Oil
54 GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Verantwoording van B. cn W. wegens de Ontvangsten en Uitgaven over 1867,
toegestane som van 20 door af- en overschrijving krachtens
raadsbesluiten van 24 Oct. 1867 en 11 Junij 1868 versterkt,
respectievelijk met ƒ100 en f 147.
IloofdstVI. Afd. III. Art. 1./" 13,637.00. Kosten van politie.
Voor deze kosten was bij de bcgrooting beschikbaar gesteld
een bedrag van 12,700.00.
doch uithoofde de bezoldiging der politiedienaars
van de 3e klasse bij raadsbesluit van 27 December
1866 no. 12 werd verhoogd van ƒ120 tot ƒ135,
voor de 45 titularissen bedragende- 675.00.
werd dat bedrag door af- cii overschrijving aan de
primitief begrootte som toegevoegd.
Vervolgens is op dit artikel nog eene versterking
aangebragt, ten bedrage van- 262.00.
ter verevening der meerdere uitgaaf zoo wegens
kosten van politie, in 1867 vereischt ter zake ge
nomen maatregelen tot handhaving der vastgestelde
reglementaire bepalingen betrekkelijk de veeziekte,
als voor de kleeding der politiedienaren, tenge
volge te lage raming deswege in verband met de
bestaande verordening ten dezen.
Totaal van het disponibel gesteld bedrag ƒ13,637.00.
Bedrag van het uitgegevene 13,636.16.
Overschot 0.84.
Iloofdst. VI. Afd. III. Art. 2. 60.44. Voor kosten van gij
zeling enz. ter zake overtredingen van enkele politie.
Deze moeijelijk met eenige juistheid te ramen kosten hebbeD
20.44 meer bedragen dan daarvoor bij de begrooting was toe
gestaan, in welk tekort door at- en overschrijving is voorzien
geworden.
Iloofdst. VI. Afd. III. Art. 3. ƒ16.64. Aandeel der gemeente
in de toelage voor bewaking van politiegevangcnen.
Conform de begrooting uitbetaald.
Iloofdst. VI. Afd. IV. Art. 1. 74.473. Dpukloonen van re
gisters en aanslagbillettcu ten behoeve van het stedelijk kantoor.
In verband met de opheffing der verbruiksbelastingen werd
voor dit art. over 1867 een lager cijfer dan vroeger beschikbaar
gesteld. Het toegestaan bedrag is echter gebleken ten bestemden
einde onvoldoende te zijn, waarom door af- en overschrijving
daaraan is toegevoegd eene som van ƒ15.
Iloofdst. VI. Afd. IV. Art. 2. f 224.323 Kosten van het ze
gelen der registers voor het stedelijk kantoor en der aanslag-
billetten voor den hoofdelijken omslag.
Dit artikel levert een overschot op van 75.673.
Iloofdst. VI. Afd. IV. Art. 3. ƒ863.353. Perceptiekosten ter
zake de gcmeente-opcenten op 's Rijks belastingen.
Om dezelfde reden als bij art. 1 dezer afd. is vermeld, werd
ook voor dit art. een minder bedrag dan vroeger, cn Wel 1000
geraamd. Aangezien het verschuldigde echter gebleek dat bedrag
te overtreffen, doch de late ontvangst der betrekkelijke opgave
het ondoenlijk maakte om dit art. door af-en overschrijving tijdig
te versterken tot het vereischte bedrag, is het meest doelmatig
voorgekomen het aan 's Rijks schatkist verschuldigd ontvengloon
wegens de gemeente-opcenten op de personele belasting dienst
1866/67 in deze rekening en dat ter zake de opcenten op de
grondbelasting, dienst 1867, over 1868 op het fonds voor on
voorziene uitgaven, te verantwoorden.
Iloofdst. VI. Afd. IV, Art. 4. ƒ5.50 - Bureaukosten van den
gemeente-ontvanger.
Deze kosten hebben slechts de in rekening gestelde som be
loopen, zoodat van het toegestaan bedrag f 41.50 disponibel is
gebleven.
Iloofdst. VI. Afd. IV. Art. 5. 50.00, Kosten van gaarde-
ring der belasting op tooneelvertooningen.
Conform de begrooting uitbetaald.
Iloofdst. VI. Afd. IV. Art. 6. Kosten van gaardering der
bruggelden.
Iloofdst. VI. Afd. IV. Art. 7. Idem van de raarktgelden.
Uithoofde de ten behoeve der gemeente geheven wordende brug-
ei» marktgeldcn zijn verpacht, heeft op deze artikelen gecne uit
gaaf behoeven plaats te vinden, waarom ze ook op de begrooting
voor memorie waren uitgetrokken.
Iloofdst. VI. Afd. IV. Art. 8. 338.00. Kosten van gaarde
ring der kaai- en walgeldcn.
Dewijl bij de vaststelling der begrooting het voornemen be
stond de opbrengst der kaai- en walgelden met ingang van 1
Jan. 1867 te verpachten werd dit artikel voor memorie aange
bragt. Dc uitvoering van dat voornemen werd echter dermate
vertraagd dat gezegde verpachting eerst kon plaats hebben met
ingang van 1 Julij 1867, tengevolge waarvan door af- en over
schrijving op dit artikel eene som van ƒ338 is aangebragt om
de kosten van gaardering over de 6 eerste maanden des jaars
daarmede te bestrijden.
Iloofdst. VI. Afd. IV. Art. 9. ƒ167.70. Voor kosten van
vervolging ter zake dc onderscheidene belastingen.
Tengevolge eencr daartoe betrekkelijke missive van den lieer
Minister van Binnenlandsche Zaken is met dc ten uitvoerlegging
van dwangbevelen in zake dc plaatselijke belastingen, nadat deze
aan de belastingschuldigen waren beteckend, belast geworden een
gewonen deurwaarder. Uit dien hoofde heeft de uilgaaf op dit
artikel meer bedragen dan daarvoor was geraamd en is de toe
gestane som ad f 150 door af- en overschrijving versterkt met
ƒ30 waarvan echter 12.30 disponibel is gebleven.
Iloofdst. VI. Afd. IV. Art. 10. f 119.70. Beschrijvingskostcn
van den hoofdelijken omslag en der belasting op het houden
van honden.
Op dit art. was bij de begrooting 120 toegestaan.
Subsidie aan de Stads Armenkamer.
Iloofdst. VII. AM* Art. 1. ƒ34,291.90. Deze subsidie
is tot het op de begrooting aangebragte cijfer uitgekeerd, 't welk
echter niet voldoende is geweest om het te kort op de. overige
inkomsten der armenkamer, ter bestrijding der uitgaven over
1867 te dekken, als zijnde door 't bestuur dezer instelling bij
eene suppleloive begrooting, goedgekeurd bij raadsbesluit van 23
Julij 1868, no. 1, verhooging (lier subsidie aangevraagd, waarvan het
bedrag in de rekening der gemeente, voor het dienstjaar 1868
zal moeten worden verantwoord.
Iloofdst. VII. Afd. I. Art. 2. ƒ801.60. Subsidie aan het
stad9 werkhuis.
Ofschoon ten behoeve van het stads werkhuis over 1867 eene
subsidie was toegestaan van ƒ1575.00, is daarvan tot dekking
der uitgaven van deze inrigting niet meer dan het in de reke
ning verantwoord bedrag vereischt geworden.
Iloofdst. VII. Afd. I. Art. 3. ƒ2080.00. Jaarwedde van
de stads geneeshccren. heelmeesters en vroedvrouwen.
Comforra de begrooting uitbetaald.
Hoofdst. VIT. Afd. I. Art. 4. ƒ13,323.28. Vcrplegings-,
vervangings- en transportkosten in dc gestichten te Oramerschans
en Veenhuizen.
Even als in de laatst voorgaande jaren was ook over 1867
voor de hierbedoeldo kosten f 12,000.00 beschikbaar gesteld.
Het grooter aantal verpleegden is evenwel oorzaak geweest dat
genoemde som is moeten worden versterkt, ten einde het ver
schuldigd bedrag, in de rekening verantwoord, te kunnen voldoen.
Hoofdst. VII. Afd. I. Art. 5. Voor geneeskundigs
hulp aan minvermogenden.
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Verantwoording van B. cn W. wegens de Ontvangsten en Uitgaven over 1867. 55
Dit artikel wordt slechts voor memorie op de begrooting aan
gebragt.
Iloofdst. VII. Afd. I. Art. 6. 3757.27. Vcrplegingskostcn
van arme krankzinnigen.
Het vermeerderd aantal behoeftige krankzinnigen, voor reke
ning dezer gemeente te Eranekcr verpleegd wordende, heeft het
bedrag der verplegingskosten zoodanig doen stijgen, dat de bij
dc begrooting op dit artikel toegestane som ad ƒ2900.00'is
moeten worden versterkt met een bedrag van 860.00.
Hoofdst. VII. Afd. I. Art. 7. ƒ8.21. Verplegingskosten
in gevangenissen van kinderen van niet veroordeelde gevangenen.
Hoofdst. VII. Afd I. Art. 8. 280.853. Reisgelden aan
doortrekkende hulpbehoevenden, begrafeniskosten ten behoeve van
minvermogenden enz.
Hoofdst. VII. Aid. I. Art. 9. ƒ5512.18. Kosten van het
stads ziekenhuis.
Hoofdst. VII. Afd. 1. Art. 10. ƒ215.17. Kosten van on
derhoud en uitbesteding van wcezen beneden zes jaren.
Hoofdst. VII. Afd. I. Art. 11. ƒ170.00. Intredegclden
van arme weezen die in het old burgerweeshuis worden opge
nomen.
Wegens dc artikelen 7 tot en met 11 zijn de uitgaven beneden
de daarvoor toegestane sommen gebleven, waaromtrent niet an
ders valt op te merken dan dat de deswege vereischte uitgaven
met de in de rekening verantwoordde sommen zijn bestreden.
Iloofdst. VII. Afd. I. Art. 12. ƒ1413 99. Onderhoud van
gebouwen voor armen inrigtingen.
Ter bestrijding der kosten van toestellen voor gasverlichting,
aan te brengen in het lokaal van de voogden der stads armen
kamer, werd bij raadsbesluit van 11 April 1867 dit artikel
versterkt met een bedrag van ƒ200.00. Uithoofde intusschen
de uitgaven voor het onderhoud dezer gebouwen over 1867 aan
zienlijk beneden de daarvan gemaakte raming zijn gebleven le
vert dit art. een overschot op van ƒ207.01.
Hoofdst. VII. Afd. I. Art. 13. Teruggaaf van hetgeen als
onderstand aan armen, in de gemeente domicilie van onderstand
hebbende, elders is verstrekt.
Dit art. wordt telken jare op de begrooting voor memorie uit
getrokken, dewijl door de stads armenkamer wordt voorzien in
de uitgaaf daarbij bedoeld.
Hoofdst. VII. Afd. II. Art. 1. 6676.76s. Kosten van het
stedelijk gymnasium.
Op de begrooting was uitgetrokken voor j
Jaarwedden van de docenten5610.00.
Toelagen boven de jaarwedden- 600.00.
Verdere kosten van het onderwijs- 700.00.
f 6910.00.
Er is uitgegeven voor
Jaarwedden en toelagen van dc docenten ƒ5383.50.
Kindergeld (aan den Rector) - 96.03.
Onderwijs in de nieuwe talen - 744.00.
Toelage aan Curatoren- 130.00.
Jaarwedde van den Claviger - 75.00,
Prijzen- 98.45.
Brandstof en licht- 149.783.
- 6676.76=
Overschot f 233.233.
De vacerende betrekking van docent in de nieuwe talen werd
in 1867 tijdelijk vervuld door den heer L. Nauta, tegen genot
van 1 voor elk uur dat door hem aan dc leerlingen van het
gymnasium onderwijs is verstrekt.
Hoofdst. VII. Afd. II. Art. 2. 9753.42. Eranschc dog- cn
kostscholen.
Tengevolge van dc opening der Rijks hoogere burgerschool
alhier, op 1 September 1867, was het aantal leerlingen aaa de
fransche dag- en kostschool voor jonge hccren in de beide laat
ste kwartalen van dat jaar aanmerkelijk minder dun vroeger,
waaraan het is toe te schrijven dat ook het bedrag der aan den hoofd
onderwijzer uit te keeren schoolgelden beneden de raming ver
bleef en van de op dit artikel beschikbaar gestelde som van
ƒ10,640 disponibel is gebleven een bedrag van /'886.5S.
Nederduitse.be scholen.
Iloofdst. VII. Afd. II. Art. 3./25,112.22\ I. Jaarwedden.
II. Leermiddelen.
III. Brandstoffen.
IV. Licht.
VI. Diverse uitgavi
Aangaande de hierboven gespecificeerde uitgaven wordt opge
merkt, dat
a. op art. 3 een bedrag van ƒ362.773 beschikbaar is geble
ven nadat daarvan ter versterking van het fonds voor onvoorziene
uitgaven reeds J 1500 was afgeschreven, en zulks tengevolge van
in 1867 bestaan hebbende vacatures in het onderwijzend personeel.
b. tengevolge den noodzakelijken opslag van eene grootere
hoeveelheid turf voor de scholen in het algemeen cn speciaal
door de aanschaffing van turf ten behoeve der met 1 Jan. 1868
geopende school voor lager en meer uitgebreid lager onderwijs
de uitgaaf op art. 5 boven het toegestaan bedrag is gestegen en
dat bedrag mitsdien is versterkt met 300.