*T Bijlage tot het verslag der handelingen van den gemeenteraad -van Leeuwarden, 1941 BIJLAGE No. 5 ,- niet bevredigend gewerkt. Het heeft bijvoorbeeld het nadeel, dat, juist omdat een voorafgaande vergunning niet vereischt wordt, de betrokkene na de gelaste verwijdering opnieuw een ontsierende reclame kan aanbrengen en dezelfde procedu re herhaald zou moeten worden. Met de Schoonheidscommissie en het College van Burgemeester en Wethouders zijn wij dan ook van oordeel, dat het invoeren van een vergunningsstel sel, gelijk in vele andere gemeenten bestaat, de voorkeur verdient boven- het behouden van de thans geldende bepaling van art. 64ter. Bij artikel 109 wordt aan de gebruikers van de perceelen, waaraan zich bij het in werking treden der nieuwe bouwver ordening reeds reclameteekens zonder vergunning bevinden, nog gedurende twee jaren de gelegenheid gegeven om daarvoor vergunning aan te vragen. Hierdoor is een geleidelijke over gang naar den nieuwen toestand mogelijk. Wij meenen met deze opmerkingen hier te mogen volstaan. Be toelichting, behoorende bij het oorspronkelijke concept der nieuwe bouwverordening, hebben wij mede bij de stukken gevoegd; ook al is die toelichting wegens de later in het concept aangebrachte wijzigingen niet op alle punten meer toepasselijk, toch geeft zij omtrent vele bepalingen'een nadere motiveering, welker raadpleging met name b.ij een vergelijking met de oude verordening haar waarde en gemak kan hebben. Zooals gezegd, is de Commissie voor de Openbare Werken over de ontworpen verordening gehoord. Haar desbetreffend advies d.d. 27 Eebruari 1939 wordt eveneens hierbij overge legd. Met hare opmerkingen is, waar zulks Burgemeester en Wethouders en onze Commissie raadzaam en noodig voorkwam, rekening gehouden. Het denkbeeld der Commissie, om bepalingen te maken tot het tegengaan van de ontsiering van woningen, speciaal wan neer die in blokken zijn gebouwd, als gevolg van het verven 'in verschillende kleuren, is in de ontwerp-verordening ech ter niet overgenomen. Na overweging daarvan is gebleken, dat een daartoe strekkend voorschrift zoowel in de formuleering, als, niet het minst, in de praktijk groote moeilijkheden zou opleveren. Bovendien worde er aan herinnerd, dat Uw laad zich in zijn vergadering van 1 September 1937 tegen een bepa ling van gelijke strekking heeft uitgesproken (Zie handelin gen 1937, blz117). Op grond van het vorenstaande geven wij Uwe Vergadering in overweging tot vaststelling van de in ontwerp hiernevens gaande verordening over te gaan. Leeuwarden, 10 Januari 1941. Be Commissie voor de Strafverordeningen, J.M. VAN BEIJMA, Voorzitter. Verzonden 21 Januari 1941. Bijlage tot het verslag deelhandelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1941. -BIJLAGE NO. 6. BIJLAGE NO. 6. Aan den Gemeenteraad. Bij Uw besluit van 20 November j.l. is overeenkom stig ons in bijlage no. 112 opgenomen voorstel besloten aan het Bestuur der Nederlandsch Hervormde Schoolvereeni- ging, alhier, gelden uit de gemeentekas te verstrekten voor het veranderen van den ketel der oentrale verwarming in zijne school aan de Bruifstreek en voor het aanbrengen van een kolenbergplaats aldaar. Beze voorzieningen waren noodig, omdat ten gevolge van de onmogelijkheid om met huisbrandolie te stoken, de kachel moest worden veranderd voor het stoken met vaste brandstof, waardoor tevens een kolenbergplaats diende te worden aangebracht. Intusschen is verschenen het besluit van den Secretaris- Generaal van het Bepartement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen d.d. 19 November 1940 betreffende het stop zetten van den scholenbouw. Volgens dit besluit worden tot 1 Januari 1942 door de gemeenten geen besluiten genomen tot het doen van uitgaven voor stichting van nieuwe of uitbrei ding, verbouw of verandering van inrichting van bestaande schoolgebouwen voor gewoon of uitgebreid lager onderwijs, tenzij in bijzondere gevallen, ter beoordeeling van den Se cretaris-Generaal. Bit besluit is op den dag zijner afkon diging, t.w. 20 November 1940, in werking getreden en inge volge artikel 7 daarvan vervallen de vóór of op dien datum genomen hesluiten tot het doen van bovenbedoelde uitgaven. Hiermede is derhalve ook Uw aangehaald besluit van 20 No vember j.l. komen te vervallen. Be Secretaris-Generaal van het Bepartement van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming heeft thans, blijkens zijn hierbij overgelegde beschikking van 8 Januari 1.1., op ver zoek van het betrokken Schoolbestuur, verklaard, dat hier een bijzonder geval, als bovenbedoeld, aanwezig is. In verband hiermede geven wij U andermaal in overweging te besluiten: aan het Bestuur der Nederlandsch Hervormde Schoolvereeni ging, alhier, gelden uit de gemeentekas te verstrekken voor het veranderen van den ketel der centrale verwarming in zij ne school aan de Bruifstreek no. 72 en voor het aanbrengen van een kolenbergplaats aldaar. Leeuwarden, 16 Januari 1941. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J. 1. VAN BEIJMA Burgemeester. E. SCHOTMAN Secretaris. Verzonden 21 Januari 1941.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1941 | | pagina 209