26
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1939. BijldQC 110. 110
Art. 9.
Het schoolgeld wordt met de helft verhoogd, in
dien het wordt berekend naar de omstandigheden
van slechts één ouder, zoo deze hetzij van den
anderen ouder, hetzij ingevolge artikel 344a van het
Burgerlijk Wetboek een bijdrage ontvangt in de
kosten van onderhoud en opvoeding van den leer
ling, met dien verstande evenwel, dat het schoolgeld
niet stijgt boven het maximum, verschuldigd met
toepassing van het bepaalde in artikel 8.
Art. 10.
De sclioolgeldplichtigen zijn gehouden op aanvraag
van den Controleur der gemeentebelastingen binnen
20 dagen na dagteekening van het daartoe gedaan
verzoek, aan dezen ter inzage over te leggen hun
aanslagbiljet (of duplicaat daarvan) in eene inkom
stenbelasting of andere bescheiden, die kunnen dienen
voor de berekening van een schoolgeldaanslag. In
dien aan de aanvraag binnen dien tijd niet wordt
voldaan, kan de aanslag naar het hoogste schoolgeld
worden opgelegd.
Art. 11.
1. Het schoolgeld is verschuldigd voor de leerlin
gen, die bij den aanvang van het leerjaar tot de
schoolbevolking behoor en.
2. Voor hen, die in den loop van het leerjaar
worden toegelaten, wordt het schoolgeld per maand
berekend, waarbij gedeelten van kalendermaanden
voor geheele worden geteld en per maand het 1/„ ge
deelte van het over een vol jaar berekende schoolgeld
verschuldigd is.
Art. 12.
Indien blijkt, dat de tot grondslag gestrekt heb
bende gemengde hoofdsom bij navordering is ver
hoogd, dat een aanslag ten onrechte is achterwege
gebleven of door een beslissing van den Controleur
der gemeentebelastingen ten onrechte is verlaagd of
vernietigd, of dat een te lage aanslag is opgelegd,
wordt het te weinig geheven schoolgeld van den
schoolgeldplichtige of zijn erfgenamen of rechtver
krijgenden nagevorderd, zoolang niet sedert den
aanvang van het betrokken leerjaar drie jaren zijn
verstreken.
Art. 13.
1. Door den Controleur der gemeentebelastingen
wordt ontheffing of teruggaaf van schoolgeld ver
leend:
a. indien de tot grondslag gestrekt hebbende ge
mengde hooidsom blijkens onherroepelijk geworden
uitspraak op een ingediend bezwaarschrift is ver
laagd, mits binnen twee maanden na dagteekening
der uitspraak en onder overlegging daarvan aan
vraag aan den Controleur voornoemd wordt gedaan;
b. bij overlijden van den leerling;
c. wegens het verlaten der school door den leer
ling als gevolg van vertrek van dengene, die volgens
art. 2 schoolgeldplichtig is;
d. om andere redenen dan de onder b en c ge
noemde, vóór 1 Januari van het loopende leerjaar;
e. indien een leerling door ziekte gedurende ten
minste 30 achtereenvolgende dagen in een leerjaar
de school niet heeft kunnen bezoeken, mits binnen
een maand na afloop van het leerjaar aan den Con
troleur der gemeentebelastingen daartoe het verzoek
wordt gedaan.
2. De teruggaaf of ontheffing bedraagt:
a. in het geval sub b en c
zooveel negende gedeelten van het voor een geheel
leerjaar verschuldigde bedrag als er na den dag van
27
Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1939. BijlstJC 110. 110.
het overlijden of na den datum van het vertrek nog
volle maanden van het leerjaar overblijven;
b. in het geval sub d
7„ gedeelte van het voor een geheel leerjaar ver
schuldigde bedrag;
c. in het geval sub e
voor ieder vol tijdvak van 30 dagen 1/9 gedeelte van
het voor den betrokken leerling over een vol jaar ver
schuldigd schoolgeld.
Art. 14.
Voor de toepassing van de artikelen 297, 299 en 300
der Gemeentewet treedt ten aanzien van deze veror
dening in de plaats van den Eaad, Burgemeester en
wethouders of van den Burgemeester, de Controleur
der gemeentebelastingen of zijn plaatsvervanger.
Art. 15.
1. De directeur der school legt bij den aanvang
van het leerjaar een lijst aan van de leerlingen, die
alsdan tot de schoolbevolking belmoren, ingericht
overeenkomstig het door den Controleur der gemeen
tebelastingen vast te stellen model.
2. In die lijst worden de in den loop van het leer
jaar plaats hebbende veranderingen in de schoolbe
volking dadelijk en nauwkeurig aangeteekend.
Art. 16.
1. Binnen 10 dagen na den aanvang van het leer
jaar wordt door den directeur der school een door hem
voor deugdelijk verklaard afschrift van de in het
eerste lid van het vorig artikel bedoelde lijst aan den
Controleur der gemeentebelastingen gezonden.
2. Een uittreksel uit de lijst van het loopende leer
jaar, wat de veranderingen in de schoolbevolking
betreft, wordt vervolgens door hem vóór den 5en van
iedere maand aan den Controleur der gemeentebelas
tingen ingediend.
3. Hebben in den loop eener maand geen verande
ringen plaats gehad, dan wordt het uittreksel ver
vangen door een negatief bericht.
Art. 17.
De Controleur der gemeentebelastingen maakt uit
de volgens het vorig artikel ontvangen opgaven zoo
spoedig mogelijk ljjsten van aanslagen op en zendt
die, na vaststelling, aan den Gemeente-ontvanger ter
invordering van de daarin uitgetrokken bedragen.
Art. 18.
Na ontvangst van een lijst van aanslagen zendt de
Gemeente-ontvanger binnen 14 dagen een gedag'tee-
kend aanslagbiljet, waarvan het model door den
Controleur der gemeentebelastingen wordt vastge
steld, aan de daarop voorkomende sclioolgeldplich
tigen.
Art. 19.
1. De schoolgelden zijn invorderbaar in zooveel
termijnen als er na de maand, waarin een lijst aan
den Gemeente-ontvanger is toegezonden, nog" maan
den van het leerjaar overblijven.
2. De eerste termijn vervalt den laatsten dag van
de maand, volgende op die, waarin de toezending
heeft plaats gehad en zoo vervolgens den laatsten
dag van iedere opvolgende maand één termijn.
3. De schoolgelden, uitgetrokken op de lijsten, die
in de laatste maand van het leerjaar of later aan den
Gemeente-ontvanger worden toegezonden, zijn één
maand daarna ineens invorderbaar.