42 GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN, Verantwoording van B. en W. wegens «Ie Ontvangsten en Uitgaven over 18fi7.
ren werden vastgesteld tot een gezamenlijk bedrag van f 1817.25
Ingevolge de bepalingen der betrekkelijke verorde
ning op de invordering werd door Burgemeester en
Wethouders bij verschillende besluiten afschrijving
verleend voor cene som van57.75,
en oninvorderbaar verklaard bij raadsbesluit
van II Junij 1868 een bedrag van ƒ154,75
en ƒ18.75, zamen - 173.50.
231.25
Bleef alzoo te verantwoorden1586.00
Hiervan is ontvangen- 1579.70.
Derhalve nog te verhalen 6.30
Dit bedrag aangeduid op een bij de rekening overgelegdci;
staat zal nader worden verantwoord.
Iloofdst. II, Afd. VII, Art. 1. ƒ734.583. Opbrengst van do
belasting op tooneel-vertooningen en openbare vermakelijkheden.
De befling dezer belasting werd op nieuw vastgesteld bij raads
besluit van 7 Nov. 1865 goedgekeurd bij Kon. besluit van S
February 1866 no. 59.
De opbrengst daarvan over 1867, bij de begrooting geraamd
op f 600, heeft bedragen de in rekening verantwoordde som.
Iloofdst. II. Afd. VIII, Art. 1. f 658.30. Opbrengst van
leges ter Secretarie geheven, restitutie wegens verschoten zegel
gelden enz.
De heffing van leges voor de afgifte van geschreven en ge
drukte stukken vindt plaats overeenkomstig 's Ilaads besluit van
11 October 1852, goedgekeurd bij Kon. besluit van 30 December
d. a. v., no. 56.
Onder de in rekening verantwoordde som zijn begrepen
a. leges voor afschriften van en extracten uit acten van den
burgerlijken stand
h. restitution van verschoten zegelgelden te dier zake
197.90,
- 414.00,
zamen wegens den burgerlijken stand ƒ611.90,
c. leges voor afschriften of extracten van stukken
ter secretarie afgegeven- 33.60,
cl. idem voor certificaten van goed gedrag - 3.20,
e. voor lcgalisatien van handtcekeningen - 9.60,
voor afschriften of overschrijving ran patenten
Totaal 658.30.
Bij de begrooting werd geraamd- 640.00.
De werkelijke ontvangst, die over 1867 15.35
meer bedraagt dan over het voorgaand jaar, heeft
derhalve de raming overtroffen met18.30.
Iloofdst. II, Afd. VIII, Art. 2. 781.50. Opbrengst van
den tol op den weg van Leeuwarden naar Ilijum, bij verpachting.
Deze tolgelden worden geheven krachtens het besluit tot hef
fing genomen door de Kaden der beide betrokken gemeenten den
13 en 6 Junij 1861, goedgekeurd bij Kon. besluit van 22 Au
gustus 1861, no 59.
De opkomsten werden verpacht van 12 Mei 18651868, zoo
dat de pachtsom over het 3e contractjaar, zoover deze gemeente
competerende, in de rekening is verantwoord overeenkomstig
den overgclegden staat van verevening.
Iloofdst. II, Afd. VIII, Art. 3, 3063.685. Opbrengst van
bruggelden, a. Van de Vlietster- en Boomsbruggen, van 1 Ja-
nuarij 1867 tot 12 Mei 1868 328.77.
Op nieuw verpacht van 12 Mei 1867 tot 12 Mei
1870, is wegens deze opkomsten in de rekening ver
antwoord het gedeelte der pachtsom van 1 Januarij
tot 12 Mei 1867 ad77.77.
Eenevens de pachtsom over het le con-
tractjaar der nieuwe verpachting ten bedrage
van- 251.00
Transportere f 328.77.
145.00,
30.00.
- 939.021
Transport f 328.77.
De vorige paohtsom beliep f 220.00 's jaars.
De heffing van dit. bruggeld geschiedt overeen
komstig 's ltaads besluit van 21 Febr. 1856, goed
gekeurd bij Kon. besluit van 18 Aug. d. a. v. no. 43.
b. Van de ijzeren ophaalbrug op het. Vliet
Geheven ingevolge Raadsbesluit van 31 October
1861, goedgekeurd bij Kon. besluit van 19 Januarij
1862, no. 1, is de opbrengst van dit bruggeld ver
pacht van 12 Mei 1865 tot 12 Mei 1868 en wordt
mitsdien de pachtsom over het 2c eontractjaar in
deze rekening verantwoord.
c. Van de Poppcbrug
De opkomsten dezer brug worden geheven overeen
komstig 's ltaads besluit van 24 Julij 1856, goedge
keurd bij Kon. besluit van 17 Sept. d. a. v no. 45
en zijn verpacht van 1 Jan. 1866 tot uit. Deo. 1868,
voor 42.00 's jaars. De pachter is evenwel in ge
breke gebleven over 1 867 het verschuldigde te vol
doen, waarom een bedrag van ƒ42.00 op dit art. als
nog te verhalen in de rekening is uangebragt, terwijl
intusschen maatregelen werden aangewend, die zoo
mogelijk tot invordering daarvan kunnen leiden.
cl. Van de Blaauwe brug-
De aan deze brug, ingevolge Kaadsbesluit van 15
April 1858, goedgekeurd bij Kon. besluit van 10 Mei
d. a. v. no. 45, geheven regten, werden verpacht van
1 Jan. 1865 tot 1 Jan. 186S, zoodat dc pachtsom
over het laatste eontractjaar in de rekening is ver
antwoord.
e. Van dc ijzeren brug bij de Potraarge, van 1
Jan. 1867 tot 12 Mei 1868
Dit bruggeld wordt geheven ingevolge ltaadsbe-
sluiten van 11 Maart 1858 en 8 Januarij 1863
goedgekeurd bij Kon. besluiten van 10 Mei 1S58 en
5 Febr. 1863.
Het in deze rekening verantwoord bedrag is do
pachtsom van 1 Jan. tot 12 Mei 1867, ad ƒ258.025,
zijnde het laat3te gedeelte van den vorigen pachttijd
12 Mei 186412 Mei 1867, toen de pachtsom 's jaars
ƒ709.00 beliep, benevens dc pachtsom over het le
contractjaar der nieuwe verpachting van 12 Mei 1867
tot 12 Mei 1870 ad ƒ681.00 makende zamen
ƒ939.025.
Van de brug over de Ilarlingervaartvan 1
Jan. 1867 tot 12 Mei 1868
De heffing van bruggelden aan deze en de twee
volgende bruggen vindt plaats krachtens llaadsbe-
sluiten van o Mei en 9 Augustus 1860, goedgekeurd
bij Kon, besluit van den 19 December d. a. v.
De opkomsten daarvan zijn verpacht van 12 Mei
1866 tot 12 Mei 1869.
Even als wegens de bruggen sub lett. a en e ver
meld, zijn ook van deze en de twee volgende bruggen
de opkomsten in de rekening verantwoord van 1 Ja
nuarij 1867 tot 12 Mei 1868 ter bevordering van
gelijkvormigheid in dc verantwoording dezer inkomsten,
in verband met den tijd waarop de verpachting ex
pireert en de paehtsommer. moeten worden voldaan.
Wegens de brug lett. vermeld, bedraagt dc pacht
som over een vol jaar 779.00 en van 1 Jan. tot
12 Mei 285.6 t5, alzoo te zamen 1064.64'.
g. Van de ijzeren brug bij de Vrouwen poort
Met verwijzing naar het zooeven vermelde wordt
Transporter e 2 7 1- 79 85,
- 1064.64\
2 40.5 4 5.
GEMEENTERAAD TE LEEUWAIIDEN. Verantwoording var. B. cn W. wegens dc Ontvangsten en Uitgaven over 1867. 43
Transport ƒ2747.985.
opgemerkt dat de opkomsten dezer brug zijn verpacht
voor eene jaarlijksche pachtsom van f 176.00 eu deze
derhalve bedraagt over het tijdvak van 1 Januarij tot
12 Mei ƒ64.545.
ft. Van de ijzeren brug bij Canistraburer. - 315.70.
Ten dezen het vorenstaande mede toepasselijk zijnde
wordt hier vermeld dat dc pachtsom over een vol
jaar beloopt ƒ231.00 cn van 1 Jan. tot 12 Mei
ƒ84.70.
Totaal der ontvangen bruggelden
Bij de begrooting werd hiervoor geraamd
Verschil in meerder
Dit verschil iu meerder is een gevolg van
a. het in ontvang stellen der pachtsommen over een vol jaar
benevens over het tijdvak van 1 January tot 12 Mei opleverende
eene meerdere ontvangst:
lo. Wegens de vlietster- en boomsbruggen ad 77.77,
2o. ijzeren brug bij de Potraarge - 258.025,
3o. over dellarlingervaart - 285.645,
4o. bij de Vrouwenpoort - 64.545,
5o. Camstraburen - 8 4.7 O5,
b. de hoogerc pachtsom wegens de vlietster- en
boomsbruggen bij dc nieuwe verpachting bedongen ad - 31.00,
zamen
Waar afgetrokken
a. de onbetaald gebleven pachtsom wegens dc
opkomsten der poppebrug ad 42.00,
b. het minder bedrag der pachtsom bij
dc nieuwe verpachting der opkomsten van
de brug bij dc Potmarge, ad - 28.00,
801.685-
70.00.
Resteert het verschil in meerder hierboven aange
duid ten bedrage vanƒ731.685.
Iloofdst. 11, Afd. VIII, Art. 4. 523.00. Opbrengst van
veergelden.
Deze veergelden zijn ontvangen over liet jaar 1867 overeen
komstig dc bestaande contracten van verpachting loopende van
1 Julij 1865 tot 1 Julij 1868
a. wegens de pont tusschcn de Oosterkade en den Grachts-
wal, tot een bedrag van/21S.00,
b. wegens die bij het Ziekenhuis- 305.00.
Maakt te zamen f 523.00.
Dc heffing daarvan geschiedt, wat die sub a. betreft ingevolge
raadsbesluit van 21 Febr. 1856 goedgekeurd bij Kon. besluit
van 2 Mei d. a, v. no. 128 cn die sub b. krachtens raadsbesluit
van 10 April 1856, goedgekeurd bij Kon. besluit van 1 Junij
1856 no. 73.
Hoofdst. 11, Afd. VIII, Art. 5. 5,208.175. Opbrengst van
de stads Waag:
a. van het weegloon, bij gaardcring 2,585.225,
b. werkloon der waagwerkers - 2,622.95.
Zamen 5,208.175.
De invordering van deze weeg- cn werklooncn heeft plaats
overeenkomstig 's Kaads besluit vau 19 Junij 1856, goedgekeurd
bij Kon. besluit van 18 Aug. d. a. v, no. 43.
Ingevolge de bepalingen van voormeld besluit worden de sub
b vermelde werkloonen maandelijks in de gemeentekas gestort,
doch daarna tot het volle bedrag op mandaat aan de waagwer
kers uitbetaald.
Deze werkloonen bedroegen in 1867
Over dc maand Januarij
February
Maart
April
Mei
Junij
Julij
Augustus
September
October
November
December
125
111
141
195.
329,
326
289
322.
252
206
197.
123
925.
.10.
.95,
47 5.
.975.
.95.
.40.
825.
2 ~5.
,60.
225.
.25.
172.95.
"ƒ2400.00.
- 2585.225.
185.225.
Opbrengst van
Zamen f 2622.95.
Bij de begrooting was hiervoor geraamd - 2450.00.
Verschil in meerder
De wcegloonen werden geraamd op
Deswege is ontvangen
Verschil in meerder
Iloofdst. II. Afd. VII. Art. 6. 4101.72.
de marktgclden.
a. Wegens staanplaatsen voor het uitstallen van waren enz.
Deze marktgclden werden van 1 Januarij 1866 tot uit. Deo.
1868 verpacht voor eerie jaarlijksche pachtsom van ƒ2835.00,
die over 1867 ontvangen en in de rekening verautwoord is.
b. Van dc veemarktgelden.
Over gelijk tijdvak verpacht als de sub a vermelde
marktgclden voor cene jaarlijksche pachtsom van
1589.00, werd van het verschuldigde over ISG7
slechts ontvangen een bedrag van- 1266.72,
uithoofde de paehter, ten gevolge van het schorsen
der veemarkt in dat jaar gedurende 15 weken, wegens
het heerselien der besmettelijke ziekten onder het
rundvee, zich bij adres tot den Raad had gewend om,
iu verband met de bepalingen van het pachteon-
tract remissie te erlangen voor eeu gedeelte van den
pachtsom, cn naar aanleiding daarvan in gebreke
bleef het verschuldigd bedrag ten volle aan te zuiveren.
Op dat adres bij het afsluiten der rekening nog
geene beschikking genomen zijnde, is het onbetaald
gebleveue alsnog te verhalen in de rekening aange-
bragt, waarvan nader verontwoording zal plaats heb-
Totale ontvaugst wegens de marktgelden 4101.72.
govoegd het onbetaald geblevene van de
Hierbij
markIgelden sub b aangeduid
322.28.
Maakt te zamen het bij de begrooting geraamd bedrag ƒ4424.00.
De invordering dezer marktgelden geschiedt krachtens raads
besluiten van 12 Januarij cn 8 Junij 1854, goedgekeurd bij
koninklijke besluiten van 17 April eu 22 Junij van dat jaar.
Hoofdst. II. Afd. VIII. Art. 7. 730.74. Opbrengst van de
vischmarkt.
Dc heffing dor regten aan de vischmarkt heeft plaats overeen
komstig 's Raadsbesluit van 24 Maart 1864, goedgekeurd bij
kon, besluit van 3 Julij d. a. v. no. 18, terwijl de inning
daarvan aan den vischafslager is opgedragen
Het bedrag der over 1S67 ingevorderde regten, in de rekening
verantwoord, is 69.26 beneden de raming gebleven, doch deze
was gebaseerd op de ontvangst over 1S65 die gebleken is buiten
gewoon hoog te zijn. Over 1866 bedroeg de opbrengst dezer
regten slechts ƒ574.135.
Hoofdst. II. Afd. VIII. Art. 8. ƒ2804.12. Opbrengst der
water-, kaai- en walgelden.
De heffing dezer belasting geschiedde van 1 Januarij tot 1