93 GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Bijlage behoorende tot de zitting van Woensdag den 23 December 1863.
kend, geene bezwaren. 't Wordt telkens voor één saizoen ver
huurd en kan dus al aanstonds in 1869 worden aanvaard.
Omtrent den onder nummer 11 van den staat vermelden moes
tuin geldt dezelfde opmerking als die, welke ten aanzien van de dus
genaamde „Oude Infirmerie" in de Kleine Kerkstraat is. gemaakt,
namentlijk in zoover, dat de tijd ons heeft ontbroken om met
volledige kennis van zaken nu reeds een voorstel te doen. Het
bezit toch van dit perceel heeft, bedriegen wij ons niet, slechts
voor den bewoner van de nabijgelegen herberg, „het Oud Tol
huis" genaamd, benige waarde, aan wien het dan ook sints eene
reeks van jaren is verhuurd geworden. 'tZal dus, naar onze
meening, bij publieken verkoop weinig opbrengen en zal het voor
de gemeente welligt voordeeliger zijn, indien 't onderhands aan
den eigenaar van die herberg kan worden overgedragen. Een
grondig onderzoek behoort dus ook hier vooraf te gaan, en de be
schikbare tijd hiertoe, wij zeiden het reeds, was te kort.
Wanneer wij nu resumeren, dan blijkt het, dat een spoedige
verkoop van de onder nummers 1 tot en met 6 eu 10 op den
betrekkelijker, staat vermelde vastigheden, met dien effecte, dat
de huizen eu woningen op den 12 Mei 1869 en het weiland
op den 5 Maart bevorens door den kooper kunnen worden aan
vaard, door ons wcnschelijk wordt geacht.
üc tweede vraag die wij, naar aanleiding van 't ontvangen
mandaat, hadden te beantwoorden was deze, op welke wijze zal
de verkoop moeten plaats hebben, of juister gesteld, zal de ver
koop in 't openbaar of onderhands geschieden en in 'teerste ge
val ten overstaan van ons Coilegie of door het ministerie van
een' notaris?
Over de beantwoording van 'teerste gedeelte dier vraag waren
wij het spoedig eens. 't.Behoeft toeh onzes eraehtens geen be
toog, dat, indien de betrokken vastigheden uit de hand ter koop
worden aangeboden, zeer waarschijnlijk veel meer tijd zal ver-
loopen, eer de zaak beè'eindigd is en ook niet die koopprijzen
zullen kunnen worden bedongen dan wanneer ze publick wor
den geveild.
Omtrent het op 't tweede gedeelte der vraag te geven ant
woord was ouze mecr.ing echter niet zoo spoedig gevestigd.
Wel bleek 'tons al dra, dat 'tcoilegie van dagclijkach bestuur,
nil bekomen magtiging van den Raad en goedkeuring van hee-
ren Gedeputeerde Staten, bevoegd moet worden geacht onroerende
goederen, aan de gemeente behoorende, in het openbaar te ver-
koopen omdat, zij 'tal dat die bevoegdheid hem niet bij eenige
wetsbepaling uitdrukkelijk is toegekend, deze ook bij geen enkel
wettig voorschrift is uitgesloten en daarvan dan ook, zoowel
elders als in deze gemeente, meermalen gebruik is gemaakt,
maar de groote zwarigheid bestond hierin, om op goede gronden
te beslissen, wat in dezen voor de gemeente 't meest van belang
wa9 te achten.
Was 'ttoch aan den eenen kant duidelijk, dat de kosten op
den verkoop vallende voor den kooper uit den aard der zaak
hooger zullen zijn, wanneer deze ten overstaan van een' notaris
geschiedt dan bijaldien deze door ons coilegie wordt geperfecteerd,
aan den anderen kant verloren wij ook niet uit het oog, dal
voor een verkoop op de eerstbedoelde wijze in casu veel is aan
te voeren.
Immers, een notaris, wij erkennen dit gaarne, moet door zijne
meerdere ondervinding op dit punt, beter in staat worden geacht
een' verkoop van zoodanig grooten omvang als de onderhavige
op de voor den verkooper meest voordeelige wijze te leiden.
Maar ook met betrekking tot de te nemen maatregelen voor de
zekerheid eener rigtige betaling van de koopprijzen levert de
bijstand van een' notaris meer waarborg op dan wij met de
meest mogelijke voorzigtigheid kunnen aanbieden. Wat is toeh
het geval? Geschiedt de verkoop notarieel, dan blijft het ver
kochte in den regel voor de betaling van den koopprijs hypo
thecair verbonden, 't geen volgens artikel 1217 van het Burgerlijk
Wetboek alleen bij notariëele acte kan plaats hebben en is, bij
nalatigheid van den kooper in het nakomen zijner verplig ingen,
de te volgen weg hoogst eenvoudig. Wordt daarentegen de ver
koop ten onzen overstaan gehouden, dan zal de kooper borgtogt
moeten stellen, en nu is 't bekend, dat de keuze van een' zekeren
borgtogt in de meeste gevallen niet gemakkelijk is. Maar ook
afgescheiden daarvan kan, bij eventuele noodzakelijkheid om van
zoodanigen borgtogt gebruik te maken, dit tot omslagtige pro
cedures aanleiding geven, waarvan de uitslag bovendien niet altijd
even zeker is.
Met het oog op een en ander zullen wij dus voorzeker niet
behoeven te herhalen, dat wij lang geaarzeld hebben welke keuze
in dezen te doen.
Na gezette overweging zijn wij echter te rade geworden U
in overweging te geven ons Coilegie met den verkoop te be
lasten. Wij zijn daartoe voornamentlijk gekomen met het oog
op de omstandigheid, dat de nadeelen, die uit een' notariëelen
verkoop voor de gemeente zullen voortvloeijen (bet hooger be
drag der kosten namentlijk dat op 't cijfer van den koopprijs
meer dan waarschijnlijk van invloed zou zijn), als zeker zijn aan
te nemen, terwijl die, -welke aan eene veiling ten overstaan van
ons Coilegie verbonden zijn en waartegen toch in ieder geval
zoo veel mogelijk kan worden gewaakt, slechts als mogelijk kun
nen worden gesteld, 't Spreekt overigens van zelf, dat wij dit
punt gaarne aan Uwe beslissing overlaten en oris daarbij vol-,
strekt niet. partij wense'nen te stellen.
Nu eens onze meening opziglcns de wijze van verkoop was
gevestigd, zou Uwe vergadering welligt met eenigen grond hebben
kunnen verwachten, dat al dadelijk door ons ook de verkoops-
voorwaarden ontworpen en aan Uw oordeel onderworpen zouden
zijn. 't Schijnt dus niet overbodig de redenen aan te geven, die
ons er toe hebben geleid om dat niet te doen.
Ze bestouden in de eerste plaats hierin, dat de verkoop wel
in beginsel door U aangenomen doch tot dusver niet door Hoeren
Gedeputeerde Staten goedgekeurd is. Ofschoon dit nu, naar
onze meening, niet waarschijnlijk is, blijft dus toch altijd de mo
gelijkheid bestaan, dat, bij onverhoopt gemis van die goedkeuring,
de vervreemding geen voortgang zou kunnen hebbeo. In dat
geval zouden wij ons met een uit den aard der zaak hoogst
ornslaglig werk hebben bezig gehouden, dat ten slotte blijken
zou geen praetisch gevolg te kunnen hebben.
Maar nog een ander eas is mogelijk, waarin wij ten slotte
een' nutteloozen arbeid zouden hebben verrigt. Wanneer Uwe
vergadering toch mogt besluiten om den verkoop aan een' notaris
op te dragen komt 'tons voor, dat alsdan 't ontwerpen der be
doelde voorwaarden, behoudens Uwe nadere goedkeuring, ook
eigenaardig aan dezen dient te worden overgelaten.
Ware 't dus al, dat wij genoegzamen tijd beschikbaar hadden ge?
had om de vuakbedoelde voorwaarden te concipiëren, 't geen,
in verband met de door ons gevoelde noodzakelijkheid om de onder-
werpeüjke voordragt nu en niet later aan Uwe beoordeeling te onder
werpen, niet het geval is geweest, ook dan nog zouden wij om de
vorenontwikkelde redenen vrijheid hebben gevonden, de vaststelling
der vaakbedoeide voorwaarden tot een daarvoor meer geschikt tijd
stip aan te houden, waarvan trouwens volstrekt ook niet het gevolg
behoefde te worden, dat do eventuëele verkoop zelf zou moeten
worden uitgesteld. Voor zoover noodig toch, geven wij de ver
zekering, flat, 't zij het ontwerpen daarvan aan ons Coilegie, 't zij
aan een' Notaris worde opgedragen, in ieder geval Uwe vergade
ring zoo spoedig doenlijk in de gelegenheid zal worden gesteld
die voorwaarden te kunnen vaststellen.
Eindelijk de bestemming te geven aan de uit den eventuëelen
verkoop te proflucren gelden. Ten einde tegemoet te komen aan
't verlangen van die leden uwer vergadering, welke voor eenfi
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Bijlage behoorende tot de zitting van Woensdag den 23 December 1868. 99
juiste beoordeeling de kennisneming daarvan noodig mogten ach
ten, hebben wij nagegaan, welke sommen indertijd tot aankoop
der respectieve nu te verkoopen vastigheden door de gemeente
zijn besteed geworden, zoomede welke daarvan uit de gewone,
welke uit de buitengewone middelen zijn bestreden.
't Resultaat van dat onderzoek vindt Uwe vergadering in de
daarvan opgemaakte en bij dit rapport sub B overgelegde nota.
Daaruit blijkt dat, voor zoover zulks is kunnen worden opge
spoord, die aankoopen deels uit de gewone deels uit de bui
tengewone middelen zijn bewerkstelligd.
Wij hebben hierin echter geen voldoenden grond gevouden om
terug te komen van de door ons aanvankelijk reeds opgevatte
meening, dat de te bedingen koopsommen geheel moeten worden
benuttigd tot delging van door de gemeente suecessivelijk aange
gane schuld, welk gevoelen ook, indien wij ons niet bedriegen,
door vele leden Uwer vergadering wordt gedeeld.
En inderdaad pleit daarvoor naar onze meening ook menige
reden. De voorzeker niet onaanzienlijke schuldenlast toch,
waarmede de gemeente is bezwaard was mede het gevolg van
nu en dan door haar gedane aankoopen. 't Kan dus on
zes inziens allezins met een goed finantieel beheer overeenkom
stig worden geacht, dat bij verkoop van gemeente-eigendommen,
gelijk in casu, de opbrengst ook worde benuttigd tot vernietiging
van die schuld. Wat toeh zou 't geval zijn, indieu ze geheel of
gedeeltelijk die bestemming niet erlangde. Dit immers, dat de
niet tot amortisatie aangewende kooppenningen hoogst waarschijn
lijk zouden moeten tYor('ei1 ingeschreven op 't grootboek der nat.
werk. schuld, en dus niet die rente zouden afwerpen, welke men
tengevolge van schulddelging zal besparen. Dat bier 't voordeel
der gemeente niet zou zijn betracht blijkt zonneklaar.
Men zal ons welligt tegenwerpen, dat de billijkheid medebrengt,
dat daar waar de gedane aankoopen uit de gewone middelen en
welligt dus uit door de ingezetenen opgebragte belastingen zijn
bestreden ook bij vervreemding de opbrengst tot vermindering van
lasten strekke. Maar wordt bij die redenering niet uit het oog
verloren, dat bij vermindering van schuldenlast en bij gevolg van
rentebetaling hetzelfde doel zal kunnen worden bereikt De renten
worden immers uit de gewone middelen bestreden en zullen dusde
belastingen kunnen worden verminderd naar mate voor de betaling
van rente minder geld behoeft te worden beschikbaar gesteld.
Dit weinige achten wij geheel voldoende om't voorstel, 'twelk
wij met betrekking tot de bestemming, te geven aan de uit den
onderwerpelijken verkoop te ontvangen gelden, U in overweging
wenschen te geven te motiveren.
Wij hebben alzoo de eer aan Uwe vergadering voor te stellen
om, behoudens de vereischte goedkeuring van Heeren Gedepu-
Stateu van -Friesland, voor zoover noodig, te besluiten
lo. dat 't hierna, sub 2e, vermeld voor hulpbeurs aangewezen
gebouw niet meer ter openbare dienst bestemd zal wezen en
daartoe vast te stellen het hierbij sub C overgelegd ontwerp
besluit.
2o. Burgemeester en Wethouders te raagtigen om, zoodra de
hierna sub 5o. bedoelde voorwaarden door «len Raad zullen
zijn vastgesteld, den publieken verkoop te bevorderen van de
na te melden aan de gemeente Leeuwarden in eigendom toebe-
hoorende vastigheden, als
a. de huizinge staande op de Korenmarkt aldaar, gekwoteerd
letter 1 no. 2, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie A
no. 552;
b. de huizinge aldaar, gekwoteerd letter I no. 3, ten kadaster
bekend als voren, sectie A no. 553
c. de huizinge staande op den Eewal aldaar, gekwoteerd
letter I no. 35, in de schrifiuren van het kadaster bekend als
voren, sectie A no. 547
d. de huizinge. staande op den hoek van den Ewal en van
de Wortelhaven aldaar, gekwoteerd letter I no. 36, kadastraal
als voren sectie A no. 548
e. het thans voor hulpbeurs bestemd gebouw aldaar, gekwo
teerd letter I no. 37, ten kadaster bekend als voren sectie A
no. 550
f. Zeven woningen in het Iloekster Achterom aldaar, gekwo
teerd letter A no. 23 tot en met 29, in de schrifturen van 't ka
daster bekend als voren sectie B nos. 27 tot en met 33
g. een stuk hooiland, gelegen aan den Zwarten weg, kadas
traal bekend gemeente Hardegarijp sectie G no. 92.
3o. in beginsel aan te nemen, dat de uit den sub 2o. be
doelden verkoop voort te vloeijeu gelden, voor zoover 't bedrag
daarvan reikt, zullen strekken tot aflossing van ten behoeve der
gemeente aangegane geldleeningen.
4o. te bepalen dat de sub 2o. bedoelde publieke verkoop zal
geschieden ten overstaan van Burgemeester en Wethouders.
5o. Burgemeester en Wethouders uit te noodigen om, zoodra
op het sub 2o. hiervoren genomen besluit de goedkeuring van
Heeren Gedeputeerde Staten zal zijn ontvangen, de tot den daarbij
bedoelden verkoop betrekkelijke voorwaarden te outwerpen en
aar: den Raad ter goed keuring aan te bieden.
6o. Burgemeester en Wethouders al verder uit te noodigen
om in de maand October van het jaar 1869, te gelijk met de
gewone voordragt. tot aanwijzing van de geldleeningen waarvan
met de daarvoor op de begrooling voor dat dienstjaar beschik
baar gestelde som aflossing zal plaats vinden, een voorstel te
doen tot aanwijzing van de geldleeningen, waarvan met de uit
den sub 2o. bedoelden verkoop te profluëren gelden aflossing be
hoort te geschieden.
Aldus voorgesteld ter Raadsvergadering van den 23 December
1868 door
Burgemeester en Wethouders can Leeuwarden
DIRK ZEPER.
Be Secretaris,
De SWART.