Uo
Bijlage tot het verslag der handelingen van den Gemeenteraad
van Leeuwarden, 19l+l° BIJLAGE NO, 21,
Op grond van het bovenstaande geven wij Uwe Vergade
ring andermaal in overweging over te gaan tot vaststelling
van de in bijlage no,5 tct s Raada Handelingen van 19I+I als
ontwerp opgenomen bouwverordening, zulks met inachtneming
van de navolgende, door ons in het ontwerp alsnog aangebrach
te, wijzigingen:
10, in het tweede lid van artikel 7 wordt in plaats van
"licht" gelezen: "ligt";
2°, in artikel li), vervalt de zinsnede "1, Het is verboden:",
waar die het eerst staat afgedrukt;.
5°, in het tweede lid van artikel 18 wordt in plaats van
"mesage- gelezen: "menage-";
l+°. in het derde lid van artikel 55 wordt in plaats van "is
den dag vas" gelezen: "in den dag van";
5°. in artikel I1.5 wordt onder b achter *het woord "pakhuizen"
ingevoegd: boerderijen en veestallingen";
6°, in het tweede lid van artikel ^?0 wordt in plaats van
"vereisch" gelezen: "vereischt<!
7°, in het achtste lid van artikel 57 en in het derde lid van
artikel 67 wórdt in plaats van "andere gebouwen dan wo
ningen" telkens gelezen:"gebouwen, als bedoeld in artikel
I4.5, onder b";
8°. het tweede en het derde lid van artikel 62 worden gelezen
als volgt:
"2, Spoelinrichtingen moeten op-de waterleiding zijn aan
gesloten,
5, De inrichting van een spoelsysteem moet zijn ten ge-,
noegen van Burgemeester en Wethouders,";
9 in het eerste lid van artikel 80 wordt onder c gelezen:
"het aanvangen vah de heiwerken;" en worden de aanduidings-
letters g ,d,ef en g gewijzigd in respectieveli jk d,e,fg
en h.
Leeuwarden, 1 Maart I9I+I»
De Commissie voor de Strafverordeningen,
J.M-. VAN BEIJMA Voorzitter,
Verzonden 1+ Maart 191+1»
Bijlage tot het verslag der handelingen van den Gemeenteraad
van Leeuwarden, 191+1» BIJLAGE NO. 22,
BIJLAGE NO. 22.
Aan den Gemeenteraad»
Bij zijn hierbij overgelegden brief dd. 28/29 Januari
I9I4.I, no.15, 2e afdeeling P, deelt het College van Gedeputeer
de Staten van Friesland ons mede, dat de Commissie van Overleg
in zake de gemeentebegrootingen heeft geadviseerd tot toeken
ning van een bijzondere bijdrage uit 's Rijks kas van f.100.000.-
tot dekking van 'het 'geraamde tekort op den dienst I9I+O.
Het bedoelde "tekort is op de primitieve begrooting op
f,206.o61+.- geraamd. Door de in den loop van het dienstjaar
vastgestelde begrootingswijzigingen is het bedrag, geraamd we
gens "onvoorziene uitgaven", tot ruim f,77.000.- verhoogd kunnen
worden. Het subsidie over 19I+O aan de gemeentelijke Instelling
voor Maatschappelijk Hulpbetoon zal belangrijk beneden het ge
raamde bedrag ad f.511.982.56 blijven, hetgeen toegeschreven
moet worden aan de sedert de vaststelling-van-de begrooting ge
wijzigde omstandigheden, welke een aanmerkelijk geringere uit
gaaf wegens onderstand aan armlastigen tot gevolg hebben gehad.
In verband hiermede en omdat wij overigens geen redenen hebben
om het tegendeel aan te nemen, komt hot ons voor, dat het voor-
gestolde bedrag van f,100.00©.- voor dekking van het tekort o-
ver 191+0 voldoende zal zijn.
In hun bovongenoomdon brief deelen Gedeputeerde Staten ver
der mode, dat uit de toekenning van de bijzondere bijdrago over
191+0 niet mag worden afgeleid, dat naar de meening van de Com
missie berust kan worden in het achterwege laten van verschil
lende bezuinigingsmaatregelen, welke destijds noodzakelijk zijn
geacht. De Commissie heeft hierbij meer in het bijzonder op het
oog de in 1939 gemaakte opmerkingen, waaromtrent Uw Raad zich
het laatst in zijn vergadering van 18 October jl, heeft uitge
sproken, en welke in het kort samengevat betreffen: vergoeding
overwerk politie, belooning chauffeurs bij de brandweer, ver
pachting badinrichting, vrijdom personeels belasting brugwach
ters e.a», belooning schatter straatbelasting en schatters ver
gunningsrecht.
Omdat, zooals Gedeputeerde Staten ons berichten, het der
Commissie juister wil voorkomen deze desiderata bij de behande
ling van de begrooting voor I9I+I opnieuw aan de orde te stellen,
meenen wij,'dat de dan te maken opmerkingen moeten worden afge
wacht.
Voor het overige wórden opmerkingen gemaakt, ten aanzien
waarvan reeds thans een antwoord of een beslissing wordt tege
moet gezien. In een bij dezen Raadsbrief gevoegde bijlage heb
ben wij deze opmerkingen overgenomen en voorzien van een antwoord
waardoor het'Uwe Vergadering mogelijk wordt gemaakt een besluit
te nemen, al of niet in den zin, zooals de Commissie dat wensoht
..In deze bijlage hebben wij tevens een plaats ingeruimd voor de
kwestie van de belooning van den schatter voor de straatbelas-
ting, welke - hoewel mede behoorende tot de desiderata, die bij
de behandeling van de begrooting 19I+I aan de orde zullen worden
gesteld - thans moet worden opgelost, omdat over I9I+0 voor de
bewezen diensten nog geen betaling heeft plaats gehad en de be
trekkelijke opmerking moet worden beschouwd als te zijn een ant
woord op onze aan Gedeputeerde Staten gestelde vraag, of de be-'
looning voor I9I+O gehandhaafd kan blijven op het tot dusver gel
dende bedrag.
Voorts vestigen wij er Uw aandacht op, dat Gedeputeerde Sta
ten ons bij besluit van IO/17 Juli 191+0, no.130, 2e afdeeling F,
er van in kennis hebben gesteld, dat de Commissie zich heeft
kunnen vereenigen met het op de primitieve begrooting voor I9I+O
uitgetrokken bedrag van f,1|.32->C00.- wegens werkloosheidsuitgaven
"Op"