102 GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Bijlage behoorende tot de zitting van Woensdag den 23 December 1868.
wijzeres, bij wien de kinderen ter school gaan.
Bij het bestaan van ligchaamsgcbreken, die bijzondere voor
zorgen vereischen of de toelating tot het onderwijs bedenkelijk
maken, geven zij daarvan tevens kennis.
De commissie is bevoegd alvorens een kind tot de oefeningen
wordt toegelaten, een geneeskundig attest te vorderen, waaruit
blijkt dat het kind zonder gevaar aan die oefeningen kan deel
nemen.
Art. 12.
De aanwijzing der leerlingen die gezamenlijk onderwijs zullen
genieten, geschiedt door de commissie voor de gymnastiek, in
overleg met de betrokken hoofdonderwijzers en leeraren, die ge
houden zullen zijn aan het einde van ieder kwartaal de nieuwe
zich aangemeld hebbende leerlingen en de namen van hen die
de school verlaten, schriftelijk ter kennis van die commissie te
brengen.
Art. 13.
De raadscommissie regelt het getal leerlingen dat te gelijk
onderwijs ontvangt even als de verdeeling der klassen.
Art. 14.
Ieder leerling geniet ten minste twee raaien in de week gym
nastisch onderwijs, telkens gedurende een uur.
De lesuren worden zoo veel mogelijk derwijze geregeld en ver
deeld, dat de leerlingen der openbare scholen geen ander leer
vak behoeven te verzuimen, om gymnastisch ouderwijs te ont
vangen.
Art. 15.
De raadscommissie is bevoegd om, wanneer eene der in art. 2
sub a, b en c genoemde gemeente-scholen te weinig leerlingen
oplevert voor ééne klasse of voor eene les, het ontbrekende ge
tal aan te vullen, of door leerlingen van eene der andere ge
noemde scholen, of door die lessen tegen betaling open te stel
len voor andere, niet ter school gaande kinderen van nagenoeg
gelijken leeftijd.
Art. 16.
Het lokaal en de werktuigen der gemeentelijke gymnastiek-
school kunnen, met goedvinden en onder toezigt van de raads
commissie, tot het geven van particuliere lessen worden gebezigd.
Voor deze lessen gedurende 2 uren 's weeks zal worden be
taald voor ieder leerling beneden 18 jaar ƒ1.00 en voor ieder
leerling boven de 18 jaar 1.50 per maand.
De opbrengst dier leergelden vervalt voor 2/3 aan den onder
wijzer.
Het gemeentelijk lokaal wordt alléén dan op voorschreven
wijze voor particuliere lessen opengesteld, wanneer het gezamen
lijk bedrag der leergelden van ééne particuliere les voor leer
lingen beneden 18 jaar minstens 20.00 's maands, en voor leer
lingen boven 18 jaar minstens ƒ30.00 's maands beloopt.
Art. 17.
De leerlingen in het laatste lid van artikel 15 bedoeld beta
len ƒ1.00 's maands, waarvan l/2 aan den hoofdonderwijzer en
i/i aan den hulponderwijzer wordt uitgekeerd.
Zij zijn wat het gymnastisch onderwijs betreft aan dezelfde
voorschriften onderworpenwelke voor hunne medeleerlingen
gelden.
Art. 18.
Aanzoeken tot het houden van particuliere lessen in het ge
meentelijk schoollokaal, geschieden onmiddellijk aan de raads
commissie, die behalve de bovengenoemde, bij iedere vergunning
zoodanige voorwaarden kan stellen, als zij noodig zal oordéelen.
Art. 19.
De Raadscommissie regelt den tijd der jaarlijksehe vacantie,
die 4 of 5 weken zal duren.
Art. 20.
De verordening regelende de zamcnstelling, inrigting en be
voegdheid van de plaatselijke schoolcommissie, die, houdende be
palingen omtrent -liet stedelijk gymnasium en die voor de plaatse-
elijke commissie van toezigt op de scholen voor middelbaar onderwijs,
worden, voor zooveel het toezigt op het gymnastisch onderwijs
betreft, vervangen door de bijzondere verordeningen omtrent dit
onderwijs door den Raad vastgesteld of nader vast te stellen.
MEMORIE VAN TOELICHTING.
De Raads-commissie voor de gymnastiek heeft zich terstond
na hare in functie treding beijverd om gevolg te geven aan de
bepaling, waarbij haar wordt opgedragen om binnen drie maanden
eene verordening, houdende algemeene bepalingen voor het on
derwijs aan de gemeentelijke gymnastiekschool, in te dienen.
Gedurende de weinige dagen toch sedert de opening der gym
nastiekschool verstreken, bleek der commissie herhaaldelijk dat
eene regeling van onderscheidene punten, dit onderwijs betref
fende, niet achterwege kon blijven, en, hoezeer aanvankelijk de
organisatie dezer inrigting tot geenerlei moeijelijkheden aanlei
ding gaf, wordt in het belang der zaak zelve dringend gevor
derd dat zoowel de commissie als de leeraren in hunne aanra
king met ouders, met leeraren van andere scholen en met de
leerlingen zeiven zich op een legaal en naauwkeurig omschreven
terrein kunnen bewegen, hoedanig op dit oogenblik geheel wordt
gemist.
De ontworpen verordening zal naar 't ons voorkomt althans in
den eersten tijd voor de regeling van 't gymnastisch onderwijs
voldoende wezen. De daarin behandelde punten betreffen hoofd
zakelijk de omschrijving der bevoegdheid van de verschillende
commission die door de eigenaardige inrigting van het gymnas
tisch onderwijs, het toezigt behooren uit te oefenen verder wordt
behandeld de bevoegdheid van den hoofdonderwijzer, terwijl ein
delijk eenige hoogst noodzakelijke bepalingen omtrent de thans
nog ongeregelde wijze van toelating der leerlingen en omtrent
het gebruik der gemeentelijke inrigting door particulieren, in de
verordening zijn opgenomen.
Eene toelichting van deze verschillende onderwerpen in het
bijzonder wordt onzes inziens niet vereischt, daar zij allen hoofd
zakelijk op wettelijke bepalingen of op vroegere Raadsbesluiten
berusten of ook uit den aard en het doel der inrigting zelve
voortvloeijen, met uitzondering, wel to verstaan, van de bepalingen
in de artikelen 15, 16, 17 en IS opgenomen en speciaal be
trekking hebbende op het privaat onderwijs in de gemeentelijke
inrigting.
Ook dit onderwerp oordeelden wij in deze algemeene verorde
ning niet onaangeroerd te mogen laten, want hoewel de Raad
hieromtrent tot nog toe geene bepaalde beslissing had genomen,
heeft toch de overtuiging dat het beschikbaarstellen der inrigting
voor particuliere lessen aan veler wenschen zoude voldoen, en
geene bezwaren voor het openbfar onderwijs zoude opleveren,
ons genoopt de vereischte voorstellen aan 's Raads oordcel tc
onderwerpen.
Twee zaken zijn hierbij op den voorgrond gesteld. Ten eersten
dat de gemeente bij het afstaan van het lokaal en der werktuigen
eene billijke vergoeding mogt bedingen en ten tweede dat het
gebruik eener gemeentelijke inrigting door particulieren niet ge
heel aan het gemeentelijk toezigt behoort te worden onttrokken.
Als minimum voor de vergoeding wegens het gebruik van het
lokaal enz. is aangenomen 6,60 per maand (8 a 9 lesuren)
voor leerlingen beneden 18 jaar en j 10 per maand voor oude
ren. In aanmerking nemende dat de gemeente voor de verlich
ting en de verwarming van het lokaal zal hebben te zorgen,
komt ons zoodanige vergoeding allezins billijk voor.
Tot verzekering van een behoorlijk toezigt op het gebruik van
lokaal en toestellen en ook ter voorkoming van mogelijke mis
bruiken worden dc bepalingen van art. 16 eerste alinea en art.
IS voorgesteld.
Eindelijk heeft men nog de bevoegdheid tot aanvulling van
weinig bezochte openbare lessen, zoowel in het belang der leer
lingen zclvtn als ter voldoening van verschillende aanzoeken welke
reeds ter onzer kennis kwamen, in deze verordening opgenomen.