Bijlage tot het verslag der ha ndelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden, 1939. BIJLAGE 110.152.
regeling onnoodig,daar de nieuwe regeling naar haar opvatting
geen verband houdt met den werktijd,doch bedoeld is als compen
satie voor den arbeid oo feestdagen.
Wij hebben hierin geen aanleiding gevonden ons standpunt te
herzien en blijven van meening,dat een overgangstijd van een
jaar voldoende is^igedurende welken tijd dan naar onze meening
zoowel de arbeidstijd als de verlofsregeling van kracht moet
blijven0 Een overgangsbepaling in dien zin is dan ook aan het
ontwerp toegevoegd (art.118).
Uitkeering bij ziekte.
Het wordt billijk geacht de ambtenaren,die op 31 December
1939 wegens ziekte of ongeval verhinderd zijn dieni te verrich
ten of die binnen dertig dagen na dezen datum komen te verkeeren
in het geval,bedoeld in artikel 44 van het Ambtenaren-
reglement (voortzetting van dezelfde ziekte),in het genot te
laten van de besta^ande aanspraken op ziektegeld. Artikel 119
van het ontwerp voorziet hierin.
Scheidsgerecht.
Het ontwerp bevat in Hoofdstuk IX verschillende bepalingen
omtrent een scheidsgerechtwelke eenigszins afwijken van de
thans bestaande regeling. Het ligt in ons voornemen dit
onderwerp in een afzonderlijk reglement te regelen en U dien
aangaande nadere voorstellen te doen. In afwachting hiervan
dienen de geldende bepalingen van kracht te blijven,waartoe een
overgangsbepaling is opgenomen (artikel 120).
De Commissie voor Georganiseerd Overleg geeft voorts in over
weging eenige bepalingen van het Ambtenarenreglement betreffende
de regeling van de bezoldigingen,welke bij invoering van het
nieuwe reglement zouden vervallen, op te nemen in de Salarisver-
ordening. Hiertegen bestaat onzerzijds geen bezwaar,zoodat wij
een daartoe strekkende wijziging van de Salarisverordening
hebben ontworpen.
Onder overlegging der stukken geven wij U in overweging over
te gaan tot vaststelling van het hierbij gevoegde Algemeen
AmbtenarenregDanent en van de in ontwerp hierachter afgedrukte
verordening.
Leeuwarden, 7 December 1939.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.M.VAN BEIJMA Burgemeester.
E=SCHOTMAN Secretaris.
Biilase tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden. 1939BIJLAGE NO. 152.
OUTWERP
VERORDENING tot wijziging van de verordening
tot regeling van de bezoldiging en verdere
inkomsten der ambtenaren in dienst der
gemeente Leeuwarden Salarisverordening)
(Gemeentelblad 1936 nos.15 en 31 >1937 nos.
1"en 29 en 1939 nos.17 en 23).
Artikel I.
Aan artikel 23 van bovengenoemde verordening worden toegevoegd
zeven nieuwe leden, luidende als volgt
"Bij aanstelling of bevordering in rang wordt het minimum der
aan den rang verbonden bezoldiging toegekend. In bijzondere
gevallen kan daarvan worden afgeweken.
Bevordering tot hoogeren rang heeft steeds verhooging van be
zoldiging tengevolge-, is het minimum der bezoldiging van den
nieuwen rang gelijk aan of minder dan de door den bevorderde
in zijn vorigen rang genoten bezoldiging,zoo wordt reeds dade
lijk een periodieke verhooging toegekendtotdat aan de bepaling,
in den aanvang van dit artikel gesteld, is voldaan.
De regeling der bezoldiging van tijdelijk aangesteld personeel
geschiedt door Burgemeester en Wethoudersmet dien verstandedat
bij de aanstelling geen lagere bezoldiging mag worden toegekend
dan het minimum van de aan den betrekkelijken rang verbonden
jaarwedde
Indien de tijdelijke dienst langer dan een jaarduurt of onmid
dellijk wordt gevolgd door een vaste aanstelling in denzelfden
rang,wordt voor de berekening van het aantal toe te kennen perio
dieke verhoogingen de in tijdelijken dienst boven den leeftijd
van 20 jaar doorgebrachte tijd in rekening gebracht.
Dienstjaren,ook tijdelijke, elders in een naar het oordeel van
Burgemeester en Wethouders zelfde betrekking doorgebracht^tellen,
indien zij onmiddellijk wprden gevolgd door de aanstelling,bij
het toekennen ven pericöjeke verhoogingen mede.
De verhooging van jaarwedde gaat in met den eersten dag van
de maand volgende op den volbrachten eenjarigen diensttijd,tenzij
de diensttijd op den eersten dag der maand volbracht zij; in
dat geval gaat zij op dien datum in.
De tijd,gedurende welken krachtens wettelijk voorschrift
verlof wordt genoten ter vervulling van militairen dienstplicht,
komt in aanmerking als diensttijdgeldig voor de toekenning van
de periodieke verhoogingen,welke zijn of zullen worden verbonden
aan de uitoefening van het beroep van den ambtenaar.".
Art.II.
Na artikel 24 worden ingevoegd drie nieuwe artikelen,luidende
als volgt
"Art25
Indien bij de uitvoering van eenig werk buiten de gewone
plaste van den arbeid de afstand tuss^rhen dit werk en de woning
van den ambtenaar,volgens het oordeel van het betrokken hoofd
van den tak van dienst, te groot is, zal,tenzij een andere rege
ling wordt getroffen, de middagrusttijd ten behoeve van het
gaan naar en het komen van het werk evenredig verlengd worden en
die verlenging door de gemeente als werktijd worden betaald.
Art26
Stukwerk kan,al of niet met premie voor goed werk, aan ambte
naren op weekloon gegeven worden,wanneer het hoofd van den be
trokken tak van dienst dit in het belang van het werk acht.Voor
dit stukwerk worden geen lagere loonen uitgekeerd dan de ambtenaren
onder gewone omstandigheden zouden ontvangen.
De nadere regeling van het stukwerk wordt,zoo noodig,door Bur
gemeester en Wethoudersgehoord de Commissie voor Georganiseerd
Overleg, vastgesteld.