STAAT van aan <lo Gemeente Leeuwarden toebehoorendo EIGENDOMMEN, waarvan de verkoop in beginsel is aangenomen bij 't door den Raad dier Gemeente, in de door hem op den 10 December 1868 gehouden zitting, genomen besluit. E- I- 100 GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Bijlage behooremle tot de zitting van Woensdag den 23 December 1868. Bijlage A, OMSCHRIJVING. KADASTRALE INDEELING. GROOTTE. j Gemiddelde Jaarlijksche Gemeente. Sectie No. B. 1 R. 1 Opkomsten. Leeuwarden A 552 70 f 500 00 Leeuwarden A 553 1 77 - 500 00 Leeuwarden A 547 ff 65 - 275 00 Leeuwarden A 548 ft 36 - 220 00 Leeuwarden A 550 1 63 - 1) Leeuwarden B 27 tot en met 33. 1 68 - 200 00 Leeuwarden C 669 40 - 100 00 Jelsum D 518 523 i 44 30 10 10 j - 250 00 Jelsum D 517 - 54 90 85 00 Hardegarijp G 92 6'/. - 250 00 Jelsum D 516 23 40 15 00 AANMERKINGEN. Een HUIS op de Korenmarkt gekwoteerd Lett. I No. 2. Een HUIS aldaar, gekwoteerd Lett. I No. 3. Een HUIS op den Eewal, ge kwoteerd Lett. I No. 35. Een HUIS op den hoek van den Eewal en van de Wortelhaven, gekwoteerd Lett. I No. 36. Het voor Hulpbeurs bestemd gebouw op de Wortelhaven, ge kwoteerd Lett. I No. 37. Zeven WONINGEN in het Hock- sterachterom, gekwoteerd Lett. A Nos. 23 tot en met 29. Een HUIS o. a. in de Kleine Kerkstraat, (voormalige Infirmerie), gekwoteerd Lett. F No. 88. Twee stukken WEILAND onder Lekkum (ten noorden van den straatweg). Een stuk WEILAND onder Lekkum (ten zuiden van den straatweg). HOOILAND aan den Zwarten weg. MOESTUIN bij het „Oud Tol huis" onder Lekkum (ten zuiden van den straatweg). Yerkoopen op afbraak. De loopende huur eindigt op den 4 Maart 1870. Voor den tijd van 10 jaren en wel tot 12 Mei 1871 verhuurd, behou dens 't regt om den huur- tijd vroeger te doen ein digen. Behoort bij het rapport en voorstel van Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden dd. 23 December 1868. De Secretarie van liet Gemeentebestuur van Leeuwarden De SWART. GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Bijlage behoorendc tot dc zitting van Woensdag den 23 December 1863. 101 Bijlage C. ONTWERP. De Raad der gemeente Leeuwarden, Gezien artikel 2 der verordening van den 10 Maart 1859, houdende vaststelling van een reglement op de Korenbeurs in die gemeente; Gelet op 't bepaalde bij art. 230, lc lid, der wet van 29 Junij 1851 (Staatsblud no. 85); Overwegende, dat 't aan dc gemeente in eigendom behooreml gebouw, staande op dc Wortelhaven aldaar, gekwoteerd wijk let ter 1 nummer 37, bij 't bovenaangehaald verordenings-artikel is aangewezen als locaal voor het houden der Korenbeurs; Overwegende dat echter, reeds sints geruimen tijd in dat ge bouw die beurs niet meer wordt gehouden, nadat de handelaren, die haar vroeger plegen te bezoeken, gemeend hebben zich op den voor het houden dier beurs bepaalden tijd elders te moeten verecnigcn, ten einde hunne zaken af te doen; Overwegende dat daar, waar de handel zelf duidelijk toont er geen prijs op te stellen, dat voormeld gebouw voor 't aangewe zen doel bestemd blijvc, er voor de gemeente ook gcene reden bestaat om 't die besteraming tc doen behouden; Overwegende, dat in dezen stand van zaken, in 't financieel belang der gemeente, het wenschelijk moet worden geacht, dat \aakbedoeld gebouw worde verkocht; Overwegende, dat, volgens 't bovenaangehaald wetsvoorschrift, aan dc gemeente behoorende openbare gebouwen niet mogen worden vervreemd dan nadat zij door den Raad verklaard zijn ter openbare dienst niet meer bestemd tc wezen Besluit: 'tAan de gemeente Leeuwarden in eigendom behoorend ge bouw, staande op de Wortelhaven aldaar, gekwoteerd wijk letter I nummer 37, in de schrifturen van 't kadaster bekend in die gemoente, sectie A nummer 550 wordt, bij deze, verklaard niet meer ter openbare dienst bestemd te wezen. Aldus enz. Behoort bij 't rappört en voorstel van B. en W. van Leeuwar den dd. 23 December 1868. De Secretaris van t Gemeente-bestuur van Leeuwarden De SWART. Aan den Raad der gemeente Leeuwarden. Mijne Ileeren In voldoening aan de van U ontvangen opdragt, gedaan bij de slotbepaling litt. der in Uwe zitting van den 26 November jongstleden vastgestelde verordening, regelende den werkkring onzer commissie, hebben wij de eer U, bij deze, ter vaststelling aan te bieden eenc Concept-verordening houdende algemeene be palingen voor het onderwijs aan de gemeentelijke gymnastiekschool alhier, vergezeld van eene memorie van toelichting. Leeuwarden, 19 December 1868. De Commissie voor de Gymnastiek W. J. v. W. RENGERS. Dr. P. H. ASM AN. G. T. N. SURINGAR. CONCEPT-VERORDENIN Grhoudende algemeene bepalingen voor het onderwijs aan de Gemeen telijke Gymnastiekschool. Art. 1. Het onderwijs aan de gemeentelijke inrigting voor de gymna stiek verdeelt zich in o. eigenlijk gezegde ligchaams-oefeningen b. oefeningen in den wapenhandel. Art. 2. Van wege de gemeente wordt gymnastisch onderwijs verstrekt a. als leervak n bedoeld bij artikel 1 der wet op het lager Bijvoegsel tot de Provinciale Fbiesche Courant. onderwijs, aan de leerlingen der school voor lager en meer uit gebreid lager onderwijs; der fransche dag- en kostschool der burgerschool voor meisjes en der tusschenschool le klasse b. als leervak l bedoeld bij artikel 13 der wet op het mid delbaar onderwijs, aan de leerlingen der burger-dagschool c. aan dc leerlingen van het stedelijk gymnasium d. krachtens de bij Raadsbesluit van 1 Augustus 1868 ge troffen overeenkomst met het Rijk, aan de leerlingen der Rijks hoogere burgerschool. Art. 3. Het algemeen bestuur van- en toezigt op deze inrigting in haar geheelen omvang is opgedragen aan de raadscommissie voor de gymnastiek, onverlet het bijzonder toezigt op het onderwijs, bij de wet op het lager en bij die op het middelbaar onderwijs opgedragen aan dc daarbij aangewezen autoriteiten, ieder voor zooveel aangaat de scholen ouder haar ressort, en voor zoo veel de leerlingen van het stedelijk gymnasium betreft, aan heeren curatoren van dat gymnasium. Art. 4. De hoofdonderwijzers of onderwijzeressen en de directeuren der in artikel 2 opgenoemde scholen, kunnen de lessen hunner leer lingen hijwonen. Ouders en voogden kunnen door de commissie tot de lessen hunner kinderen of pupillen worden toegelaten, mits hunne te genwoordigheid tot geene stoornis of belemmering van het onder wijs aanleiding geve. Art. 5. Klagten of aanmerkingen het gymnastisch onderwijs betreffende, worden door belanghebbenden schriftelijk ter kennis van de raads commissie gebragt. Art. 6. Het onderwijs wordt gegeven door een hoofdonderwijzer, bijge- gestaan door een hulponderwijzer, die, op voordragt van Burge meester cn Wethouders, hunne benoeming en aanstelling ontvan gen van den Raad. Art. 7. De onderwijzers staan onder het onmiddellijk toezigt vun de raadscommissie voor de gymnastiek en zijn gehouden de voor schriften dier commissie stiptelijk na te volgen. Zij ontvangen eene instructie waarnaar zij zich hebben te gedragen. Art. 8. Aan den hoofdonderwijzer, en bij diens afwezigheid aan den hulponderwijzer, is het handhaven der orde bij de gymnastiek lessen opgedragen. Hij regelt de oefeningen bij iedere les naar de geschiktheid en de ligchamelijke ontwikkeling der leerlingen. Art. 9. Geene oefeningen mogen plaats hebber., geene werktuigen ter hand genomen worden, dan met toestemming en onder de leiding der onderwijzers. Art. 10. De leerlingen zullen zich stiptelijk naar de bevelen der onder wijzers hebben te gedragen. Ongehoorzaamheid aan die bevelen of ernstig vergrijp tegen de orde kan worden gestraft met het wegzenden van de les bij herhaling kan den leerling het deel nemen aan de gymnastiek-lessen voor goed worden ontzegd. In het eerste geval geeft de onderwijzer, in het tweede de commissie schriftelijk kennis aan de ouders of voogden van de betrokken leerlingen. Art. 11. Ouders of voogden die hunne kinderen of pupillen aan het openbaar gymnastisch onderwijs verlangen te doen deelnemen, zullen hiervan kennis geven aan den onderwijzer of de onder- 28

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1868 | | pagina 52