1941. XIII, 5, 7; XIV. 558—566. UITGAVEN. 5. Reinigingsbedrijf. 558 Uitkeering aan het bedrijf wegens: 215.508,88 a. nadeelig saldo 215.508,8 Het verlies van het bedrijf is overeenkomstig de bedrijfsbegrooting geraamd. 7. Bank van leening. De Stads Bank van Leening is opgeheven bij raadsbesluit van 25 Juni 1935, goed gekeurd door Gedeputeerde Staten van Friesland den 31sten Juli d.a.v., no. 136. Na voorloopige vaststelling van de balans op 31 December 1936 en de verlies- en winstrekening over 1936 bij raadsbesluit d.d. 9 Juni 1937, is de liquidatie geheel beëindigd. HOOFDSTUK XIV. Kasvoorzieningen. 565 Voorschotten ten behoeve van het Rijk100, a. reiskosten aan dienstplichtigen b. kosten ter zake onteigening ter bestrijding van besmettelijke ziekten onder de menschen- c. wegens betalingen van allerlei aard- 100, 100,- Voor verschotten ten behoeve van het Rijk wordt geraamd 100,welk bedrag terug ontvangen wordt onder volgno. 190. 566 Voorschotten aan ambtenaren der gemeente en instellingenteneinde daaruit voorloopig kleine betalingen ten behoeve der gemeente te doen2.875, Deze post wordt gespecificeerd als volgt: a. aan ambtenaren ter secretarie: den hoofdcommies, chef afd. Financiën 450, den commies, chef afd. Bevolking en Militaire zaken- 125, den commies aan de afd. Expeditie- 500, 1.075,- b. aan den commissaris van politie- 200, c. aan den gemeenteontvanger- 300, d. aan den onder-commandant van de brandweer voor betaling van beloo ningen bij oefeningen en brand- 500, e. aan de Nederlandsche Heide-Maatschappij voor het doen van betalingen voor werkverschaffingen memorie aan het hoofd van den luchtbeschermingsdienst- 300, g. aan den leider van den distributiekring Leeuwarden - 500, Totaal2.875,— Deze post staat in ontvang en uitgaaf gelijk. Zie volgno. 191. 104 XIV, XV. 567—572. 1941. UITGAVEN. 567 Rente en provisie van tijdelijk ter voorziening in de behoefte aan kasgeld opgenomen geldenf 10.000, Voor 1941 geraamd op 10.000, Behalve een klein bedrag aan rente, wegens verrekening van vorderingen en schulden met het Rijk, verschuldigd aan de Bank voor Nederlandsche Gemeenten, is deze post bestemd tot dekking van het eventueel nadeelige saldo wegens rente der centrale kas overeenkomstig artikel 7, lid 3, van de verordening betreffende het centraal kasbeheer der gemeente Leeuwarden (Gemeenteblad 1925/12). In verband met den steeds wisselenden rentestand is deze post moeilijk te ramen. Vol staan wordt met de raming van een bedrag gelijk aan dat, op de begrooting voor den dienst 1940 uitgetrokken. HOOFDSTUK XV. Overige inkomsten en uitgaven. 570 Subsidie aan de vereeniging Kinderbewaarplaats1.000, Voor 1941 wordt wederom een subsidie van 1.000,voorgesteld. 571 Uitkeering aan zes predikanten der Nederlandsch Hervormde Gemeente6.600, Bij raadsbesluit d.d. 12 Juni 1923 is bepaald, dat met 1 Januari 1923 deze uitkeering wederom uit de gemeentekas moet worden voldaan en niet meer op de exploitatie-rekening van het gemeentelijk grondbedrijf moet drukken. Ter nadere toelichting nog het volgende: De predikanten werden eertijds bezoldigd uit de opkomsten der pastorie-goederen ingevolge het placaat van 31 Maart 1580. Niettegenstaande de Staatsregeling van 1798 en het Koninklijk decreet van 2 Augustus 1808, waarbij de overbrenging van dergelijke goederen aan de openbare schatkist werd bevolen, heeft het Stedelijk bestuur van Leeuwarden alle pogingen tot storting daarvan in 's Lands schatkist weten te verijdelen. In de jaren 1814 en 1815 is daarover nog gecorrespondeerd tusschen het Stedelijk bestuur en den Gouverneur der provincie, doch deze briefwisseling heeft geen ander gevolg gehad, dan dat de stad in het beheer is gelaten om uit de opkomsten mede te voorzien in de betaling van de tractementen der Nederduitsch Hervormde predikanten (zes in getal; tractement ƒ1.100,Daar deze fondsen echter tengevolge van de decreten van 6 October 1796 en 10 Januari 1797 betreffende de corpora-goederen zeer hadden geleden, werden de predi- kants-tractementen sedert mede betaald uit de kerkegoederen. Volgens decreet van het vertegenwoordigend lichaam des Bataafschen Volks van 12 Februari 1799 en de resolutie van den raad der stad Leeuwarden van 4 November 1800, werden deze kerkegoederen aan de kerkgenootschappen van allerlei richting afgestaan. Bij contract van den 15 Dec. 1800 kwamen deze kerkgenootschappen echter met de Stedelijke Overheid overeen, dat het genot der opkomsten van de kerkegoederen eerst dan aan de kerkgenootschappen zou komen, wanneer de stad de predikants-tractementen der Nederlandsche Hervormde kerk niet meer zou behoeven te betalen. 572 Bijdrage aan Hoofdstuk XV van den kapitaaldienst2.000, Bij raadsbesluiten van 28 Maart 1938, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Friesland d.d. 13 April 1938, no. 159, is de rente van een zestal onderhandsche geld- leeningen verlaagd van 4 tot 31/a Aangezien deze renteverlaging plaats vond binnen de eerste 5 jaren van den looptijd, was in totaal wegens boete verschuldigd 12.775,25. Dit bedrag wordt gedekt door ƒ775,25 te brengen ten laste van den dienst 1938 en ten laste van de jaren 1939 tot en met 1944 telkens 2000,Deze regeling is goedgevonden door Gedeputeerde Staten van Friesland bij hun bovenvermelde besluit. 105

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1941 | | pagina 118