Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1959 - ?ï^AGE_N0_3§«
BIJLAGE NO. 38.
Aan den Gemeenteraad.
Bij besluiten van Uwe Vergadering dd. 8 Mei 193U> nos.
157R/89 en 155R/9O werden aangegaan met het Algemeen Burger
lijk Pensioenfonds te 1s-Gravenhage resp, een annuïteits-
leening groot f.2.3OI.220,79 en een onderhandsche leening
groot f.355•61-1-5°57 tegen een rente van [pp s jaars, pari-
koers. Na de gewone aflossing op 2 Juli a.s. zullen van deze
leeningen nog resteeren resp. f.2 .221.793 *^-0 en f 277 1^-5 57
terwijl het rentepercentage krachtens Koninklijk besluit
dd. 28 April 1937 intusschen is teruggebracht tot lp.
In verband met den huidigen rentestand ter beleggingsmarkt
hebben wij ons gewend tot den Pensioenraad te 's-Gravenhage
met verzoek, medewerking te verleenen aan een renteverlaging
voor de restanten dezer leeningen. Blijkens zijn schrijven dd.
11 dezer, dat wij hierbij overleggen, is de geldgever bereid
met ingang van 2 Juli 1939 deze restanten te converteeren in
3g- leeningen tegen den parikoers. De nieuwe leeningen zul
len een looptijd hebben, overeenkomende met den nog resteeren-
den looptijd van de te converteeren leeningen. De gemeente
blijft bevoegd tot extra aflossing, met inachtneming van een
opzegtermijn van 3 maanden, evenwel gedurende de eerste vijf
jaren van den looptijd der nieuwe leeningen tegen betaling
van 1 over het extra af te lossen bedrag, Bovendien wenscht
de geldgever, voor zooveel de nieuwe annuïteitsleening betreft,
zich het recht voor te behouden het restant der leening op
2 Juli 1979 ineens op te eischen,
Deze aanbieding loopt 15 Maart 1939 §f* Het is dus wensche-
lijk, dat hieromtrent reeds in Uwe Vergadering van den 15en
dezer een besluit wordt genomen, temeer4 daar de restanten da^
thans nog loopende leeningen slechts voor 2 April 1939 Per
2 Juli a.s. kunnen worden opgezegd en dus niet tot Uwe Verga
dering van 5 April a.s. met het nemen van een besluit kan
worden gewacht.
Aangezien ons de voorstellen van den Pensioenraad aanneme
lijk voorkomen, geven wij U, onder mededeeling dat de Finan-
ciëele Commissie, spoedshalve mondeling, heeft verklaard zich
daarmede te kunnen vereenigen, in overweging te besluiten:
JU op 2 Juli 1939 be restanten ad f.2.221.793 *^0 en *277 *1^-1-5 57
van de annuïteitsleening en onderhandsche leening oorspronke
lijk groot resp. f ,2.301*220.79 en f* 355 o^l4-5 57 aangegaan met
het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds te s-Gravenhage krach
tens Raadsbesluiten dd, 8 Mei 193^j> nos. 157^/89 en 155^/90 en
goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Friesland bij hun
besluit van 9 Mei 193P-> no *95? ln hun geheel af te lossen;
II. met ingang van 2 Juli 1939 met het Algemeen Burgerlijk
Pensioenfonds te s-Gravenhage aan te gaan een annuiteits-
leening en een onderhandsche leening, groot resp.
f. 2.221.795.1j.0 en f .277 .lIt-5 '57 tegen een rente van 3-3
's jaats, parikoers, onder de voorwaarden vervat in het hier
bij overgelegde schrijven van den Pensioenraad te 's-Graven
hage dd. 11 Maart 1939? no .11.62/1^151 I>
III. ons College te machtigen om ter uitvoering van het sub II
beslotene met het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds, voornoemd,
de noodige overeenkomsten aan te gaan.
Leeuwarden, lip Maart 1939*
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.M. VAN BEIJMA, Burgemeester.
Verzonden lip Maart 1939E. SCHOTMAN Secretaris.