12.—
24
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1939. BijlaQC 110. 110
de toepassing van de verordening in de plaats treedt
van de gemengde hoofdsom.
Art. 5.
Voor hen, die op het tijdstip, bedoeld in art. 4,
gehuwd waren en bij den aanvang van het heffings
tijdvak van het schoolgeld niet meer gehuwd zijn,
wordt het schoolgeld geheven naar de gemengde
hoofdsom, welke vermoedelijk in aanmerking geno
men zou zijn, indien het huwelijk reeds op eerstbe
doeld tijdstip ontbonden zou zijn geweest.
Art. 6.
Waar in deze verordening gesproken wordt over
leerjaar, wordt daaronder verstaan het tijdvak van
16 September tot 1 Juni.
Art. 7.
Het schoolgeld bedraagt:
Gemengde hoofdsom
Verschuldigd bedrag
per leerling
en per jaar
vrij
4.50
6.30
8.10
9.70
11.30
12.90
14.60
16—
17.40
18.90
20.30
21.60
22.80
24.10
25.30
26.60
27.90
29.10
30.40
31.60
32.90
34.20
35.40
36.70
37.90
39.20
40.50
41.60
42.70
43.70
44.80
45.90
47—
48.10
49.10
50.20
51.30
52.30
53.40
54.50
55.60
56.70
57.60
58.50
59.40
60.30
61.20
62.10
beneden ƒ2-
2.—
4.—
6.
8.—
10.—
14.—
16-
18-I
20-
22.—
24.—
26.—
28.—
30.—
32.—
34.—
36.j
38.—
40—
42—
44—
46—
48—
50—
52—
54.
56.
58—
60—
62—
64—
66—
68.
70—
72-
74—i
76—
78.
80—
82—
84—
86—
88—
90—
92—
94—
96—
25
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1939. BijldgC 110» 110,
Verschuldigd bedrag
Gemengde hoofdsom
per leerling
en per jaar:
63—
63.90
64.80
104—
106—
108—
110—
112—
114—
116—
118—
120—
122—
124—
126—
128—
130—
132—
134—
136—
138—
140—
142—
144—
146—
148—
150—
152—
154—
156—
158—
160—
162—
164—
166—
168—
170—
172—
174—
176—
178—
180.en daarboven
65.70
66.60
67.50
68.40
69.30
70.20
71.10
72—
72.90
73.80
74.70
75.60
76.50
77. KI
78.30
79.20
80.10
81—
81.90
82.80
83.70
84.60
85.50
86.40
87.30
88.20
89.10
90—
90.90
91.80
92.70
93.60
94.50
95.40
96.30
97.20
98.10
99—
100—
Art. 8.
1. Indien meer dan één leerling uit hetzelfde
gezin gelijktijdig een gemeentelijke inrichting van
onderwijs bezoekt, wordt het schoolgeld voor den
tweeden leerling met twintig, den derden met veer
tig, den vierden met zestig en den vijfden met tachtig
ten honderd verminderd en is voor de volgende leer
lingen geen schoolgeld verschuldigd.
2. De volgorde der vermindering, in het eerste lid
bedoeld, geschiedt volgens den leeftijd der leerlingen,
met dien verstande, dat de oudste leerling als de
eerste wordt beschouwd.
3. Is het schoolgeld niet voor alle leerlingen ge
lijk, dan wordt de leerling, voor wien het hoogste
schoolgeld verschuldigd is, als de eerste beschouwd
en heeft de vermindering plaats in volgorde van de
hoegrootheid van het schoolgeld.
4. Overeenkomstige Rijks- en bijzondere inrichtin
gen worden te dezen met gemeentelijke gelijkgesteld,
indien de beheerders of besturen van die inrichtin
gen ten genoegen van Burgemeester en Wethouders
de verplichting hebben aanvaard om naar denzelfden
maatstaf als in dit artikel is vermeld, vermindering
toe te staan en bij die vermindering rekening te
houden met leerlingen in de gemeente schoolgaande
op andere Rijks-, gemeentelijke, of bijzondere inrich
tingen als bovenbedoeld.