsbrug, want ze
leken als twee druppels water op elkaar. Of, nog juister gezegd misschien, als een
zevenlingzus ervan, want ook de oude Hoeksterpoort$brug, de Noorderbrug, de
Vrouwenpoortsbrug, de Verlaatsbrug en de Tweede Kanaalsbrug zagen er net zo
uit. De fietsers, die we op deze foto zien halen fraaie acrobatische toeren uit om
maar zo snel mogelijk onder de afsluitboom door te komen. Dat zal de man met de
korf, rechts op de foto, wel niet lukken, dachten we en daarom zal hij moeten
wachten tot brugwachter Draisma verschijnt om de boom omhoog te gooien.
"Rechtshouden" staat er op dat bord aan de brug, maar die tekst is in ieder geval
niet besteed aan de dame met dat pothoedje op. Of komt ze niet van de brug af,
maar gaat ze er juist op?
"Ouwe" Hat of "Ouwe" Hatte werd hij meestal genoemd, hoewel hij
eigenlijk nooit oud is geweest. Toen hij in 1968 in zijn nederige
woninkje in de Van Blomstraat dood op bed werd aangetroffen, was
Hart de Vries, zoals hij officieel heette, nog niet ouder dan
zesenzestig jaar. Maar toen hij dertig of veertig was, werd hij ook al
als "Ouwe" aangeduid. Het moet zijn doorgroefde gelaat zijn
geweest, dat hem ouder deed lijken, dan hij was.
Hart de Vries was in 1901 geboren in Zwaagwesteinde en in 1927
kwam hij naar Leeuwarden. Van die tijd af hebben de Leeuwarders
hem leren kennen als een speelman van de straat. Op alle
mogelijke manieren heeft Hat de mensen willen verblijden met zijn
muziek - nu eens met een minuscuul draaiorgeltje in een
kinderwagen, dan weer met een wonderlijke muziekdoos op de
bagagedrager van zijn fiets.
Omstreeks 1960 hebben we Ouwe Hat tijdens een kermisweek op
de Nieuwestad gefotografeerd. Hij bewoog zich toen zeer actief met
een welluidende trekharmonica door het stadsgewoel, maar hij bleek
best bereid even te pauzeren om zich voor het nageslacht te laten
vereeuwigen.
Toen we hem een paar jaar later nog eens wilden verrassen met
een exemplaar van't Kleine Krantsje met diezelfde foto er in, was de
reactie van deze populaire muzikant wel heel opmerkelijk. Half in het
Leeuwarders, half in het Fries, reageerde Ouwe Hat aldus: "Tsjonge
nog oan ta, ho bestiet it, der stean ik mei 'n trekharmonica en ik haw'
noait een trekharmonica inne hannen hawn - wat kinne de meens-
ken dan toch al wat, prakkeseare se je sa mar sa'n trekharmonica
inne hannen, ho bestiet it, ho bestiet it en wat doarre se al wat oan
- nooit sa'n ding hawn, nooit sa'n ding hawn.
Ouwe Hart verraste trouwens vaker met ietwat eigenaardige uitspra
ken. "Hoe oud. was je moeder, toen ze stierf?" "Mien Mem? Die is
hündert wuddèn". "Wat??? Jouw moeder honderd jaar?" "Ja, hün-
dert op tolve jier nei."En hoe oud bin je nou zelf, Hart?" "Ik bin
sawntich". "Tsjonge, bin jou al zeventig?" "Ja, sawntich op seis jier
nei".
En dit was ook een sterk verhaal: "Er is nog nooit een dead minske
werom kommen uut de hi mei. Derom hawwe se al es besocht om er
mei een fliegtuug hinne te gean. Mar dat is net slagge. Het fliegtuug
is werom kommen. Het wie te heech".