10
verlangt, en wat de kermis en andere, daarmede gelijk te
stellen, festiviteiten aangaat niet, omdat deze extra
werkzaamheden niet sporadisch voorkomen, maar zich periodiek
herhalen en wij het niet met de billijkheid tegenover het
betrokken personeel in overeenstemming zouden achten, wan
neer voor dit meerdere werk geen betaling zou geschieden.
Stelt men zich op het standpunt der Commissie, of Gedeputeer
de Staten, dan zou iedere overwerk-betaling achterwege ge
laten moeten worden. Wanneer echter de handhaving van de
openbare orde of meer personeel of werk buiten de diensturen
eischt en de gemeente het laatstgenoemde systeem heeft geko
zen, dan zal betaling van dat werk moeten plaats vinden.
Intusschen is gebleken, dat een bedrag van f. J00,- voor
belooning wegens overuren niet geheel benoodigd zal zijn.
Over 1939 za-l kunnen worden volstaan met f. 300.~waarom
een verlaging met f. J/00.- kan worden aangebracht (zie be-
grootingswijziging)
26lit Kosten van de brandweer f0 10»52i{..-»
De chauffeurs niet tot het politiepersoneel behoorend, ont
vangen, boven hun vaste jaarlijksche vergoeding van f75»",
een loon van f, 2.50 voor het eerste uur en f. 1 .50 voor elk
volgend uur. Dit loon is belangrijk hooger dan dat in vele
andere gemeenten, waar voor daguren fO.75 en voor nacht
uren f, 1.25 gegeven wordt. Op verlaging dringt de Commis
sie daarom aan.
Antw. Wij achten de belooning van de chauffeurs niet te hoog.
Eian vergelijking met andere gemeenten gaat mank, omdat
-naast vele andere gegevens- niet bekend is welk werk de
chauffeur daar moet verrichten. In deze gemeente moet hij
niet alleen dp. auto goed kunnen besturen, doch daarnaast
kunnen beschikken over de noodige technische kennis, óm de
spuit te bedienen. Dit kan slechts aan bekwame vaklieden
worden overgelaten, die bovendien daardoor geen regelmatig
werk hebben. Integendeel, zij moeten dikwijls bij nacht en
ontijd hun dienst verrichten.
Het vorenstaande hebben wij als onze meening reeds ter
kennis gebracht bij de behandeling van een ter zake be
trekkelijke opmerking over de gemeenterekening 1936.
291 Badinrichting
In 1938 heeft de Commissie opgemerkt, dat de exploitatie,
ongeacht rente en aflossing, geen verlies mag opleveren.
Daarom geeft zij, overeenkomstig het gevoelen van de min
derheid in Uw College, verpachting in overweging.
A&tw. Blijkens brief van Gedeputeerde Staten d.d. 17 Augus
tus 1938# no» 66, neemt de Commissie van Overleg in zake
de gemeentebegrootingen het standpunt in, dat een inrich
ting als deze, levert zij een nadeelig saldo op, dient te
worden gesloten. Wij hebben van onze tegenovergestelde
meening blijk gegeven bij schrijven van 5 November 1938,
no. 2695/1519.
Thans is genoemde commissie wellicht beïnvloed door een
opmerking in het sectierapport-begrooting 1939, waarbij
aan ons in overweging is gegeven tot verpachting over te
gaan. Ons College zag in meerderheid daarin geen heil,
welke meening Uw Raad deelde, toen hij een ter zake betrek
kelijk voorstel verwierp»
Het heeft daarom weinig zin nogmaals een beslissing uit te
lokken en wij zouden hiermede kunnen volstaan. Toch kunnen
wij niet nalaten op te merken, dat, indien bij zaken als deze
niet uitsluitend wordt gelet op de direct aanwijsbare fi-
nancieele gevolgen, doch tevens in oogenschouw worden geno
men de belangen, welke met de exploitatie van een inrichting,
als de onderhavige, worden gediend en welker behartiging zon
der eenigen twijfel voordeel voor de gemeenschap meebrengt,
"erkend"
f. 56.902.-
5.937.-
tt
ti
5.000.-
11
erkend moet worden, dat de overheid hierop mag toeleggen. Ver
schil van meening kan er bestaan over de hoegrootheid van het
te besteden bedrag, doch wij zijn van oordeel, dat dit mag uit
gaan boven de som van rente en aflossing van het geïnvesteerde
kapitaal.
Het is in verband met het vorenstaande duidelijk, dat van ons
een voorstel tot het nemen van een beslissing, als door de ^Cbrn-
missie gewenscht, niet is te verwachten.
515 .Onderhoud straten en pleinen
51I4.. Onderhoud wegen en voetpaden
557» Bijdrage aan kapitaaldienst vooyVerbetering
Wilhelminaplein 1/10 van f. 50.000.-
f. 65.859.-
Volgens den brief van den Minister van Binnenlandsche Zaken d.d.
20 Maart j.l., no. 7157, afdeeling B.B. aan Uw College, moet, behoudens
bijzondere omstandigheden, met rond f60.000.- voor onderhoud van stra
ten en wegen worden volstaan. Ter beantwoording van de vraag, of bij be
perking van het door U geraamde bedrag verwaarloozing zal optreden, is
aan de hand van het plan van ait te voeren onderhoudswerken een onder
zoek ter plaatse ingesteld. De uitkomsten van dit onderzoek zijn neerge
legd in bijgevoegd schrijven van den Hoofdingenieur van den Provincialen
Waterstaat d.d. 5 Maart 1939 met bijlage, welke stukken wij na kennisne
ming gaarne terug ontvangen.
In het plan van uit te voeren stratenonderhoud komt de dienst "Ge»
meentewerken" op een totaal van f. 60.081 .21
Hierbij komt: wegen en voetpaden 5*937
1/10 Wilhelminaplein ^,000,-
f. 69.Ol8.2i
8.992.07
Samen
Volgens het advies van den Hoofdingenieur van
den Provincialen Waterstaat kan voer
van het plan stratenonderhoud worden afgevoerd,
zoodat in totaal resteert f. 6O.O26.ll4.
Het Kon. vernietigingsbesluit van J0 Augustus 1938, Stbl. no. 2558,
stelt voorop, dat de verbetering van het Wilhelminaplein betreft uitge
steld normaal onderhoud, dat niet ten laste van den kapitaaldienst mag
komen; anderzijds noopt toch daartoe de bovengestelde limiet voor stra
tenonderhoud. De besparing van f» 5«815»~ (verschil tusschen f. 65.859»-
en f. 60.026.-), welke deze limiet noodig maakt op het totaal der posten
volgnos513, 31^ en 337, kan dus niet ook voor een deel op laatstge
noemd volgno. worden gevonden. De afschrijving van de verbeteringskosten
van het Wilhelminaplein in 10-jaar jis reeds 'te lang.
De genoemde besparing moet dus op het bedrag der beide andere posten
worden verkregen en practisch komt dit dan vanzelfsprekend neer op voor
al of uitsluitend den eerstgenoemden post. Gelet op den volgens den
Hoofdingenieur niet ongunstigen onderhoudstoestand der straten mag worden
aangenomen, dat vermindering van den post volgno. 513 althans van de
zen met .p.ost vplgno. 51^- "te zamen met een bedrag van rond f. 5*800.- mo
gelijk zal blijken en vports, dat eenig overschot aan het einde des jaars
op eerstgenoemden post niet uitgesloten is, hetwelk aMan behoort te wor
den aangewend tot versnelde dekking der verbeteringskosten van het Wil
helminaplein, omdat deze dekking thans feitelijk over een te groot aantal
jaren moet worden verschoven.
Antw. Aan de gestelde limiet van f. 60D00.- voor de tatale raming
de volgnos. 513, 31V en 337 Is niet te ontkomen. Zonder te willen erken
nen, dat dit bedrag voor de jaarlijksche behoeften voldoende is, leggen
wij ons daarbij noodgedwongen neer.
Omdat de goedkeuring, van de begrooting ook voor dit jaar niet zoo tij
dig is afgekomen, dat met de verbetering van het Wilhelminaplein een aan
vang kon worden gemaakt, en het nu nog aankomende jaargedeelte niet ge
schikt is voor een werk als het onderhavige, lijkt het ons beter het ge
raamde bedrag ad f. 30.000*~ over te brengen naar den dienst-1 940. Daar
toe doen wij U het voorstel.
Als gevolg daarvan kan de bijdrage ad f0 5^00.- van den gewonen dienst
aan den kapitaaldienst vervallen (zie begrootingswijziging)
Door bovendien de raming op volgno. 5^3 te verlagen met f» 2815»-(zie
begrootingswijziging)is aan de gestelde limiet voldaan.
"518"