RAPPORT EN VOORSTEL
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Bijlage behooreiule tot het Verslag van Donderdag 9 Julij 1S68. 31
van de vaste Raadscommissie voor open
bare werken betrekkelijk liet herstel der
kortere gemeenschap van Oldegalileën met
de stad.
De zaak van het herstel der kortere gemeenschap van Olde-
galilëen met de stad, welke bij uwe resolutie van den 14 Mei
11. no. in handen werd gesteld van de commissie voor open
bare werken, is niet nieuw. Ook nadat in uwe vergadering van
2G Julij 1866 in beginsel was aangenomen, dat de door amotie
der Verwersbrug afgebroken gemeenschap tusschen Oldegaliléen
en het centrum der stad zoude worden hersteld, heeft dezelve
niet opgehouden tot de meest uiteenloopende mecningen aanlei
ding te geven, en zelfs het nut van het herstel dier verbinding
is verre van algemeen te worden erkend. Ook in uwe commissie
was de twijfel aan dat nut, en de opinie, dat ecne. intrekking
van het raadsbesluit van 1866 de waarde der omtrent deze aan
gelegenheid vroeger geuomene en uitgevoerde besluiten slechts
zonde verhoogen, sterk vertegenwoordigd. Maar eenstemmig was
men tevens van oordeel, de oplossing van die vraag aan den
Raad zclven te moeten laten. Alleen onder voorbehoud van ie
ders gevoelen omtrent dit punt, is de commissie alzoo overge
gaan om de verschillende plannen, welke door den stedelijken
architect waren opgemaakt, en welke aan 's Raads oordeel waren
onderworpen, met naauwgezette belangstelling tc onderzoeken en
onderling te vergelijken. Zij vermeent, dat deze bemoeijing ook
uitsluitend door u was aanbevolen.
Die plannen nu hebben eene tweeledige strekkingwant zij
betreden eenc rijbrug en ecne voetbrug. In dc eerste plaats had
de commissie alzoo te overwegen, aan welke van beide de voor
keur zoude moeten worden gegeven, en naar mate de beraadsla
ging vorderde, werd die keuze al meer er. meer gemakkelijk. De
bezwaren aan het leggen eener rijbrug verbonden bleken toch
zoo overwegend te zijn, dat het geringe gebruik, hetwelk daar
van door rijtuigen zoude worden gemaakt, en de hoogst belang
rijke vermeerdering van kosten, geheel op den achtergrond wer
den gesteld. Immers nu het. grootschecpsvaarwater is voltooid,
en dc kom vóór dc gasfabriek voor ligplaats van schepen is in-
gerigt, is de gchecle breedte van het bogtige vaarwater nevens
het Blaauwhuis, vooral in het voor- en najaar, naauwelijks toe
reikend om doortogt tc verlecnen aan de schepen van eenig ka
liber, die, hetzij zij den weg nemen naar de Rijksbrug, hetzij zij
in de kom ecne ligplaats zoeken, gedurende die doortogt steeds
moeten wenden. Eene vernaauwing van het voor doortogt be
stemde water, door het plaatsen van steunpunten voor eene brug,
zoude alzoo in vele gevallen de passage geheel ondoenlijk maken.
Dit bezwaar, hetwelk alleen zoude zijn te verhelpen door aan
het vaarwater ter hier bedoclder plaatse eene andere meer regt-
lijnigc rigting te geven springt derwijze in het oog, wanneer
men de zaak meer van nabij beschouwt, dat de commissie hare
keuze van ecne voetbrug daardoor alleen reeds voldoende gemo
tiveerd achtte. Slechts subordinaat schonk zij hare aandacht aan
een ander bezwaar, hetwelk zoude geboren worden, wanneer dat
gedeelte van den kavallericstal, waarover de gemeente dc vrije be
schikking heeft terug bekomen, eens voor timmcrschuur cn stads
fabricage werd bestemd. Dan toch zoude dc dagelijkschc af- en
aanvoer van materialen en goederen met het openhouden eener
vrije en ve ilige passage voor rijtuigen t:r hoogte van dat gebouw
mocijelijk zijn te vereenigen, en op zich zelf genomen zoude al
zoo deze omstandigheid reeds ernstig wegen. Maar gelijk gezegd
is, de grootc moeijelijkhcid, om niet te zeggen, onmogelijkheid,
om, in den tegenwoonligen bogtigen toestand van liet vaarwater,
de passage voor schepen van eenig kaliber open te houden, wan
neer de daarvoor thans bestaando—ruimte door steunpunten voor
eene rijbrug werd veruaauwdheeft in eens aller gedachten
van eene rij'irug afgewend. Mogt evenwel de Raad eenC' rijbrug
wenschelijk achten, hij vangc aan inet aan de doortogt nevens
het Blaauwhuis eene veranderde meer regte rigting te geven.
Bij ecne voetbrug, welke, althans indien dezelve van ijzer wordt
gemaakt, zonder tusschen beide komende steunpunten over dc
geheele breedte var. het vaarwater kan worden gelegd, vallen dc
brvengiduehtc bezwaren weg. en, zal derhalve dc gemeenschap
worden hersteld, dan is eene voetbrug niet alleen meer aanne
melijk, maar ook wordt daarmede, raar het oordeel der eormnis-
sie, in de behoefte der arbeidende klasse, wier belang in alle
rekesten sleeds op den voorgrond is gezet, voldoende voorzien.
Even als dit bij eene rijbrug mede het geval zoude geweest zijn,
zullen ook voor eene voetbrug het terrein ter wederzijden en dc
wal muren belangrijk raceten worden verhoogd, om de brug ter
zelfder hoogte als die bij de gasfabriek te kunnen leggen, en
aan dc trekschepen gelegenheid te geven, om zonder afdraaijing
der brug, te kunnen passeren. Een kleine misstand, vooral aan
dc zijde van den karvalleriestal zal hiervan het ge\olg zijn, maar deze
is op geene wijze te ontgaan.
Zoowel nu om dezen misstand, door de onvermijdelijke meer
dere dikte der balken van eenc houten brug en de gevolgelijke
meerdere aanhooging, niet te verergeren, als ook om iedere be
lt mmeriug der vaart le vermijden dia bij den aanleg van eene
houten brug door eene alsdan onvermijdelijke vernaauwing der
vaart aan de scheepvaart zoude worden toegebragt, is uwe com
missie van meening, dat alleen eene ijzeren brug hier kan wor
den aanbevolen. Verschil van kosten kan van geenen invloed
zijn, want volgens opgave van den stedelijken Architect bedra
gen die slechts 800 minder, wanneer de steunpunten voor ecne
houten voetbrug iu paalwerk worden gevonden, eri zelfs J 400
meer, wanneer de opening door eene binnenwaartsche verplaatsing
van het muurwerk wordt vernaauwd. Maar a\ ware dat verschil
blijkbaar voordeclig, dan nog zoude het voordeel moeten weg
vallen tegenover de daarmede gepaard gaande vernaauwing der
passage voor schepen, die inderdaad de geheele zaak beheerscht.
En behalve het voordcel hetwelk eene ijzeren brug op dit hoofd
punt aanbiedt, boude men tevens vooral in het oog, dat deze
brug, wat deszclfs uiterlijk aanzien betreft, toch wel in eenig
verband Lchooit te staan tot dc overige bruggen, welke in den
laatsten tijd op "andere plaatsen rondom de stad zijn gebouwd,
als ook dat de meer soliede constructie eener ijzeren brug voor
het vervolg gunstig werkt op de kosten van onderhoud. Gelijk
deze opmerkingen aan de commissie belangrijk zijn voorgekomen,
verdienen zij, naar baar inzien, mede des Itaads bijzondere aan
dacht. l)e kosten nu eener ijzeren voetbrug volgens ontwerp no.
7 door den Architect ingediend, cn waarover brandspuiten en
handkarren zich mede zullen kunnen bewegen, beloopen naar luid
Bijlage No. 10.
fjkm.