14
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1939. BijldQC 110. 110
der uitspraak en onder overlegging daarvan aan
vraag aan den Controleur voornoemd wordt gedaan;
b. indien een leerling door ziekte gedurende ten
minste 30 achtereenvolgende dagen in een leerjaar
de school niet heeft kunnen bezoeken, mits binnen
een maand na afloop van het leerjaar aan den Con
troleur der gemeentebelastingen daartoe het verzoek
wordt gedaan. Deze ontheffing bedraagt voor ieder
vol tijdvak van 30 dagen 1/1.i gedeelte van het voor
den betrokken leerling over een vol leerjaar ver
schuldigde schoolgeld.
Art. 14.
Voor de toepassing van de artikelen 297, 299 en 300
der Gemeentewet treedt ten aanzien van deze veror
dening in de plaats van den Raad, Burgemeester en
Wethouders of van den Burgemeester, de Controleur
der gemeentebelastingen of zijn plaatsvervanger.
Art. 15.
1. De hoofden der scholen leggen bij den aanvang
van het leerjaar een lijst aan van de leerlingen, die
alsdan tot de schoolbevolking behooren, ingericht
overeenkomstig het door den Controleur der gemeen
tebelastingen vast te stellen model.
2. In die lijst worden de in den loop van het leer
jaar plaats hebbende veranderingen in de schoolbe
volking dadelijk en nauwkeurig aangeteekend.
Art. 16.
1. Binnen 10 dagen na den aanvang van het leer
jaar wordt door de hoofden der scholen een door hen
voor deugdelijk verklaard afschrift van de in het
eerste lid van het vorig artikel bedoelde lijst aan den
Controleur der gemeentebelastingen gezonden.
2. Een uittreksel uit de lijst van het loopende leer
jaar, wat de veranderingen in de schoolbevolking
betreft, wordt vervolgens door hen voor den 5en van
iedere maand aan den Controleur der gemeentebelas
tingen ingediend.
3. Hebben in den loop eener maand geen verande
ringen plaats gehad, dan wordt het uittreksel ver
vangen door een negatief bericht.
Art. 17.
De Controleur der gemeentebelastingen maakt uit
de volgens het vorig artikel ontvangen opgaven zoo
spoedig mogelijk lijsten van aanslagen op en zendt
die, na vaststelling, a. wat het openbaar onderwijs
betreft aan den Gemeente-ontvanger ter invordering
van de daarin uitgetrokken bedragen; b. wat het
bijzonder onderwijs betreft aan het betrokken school
bestuur, tenzij dit vooraf den wensch heeft te kennen
gegeven, dat het innen door het gemeentebestuur zal
geschieden, in welk geval met deze lijsten wordt
gehandeld als met die onder a vermeld.
Art. 18.
Na ontvangst van een lijst van aanslagen zendt de
Gemeente-ontvanger binnen 14 dagen een gedagtee-
kend aanslagbiljet, waarvan het model door den
Controleur der gemeentebelastingen wordt vastge
steld, aan de daarop voorkomende schoolgeldplich-
tigen.
Art. 19.
1. De schoolgelden zijn invorderbaar in zooveel
termijnen als er na de maand, waarin een lijst aan
den Gemeente-ontvanger is toegezonden, nog maan
den van het leerjaar overblijven.
2. De eerste termijn vervalt den laatsten dag van
15
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1939. Bijlage no. 110.
de maand, volgende op die, waarin de toezending
heeft plaats gehad en zoo vervolgens den laatsten
dag van iedere opvolgende maand één termijn.
3. De schoolgelden, uitgetrokken op de lijsten, die
in de laatste maand van het leerjaar of later aan den
Gemeente-ontvanger worden toegezonden, zijn een
maand daarna ineens invorderbaar.
Art. 20.
Bij nalatigheid in het tijdig aanzuiveren van ver
vallen termijnen geschiedt de invordering der school
gelden overeenkomstig de voorschriften van de
artikelen 291 tot en met 294 der Gemeentewet.
Art. 21.
1. Deze verordening wordt geacht in werking te
zijn getreden op 1 September 1939.
2. Alsdan vervalt de verordening tot heffing van
schoolgeld voor het lager onderwijs (gemeenteblad
1939, no. 5), behalve voor zooveel betreft de aan het
leerjaar 1939/1940 voorafgaande leerjaren.