■i
52 GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Verantwoording van B. en W. wegens de Ontvangsten en Uitgaven over 1867.
Hoofdst. III. Afd. III. Art. 1. 3518.55 Kosten van de
stads waag
a. Bezoldiging van den waagmeester 450.00.
b. Idem van de wegers en weegsters - 445.60.
c. Werkloonen der waagwerkers- 2622.95.
Zaracn
Bij de begroeting was toegestaan
3518.55.
- 3345.60.
Dit verschil in meerder ad 272.95.
is een gevolg van den belangrijken aanvoer var. boter en kaas
aan de stadswaag en het daarmede in verband staand hooger
bedrag der werkloonen van de waagwerkers, die tot het in uit
gaaf gestelde cijfer mede onder de inkomsten zijn opgenomen.
In het te kort op dit artikel is door af- en overschrijving
voorzien geworden.
Iloofdst. 111. Afd. III. Art. 2. 161.S3. Onderhoud van het
waaggebouw en de gereedschappen.
Voor dit onderhoud is iets meer besteed dan bij de begrooting
was toegestaan, waarom de beschikbaar gestelde som door af- en
overschrijving is versterkt met ƒ12.
Iloofdst. III. Afd. IV. Art. I. 642.64®. Kosten van ver
strekte diensten aan de vischmarkt.
Tengevolge van den minderen aanvoer van visch ter afslag, is
de uitgaaf op dit artikel 72.353 beneden het toegestaan be
drag gebleven. Onder de verantwoordde som is begrepen.
Aan den vischafsluger Jaarwedde J 240.005.
2% der bruto opbrengst - 203.293.
j 443.29.
Aan den vischopbrengerJaarwedde 40.00.
1% der bruto opbrengst - 101.65.
141.65.
Totaal
Verdere uitgaven
584 94®.
- 57.70.
Maakt tc zamen - 642.64®.
Iloofdst. Ill, Afd. IV. Art. 2. 10.57®. Onderhoud van de
vischmarkt.
Dit onderhoud heeft over 1867 met de iu de rekening ver-
antwoorddde som kunnen worden bestreden, zoodat het artikel
een overschot oplevert van J 9.42®.
Iloofdst. III. Afd. V. Art. 1. 19811.61* Aankoop van
grondstoffen voor de gasfabriek.
Op dezen post werd bij de begrooting toegestaan ƒ20,800.
Uithoofde die som aanvankelijk geacht werd, na verevening der
daarmede tc bestrijden uitgaven, een overschot minstens van
ƒ2000 te zullen opleveren, werd dat bedrag bij raadsbesluit van
23 Januarij 1868 op het fonds voor onvoorziene uitgaven over
geschreven. Intusschcn bleek later dat het disponibel gebleven
bedrag ten bestemden einde ontoereikend was, waarom bij raads
besluit van 11 Junij 1868 door af- en overschrijving daaraan
eene som van 1020 is toegevoegd.
Hoofdst. III. Afd. Art. 2. 11,482.61. Bezoldiging van
het personeel (gasfabriek.)
Van het hiervoor bij de begrooting toegestaan bedrag ad
f 12,000 is ter versterking van het fonds voor onvoorziene uit
gaven afgeschreven 450, waarna het overschot bedraagt 67.39.
Hoofdst. Ill, Afd. V, Art. 3. f 1314.49®. Onderhoud van
gebouwen en lasten.
Ter bestrijding der bij dit artikel bedoelde uitgaven is ovci
1867 niet meer dan de in de rekening aangebragte som vcreiseht
geworden. Daarvoor was toegestaan 2000, zoodRt na overschrij
ving op het fonds voor onvoorziene uitgaven van een bedrag ad
ƒ600 het artikel een overschot, oplevert van 83.505.
Hoofdst. Ill, Afd. V, Art. 4. 12,601.19®. Aankoop en
onderhoud van werktuigen.
Uithoofde het op dezen post bij dc begrooting toegestaan be
drag van 11.300 onvoldoende bleek te zijn tot dekking der
daarmede te bestrijden uitgaven, werd die som door af- en over
schrijving versterkt met J 2000 waarvan echter f 698.80® niet
benoodigd is geweest.
Hoofdst. Ill, Afd. V, Art. 5. 896.63®. Diverse andere
uitgaven.
L)it art. levert een overschot op van 603.36®.
Iloofdst. Ill, Afd. V, Art. 6. ƒ300. Kosten van de vaste
raadscommissie voor de gemeentelijke Gasfabriek.
Conform de begrooting uitbetaald.
Hoofdst. Ill, Afd. VI, Art. 1. ƒ911.92. Verbetering van
het Lekkumerdijkje.
Hiervoor was bij de bogrooting toegestaan een bedrag van
2000. De mindere uitgaaf ten dezen is een gevolg daarvan dut
lo. van de aauncmingsom over 1S67 slechts 7 termijnen iu
de rekening konden worden verantwoord
2o. dia aannemingsom beneden de daarvan gemaakte raming
is gebleven, en
3o. do kosten wegens onteigening van grond minder hebben
bedragen dan waarop primitief was gerekend.
Het restant der aunuemiugsom zal in de rekening over 1868
moeten worden opgenomen.
Hoofdst. Ill, Afd. VI, Art. 2. Demping der Gracht van
den noord-oosthoek van het erf sectie C no. 210 af tot de Doelepijp.
Hoofdst. III. Afd. VI. Art. 3. Idem van de Doele
pijp tot de Oldehoofster waterpoort.
Hoofdst. III. Afd. VI. Art. 4. Idem van de wijde
Gasthuissteeg tot de Lange pijp.
Wegens deze drie artikelen, bij de begrooting voor memorie
uitgetrokken, heeft over 1867 gccnc uitgaaf plaats gehad, uit
hoofde dc uitvoering dezer werken wegens opgekomen belemme
ring in dit jaar niet kon plaats vinden.
iloofdst. ill. Afd. VI. Art. 5. ƒ1312.63. Bestrating over
het Oldehoofster kerkhof van dc Groole Kerkstraat tot de To
renstraat.
Van de op dit artikel beschikbaar gestelde som ad ƒ2500.00
is over 1867 niet meer dan de in de rekening gestelde som
besteed geworden, dewijl het meer verkieslijk is geacht de ver
dere uitvoering der ten dezen voorgenomen werken op te schor
ten tot dat de demping der gracht langs dc Boterhoek en het
Sint Jobslcen zal zijn tot stand gekomen.
Hoofdst. III. Afd. VI. Art. 6. 95.59. Naamborden op
de hoeken der straten.
Van het hiervoor toegestane bedrag is 4.41 overgeschoten.
Hoofdst. III. Afd. VI. Art. 7. Publieke pompen
op brandputten..
Deze post werd op de begrooting slechts voor memorie aau-
gebragt.
Hoofdst. III. Afd. VI. Art. 8. L64.86. Aanbouw van
publieke secreten en waterplaatsen.
Voor de daarstelling van eene publieke waterplaats op het
noordwesteind van de kavallcriestal, nabij Camstraburen, is de
in uitgaaf gestelde som besteed.
Nadat van het toegestaan bedrag ad ƒ500.00 eene som van
350.00 op het fonds voor onvoorziene uitgaven was overge
schreven, bleek het disponibel gelalen bedrag versterking te be
hoeven, ten gevolge waarvan door af- en overschrijving daaraan
15.OU werd toegebragt.
Iloofdst. III. Afd. VI. Art. 9. ƒ5102.135- Steenen wal eu
aanlegplaats tusschen het Ziekenhuis en de Huizumerbrug.
Dc bij dc begrooting op dit urtikel uitgetrokken som van
f 6250 is gebleken tc hoog geraamd te zijn, hebbende de uit
3<jhac, iSt>8- )S
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Verantwoording van B. en W. wegens de Ontvangsten en Uitgaven over 1867. 53
voering van het betrokken werk gecne hoogere uitgaaf gevorderd
dan in de rekening is verantwoord. In verband daarmede is
het toegestaan bedrag door overschrijving op bet fonds voor on
voorziene uitgaven verminderd met 1000.
Hoofdst. III. Afd. VI. Art. 10. Verbetering van het Jacobij-
ner kerkhof.
Voor de hier bedoelde verbetering was bij de begrooting 2990
toegestaan. Daarvan is echter geen gebruik gemaakt, dewijl
verschillende omstandigheden, speciaal ook de ontgravingen en
timmerwerken die plaats vinden op de gedeelten van dit kerk
hof aan nu wijlen Mej. A. G. Dicrckx afgestaan, er toe hebben
geleid om gezegde verbetering voorshands onuitgevoerd te laten.
Iloofdst. ill. Afd. VI. Art. 1L. Stichting van een nieuw
beursgebouw.
Dit artikel is over 1807 slechts voor memovie op de begroo
ting uitgetrokken geweest, dewijl om verschillende redenen aan
dc uitvoering dezer stichting nog geen gevolg kon worden gegeven.
Hoofdst. III. Afd. VI. Art. 12. 4875.10®. Uitbreiding van
de bebouwde kom der gemeente.
Aanvankelijk voor memorie aangebragt werd deze post bij wij
ziging der begrooting krachtens raadsbesluit van 25 Julij 1867
uitgetrokken tot ƒ7000, in verband met den voorgenomen aan
koop der huizinge in de Zuiderwalsteeg en daarachter gelegen
woningen, gekwoteerd lelt. E no. 253 en 253a.
Behalve de koopsom van die panden met de op den aankoop
daarvan gevallen kosten zijn op dit art. nog eenige kleine uit
gaven, tot de bewuste uitbreiding betrekking hebbende, verevend,
waarna het overschot bedraagt 2124.89
Hoofdst. III. Afd. VI. Art. 13. 34,250.21®. Uitbreiding
der gasfabriek.
Even als het voorgaande werd ook dit art. bij de primitieve
begrooting voor memorie aangebragt, doch bij vorengemclde wij
ziging uitgetrokken tot een bedrag van 100,000. Dientenge
volge vond de aanbesteding plaats van het eerste gedeelte dezer
werken doch verschillende omstandigheden vertraagden de uitvoe
ring daarvan in die mate, dat van de aanneraingsom wegens de
timmer- en metselwerken slechts drie termijnen en van die ter
zake de tc leveren toestellen een klein gedeelte over 1867 in
de rekening konden worden veramwoord.
Uit dien hoofde is het noodzakelijk bij wijziging der begrooting
over 1868 gelegenheid te verschaffen om de ten dezen onverevend
gebleven uitgaven in de rekening over dat dienstjaar tc verant
woorden.
Hoofdst. III. Afd. VI. Art. 14. 9524.30. Onvcrevcnde uit
gaven ter zake dc daarstelling van een nieuwen gashouder en
van de daarmede in verband staande afbraak-, graaf- en met
selwerken.
Hoofdst. III. Afd. VI. Art. 15. 12,506.25. Als voren ter
zake de stichting van een schoolgebouw voor middelbaar onder
wijs. Bij raadsbesluit van 25 Julij 1867 tot wijziging der be
grooting, dienst 1867, werden de artikelen 14 en 15 daarop
aangebragt en respectievelijk uitgetrokken tot een bedrag van
ƒ11,000 en ƒ13,000 ter verevening van de wegens de daarbij
bedoelde werken over 1866 onverevend gebleven uitgaven.
Wat art. 15 betreft is het beoogde doel bereikt, als zijnde de
kosten der stichting van het aangeduide schoolgebouw thans ten
volle verantwoord, doch omtrent art. 14 valt op te merken dat
tengevolge van bij herhaling ontdekte gebreken in de ten behoeve
van een der gashouders gemaakte put, het laatste gedeelte der
aannemingsom te dier zake nog niet heeft kunnen worden uitbe
taald, waarom daarvoor bij wijziging der begrooting dienst 1868
op nieuw eene som beschikbaar dient gesteld to worden.
Kosten van brandweer.
Iloofdst. IV. Art. 1. ƒ5728.82 Van de op dit artikel toege-
Bijvoegsel tot de Provinciale Eriesciie Courant.
stanc som ad 8521 is 2792.18 beschikbaar gebleven, een ge
volg van de omstandigheid dat in 1867 binnen deze gemeente
weinige gevallen van brand hebben plaats gehad die ccnigzins
belangrijke uitgaven vorderden.
l)e aanschaffing van eene nieuwe spuit, waarvoor F 2502 be
schikbaar was gesteld heeft plaats gehad, tcrwyl de daarvoor bc-
teeddc som ad J 2267 onder dc in rekening gebragte uitgaven
is begrepen.
Voor vertimmering en onderbond van buizen.
Iloofdst. V. Art. 1. 1874.71®. Van het daarvoor beschik
baar gesteld bedrag is 287.28® als overschot in de rekening
vermeld.
Iloofdst. V. Art. la. 88.75®. Onderhoud van de Irnsumer-
zijl en brug met bijbehoorende woning.
Dit onderhoud heeft met (1e in de rekening verantwoordde som
kunnen worden bestreden. Het toegestaan bedrag beliep f 100.
Iloofdst. V. Art. 2. 2472 82®. Grondlasten enz. wegens dc
aan de gemeente behoorendc eigendommen.
Deze post levert een overschot op van 127.17®.
Iloofdst. V. Art. 3. 100.00. Huur van een stuk gronds tot
berging van de haardasch en vuilnis.
Conform de begrooting aan heeren voogden van het St. An-
thonij Gasthuis alhier uitbetaald.
Hoofdst. V. Art. 4. ƒ441.51. Kosten wegens brandverzekering.
Het voor deze kosten loegcsjaan bedrag ad j 400 is gebleken
onvoldoende te zijn, tengevolge van dc verzekering tegen bi and-
schade van het gebouw der Rijks hoogere burgerschool. Uit
dien hoofde is door af- en overschrijving dit artikel versterkt
met 50.
Hoofdst. V. Art. ,5. Dijk- en polderlasten.
Wegens dit op de begrooting voor memorie aangebragt artikel,
heeft gecne uitgaaf plaats gehad.
Iloofdst. V. Art. 6. 78. S1 Kosten vallende op verpachtingen.
Ter bestrijding der kosten wegens de verschillende verpachtin
gen en herverpachtingen, is over 1867 (le in rekening gestelde
som vercischt geworden, tengevolge waarvan het toegestaan be
drag ad F 50 door af- en overschrijving is versterkt met ƒ30.
Hoofdst. V. Art. 7. J 40.10. Kosten vallende op de ontvangst
van renten.
Te lage raming is oorzaak dat deze uitgaaf 10 cent meer be
draagt dan de toegestane som.
Toelage aan de Kamer van Koophandel en Fabrieken.
Hoofdst. VI. Afd. I. Art. 1. 290.10 Met het op dezen post
verantwoord bedrag heeft de Kamer van Koophandel hare uitga
ven over 1867 kunnen bestrijden, weshalve dit artikel een over
schot oplevert van f 9.90.
Hoofdst. VI. Afd. II. Art. 1. 586.00 Jaarwedden van de
keurmeesters van liet vleeseh en de visch.
Deze jaarwedden werden primitief op de begrooting uitgetrok
ken tot een bedrag van ƒ500, doch uithoofde die jaarwedden
bij raadsbesluit van 27 December 1866, no. 6 zijn verhoogd en
voor elk der keurmeesters gesteld op ƒ300 is door af- en over
schrijving aan dit artikel eene som van 100 toegevoegd.
Tengevolge van het eenigen. tijd vaceren van eene der keurmees
ters-betrekkingen is echter van gezegd bedrag f 14 disponibel
gebleven.
Iloofdst. VI. Afd. II. Art. 2. ƒ100. Kosten ten behoeve van
het bureau van inenting en berenting.
Conform de begrooting uitbetaald.
Hoofdst. VI. Afd. II. Art. 3. ƒ266.07®. Diverse uitgaven.
Ter verevening der uitgaven verbonden aan de in het belang
van den gezondheidstoestand der ingezetenen noodzakelijk geachte
voorzorgmaatregelen, in verband met het heerschen der cholera
in sommige gemeenten van ons Vaderland, werd de op dit art.
Bijlage No. 16.
Pi PI Pi Pi