ONTWERF-REGLEMENT YAN ORDE aBSI 26 GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Bijlage behoorende tot het Verslag van Donderdag 9 April 1868. voor de VERGADERINGEN van den RAAD der Gemeente LEEUWARDEN. HOOFDSTUK I. Van het onderzoek der geloofsbrieven. Art. 1. Ieder nieuw benoemd lid van den Ruad, dat die benoeming heeft aangenomen, wordt onverwijld door den Voorzitter uitge- noodigd om, zoo mogelijk tweemaal vier en twintig uren vóór de eerstvolgende vergadering, aan den Raad den geloofsbrief en de verdere bescheiden in te zenden. Art. 2. Na ontvangst dier stukken stelt de Voorzitter ze, met alle verdere betrekkelijk de verkiezing ingekomen stukken, ten spoe digste in handen eener door heru te benoemen Commissie, die daarover in de eerstvolgende vergadering den llaad verslag doet. Art. 3. In dezelfde vergadering beslist de Raad over de ill of niet toe lating van den nieuw benoemde. Vordert de zaak uitstel, dan wordt de beslissing, zoo kort mogelijk, verdaagd. Art. 4. Nadat de nieuw benoemde zijne betrekking heeft aanvaard, worden de overgelegde stukken en bescheiden aan hem terug gegeven. HOOFDSTUK II. Van den Voorzitter. Art. 5. Bij het uitvaardigen der oproepingsbrieven zorgt de Voorzitter, dat van de te houden vergadering openbare kennisgeving ge schiede, door afkondiging op den daarvoor gcbruikelijken tijd, en aanplakking aan het Gemeentehuis. In spoed eischende gevallen kan de afkondiging ook geschieden op eenen tijd, die anders daarvoor min gebruikelijk is. Art. 6. De Voorzitter regelt in de oproepingsbrieven den rang, waarin de onderwerpen zullen worden behandeld, met inachtneming van het bepaalde bij de artikelen 19 en 20. Art. 7. Hij is belast met: a. het leiden van van de werkzaamheden der vergadering; b. het naauwgezet in acht nemen en doen naleven van het reglement van orde; c. liet verleenen van het woord in de orde, waarin het ge vraagd is; d. het stellen van de te beslissen vraagpunten e. het aankondigen van den uitslag der stemmingen. Art. 8. Behalve de Commissie, vermeld bij art. 2, benoemt bij alle zoodanige Raads-eommissiën, waarvan dc Raad eenparig aan hem de benoeming opdraagt. Art. 9. Indien dit ter handhaving der orde noodig is, kan hij de ver gadering, doch voor niet langer dan één uur, opschorten. HOOFDSTUK III. Van het houden der vergadering Art. 10. De gewone vergaderingen van den Raad worden gehouden op den tweeden cn vierden Woensdag van elke maand. Zij vangen aan 's avonds ten zes ure en eindigen niet later dan 's avonds ten tien ure. De Raad kan echter, zoowel ten opzigte van den dag als van den tijd, van deze bepaling afwijken. Art. 11. Bij het inkomen in de zaal, teekent ieder lid zijnen naam op de presentielijst, die vijf minuten na het voor de vergadering be paalde uur door den Voorzitteï gesloten en door hem cn deu Secretaris getcekend wordt. De na deze sluiting komende leden teekenen hun naam daaronder, doch genieten voor die verga dering geen presentie-geld, zoo dit is toegekend. Deze laatste bepaling is ook toepasselijk op de leden, die vóór 's avonds tien uur de vergadering verlaten, waarvan op de presentielijst melding wordt gemaakt. Art. 12. Is het vcreischte getal leden niet dadelijk aanwezig, dan schorst de Voorzitter dc zitting, doch voor niet langer dan een half uur. Indien ook dan niet genoeg leden tegenwoordig zijn, worden dc namen der afwezigen afgelezen en gaan de aanwezigen uiteen. Art. 13. De rang van zitting regelt zich naar den leeftijd. Evenwel nemen de Wethouders plaats ter regterzijde van den Voorzitter, en vervolgens de Raadsleden. De Secretaris plaatst zich ter linkerzijde van den Voorzitter. Art. 14. l)e Secretaris houdt notulen van het ter vergadering verhan delde. Zij behelzen dc namen der leden, die tegenwoordig waren en die bij eenig besluit zich vpor of tegen verklaard hebben, alsmede van degenen, die geen deel aan de stemming hebben genomen, eene vermelding van den korten inhoud of de strek king der ingekomen of ter tafel gebragte stukken cn van alle door den Voorzitter gestelde vraagpunten en door den Raad genomen besluiten, als ook van alle gedane raededeelingen, ken nisgevingen en voorstellen. Art. 15. Dc notulen van iedere openbare vergadering worden binnen acht dagen door Burgemeester cn Wethouders vastgesteld. Na door den Voorzitter te zijn gewaarmerkt, worden zij binnen gelijken tijd in een daartoe bestemd register overgeschreven en door den Voorzitter en den Secretaris onderteekend. Wijziging in de notulen wordt door Burgemeester en Wethou ders staande de vergadering vastgesteld. De Raad is echter bevoegd, zich telkens de vaststelling der notulen voor te behouden, hetzij voor hun geheel, hetzij voor één of meer besluiten. In dat geval worden die notulen in de volgende vergadering dadelijk na de opening voorgelezen en vastgesteld. Het 2e en 3c lid van dit artikel zijn hierop van toepassing. Art. 16. Geenc protesten of aanteekeniugen van leden worden in de notulen opgenomen. Art. 17. Dc r.otulen van de vergaderingen met gesloten deuren worden afzonderlijk gehouden. Zij worden in de volgende besloten vergadering dadelijk na de opcRing voorgelezen en aan dc goedkeuring onderworpen. Art. 18. De Raad kan bepalen, dat aan een genomen besluit vóór de resumtie gevolg zal worden gegeven. Benoemingen en zaken, waarbij bepaalde termijnen moeten wor den in acht genomen, zijn steeds vóór de resumtie uitvoerbaar. Besluiten, in besloten vergadering genomen, zijn dadelijk uit voerbaar, tenzij de Raad het tegendeel hebbe bepaald. Art. 19. Iedere zaak, die bestemd is, om ter behandeling i"h den Raad ter tafel te worden gebragfc, wordt dadelijk gebragt in een daar toe bestemd register, inhoudende in kolommen: 1°. hikt volgnummer; 2°. het onderwerp 3°. de dagteekeng va,n inkomst; MSME2 Bylstge. iQIoB-Q GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Bijlage behoorende bij het Verslag rail Donderdag 9 April 1868. waarop zij voor het eerst in den Raad 1°. dc dagteekenin; ter tafel is gebragt 5°. de dagteekeningen en eene korte vermelding van de ge nomen besluiten 6°. aanmerkingen. Dit register moet in iedere vergadering aanwezig zijn Art. 20. Spoed eischende gevallen uitgezonderd, worden de zaken, naar den rang van het bij art. 19 bedoeld volgnummer, ter behande ling in dcu Raad ter tafel gebragt, derwijze dat de oudste onaf gedane en voor afdoening vatbare zaken telkens het eerst aan de orde worden gesteld. Van de aangewezen rangorde mag niet, dan ten gevolge be sluit van den Raad, wovden afgeweken. Dc mededeeling der ingekomen stukken cn hel uitbrengen van rapporten geschieden echter het allereerst in iedere vergadering. Art. 21. Geen lid voert het woord, dan na het van den Voorzitter ver zocht cn verkregen te hebben. De Voorzitter verleent het woord in de orde, waarin het is gevraagd. Art. 22. Die orde kan echter worden verbrokeu, indien een lid het woord vraagt over een persoonlijk feit, om cenc motie van orde te doen of over de vaststelling van het te beslissen vraagpunt. Art. 23. Geen spreker mag in zijne rede worden gestoord, ten zij de Voorzitter het noodig oordeelt, hem aan het opvolgen van dit reglement te herinneren. Art. 24. Indien een spreker zich beleedigende uitdrukkingen veroor looft of de orde stoort, wordt hij door <len Voorzitter vermaand of tot de orde geroepen. Art. 25. De leden spreken van hunne plaatsen. Indien een spreker geheel afwijkt van het onderwerp, dat in beraadslaging is, wordt hem dit door den Voorzitter onder het oog- gebragt en hij tot dc behandeling van de zaak terug geroepen. Art. 26. Indien de spreker, na de bij artt. 23, 24 of 25 gemelde te- regtwijzing, op gelijke wijze voortgaat, stelt de Voorzitter aan den Raad voor om dien spreker gedurende de vergadering, waarin dit plaats heeft, over het in behandeling zijnde onderwerp of vraagpunt het woord te ontzeggen. Art. 27. Geen lid voert meer dan tweemalen over dezelfde zaak het woord, ten zij de Raad hom daartoe verlof geve. Deze bepaling is niet van toepassing op hen, die het verslag uitgebragt of het voorstel gedaan hebben. Art. 28. Komt het den Voorzitter voor, dat de beraadslaging kan wor den gesloten, dan raadpleegt hij daarover den Raad. Eene motie van orde tot het sluiten der beraadslaging moet, alvorens de Voorzitter die in omvraag kan brengen, door twee leden worden ondersteund. Art. 29. Nadat de beraadslaging gesloten is, stelt de Voorzitter de te beslissen vraagpunten, en gaat de Raad. tot stemming over. Even wel heeft ieder lid het regt wijziging en splitsing van het vraag punt voor te stellen. Ieder lid heeft het Art. 30. gt voorstellen te doen. Voorstellen, vreemd aan de orde van dag, moeten schriftelijk en onderteekend aan den Voorzitter worden ingeleverd. Art. 31. Dc Voorzitter deelt die voorstellen aan den Raad mede en geeft dadelijk, of later vóór den aanvang der beraadslaging, aan den voorsteller het woord, om zijn voorstel toe te lichten. In dien de Raad besluit, het voorstel in overweging te nemen, wordt daarmede gehandeld zoo als omtrent het onderzoek van stukken in dit reglement is bepaald. Art. 32. Dc beraadslaging over alle onderwerpen heeft plaats eerst over de algemeene strekking; deze aangenomen zijnde, over dc afzonderlijke dcelen of artikelen. Bij begroolingen en rekeningen worden dc uitgaven vóór de ontvangsten behandeld. De stemming geschiedt eerst over elk onderdeel of artikel, daarna over de conclusie of het voorstel in zijn geheel. Art. 33. Ieder lid heeft het regt wijziging op cn splitsing van dc in beraadslaging gebragte voorstellen voor tc dragen. Deze wijzi ging of splitsing, mit3 behoorlijk geformuleerd en door ten minste eén lid ondersteund, wordt het eerst in beraadslaging en stem ming gebragt. Art. 34. Ieder lid is verpligt, zijne stem uit te brengen met voor of tegen, zonder eenige bijvoeging. De stemming heeft plaats naar dc volgorde der presentielijst. Vóór iedere stemming wordt door het lot beslist, bij welk num mer van de presentielijst de omvragc zal beginnen. Dc Voorzitter brengt zijne stem het laatst uit. Indien een lid zich, ingevolge art. 46 der wet van der. 29 Junij 1851 (Staatsblad no. 85) van de stemming onthoudt of daarvan op zijn verzoek door den Raad wordt verschoond, wordt hij gerekend niet tegenwoordig te zijn. In het geval, bedoeld bij de 2e alinea van art. 50 dier wet, wordt de beraadslaging over de zaak heropend. leder lid heeft het regt, alsdan nog wijzigingen op het han gend gebleven voorstel voor te dragen. Art. 35. Na de aanneming van ecu reglement of eene verordening, kan liet een of ander vóór dc eindclijke vaststelling weder worden gesteld in handen eener Commissie of van Burgemeester en Wet houders, zoowel tot nadere redactie, als om het met de aange- bragte wijzigingen in juist verband te brengen en ten dieu op zigte, zoo noodig, de vereischte voorstellen te doen. Art. 36. Indien een lid ten aanzien van eene zaak, welke vreerad is aan de orde van den dag, inlichtingen van Burgemeester en Wethouders verlangt, heeft hij tot het doen der vragen verlof van den Raad noodig. Wordt dit verleend, dan geeft de Bur gemeester of een der Wethouders dadelijk, of des verkiezende in eene volgende vergadering, de verlangde inlichtingen. Art. 37. Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis, wordt de Se cretaris vervangen door een persoon, door Burgemeester en Wet houders aan te wijzen. Zij geven hiervan in de eerstvolgende vergadering den Raad kennis. HOOFDSTUK IV. Van keuzen en voordraglen. Art. 38. Ingeval eene keuze of voordragt is te doen, benoemt dc Voor zitter twee leden tot stemopnemers. Zij verzamelen de stembiief- Bijlage No. 9.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1868 | | pagina 15