2.
Bijlage tot het verslag der handelingen van den Gemeenteraad
van Leeuwarden, 19l4l. BIJLAGE NO. 22.
Op l8 October d.a.v. echter is ons medegedeeld, dat de Commis
sie haar oordeel heeft gewijzigd in zooverre, dat zij een be
drag van f„325,000.- voldoende aoht, welk bedrag naar hare
meening is 'te splitsen als volgt:
werkverschaffing f. 78.000.-,
steunverlee-ning f 2)47.000.'-.
Wij hebben niet onmiddellijk ons oordeel kenbaar gemaakt,
doch in verband mei; de bijzondere tijdsomstandigheden er de
voorkeur aan gegeven een afwachtende houding aan te nemen tot
het tijdstip,, waarop de resultaten van den dienst in dit op
zicht nagenoeg bék end zouden zijn. Deze hebben ons tot de over
tuiging gebracht, dat een raming van f.255»000.- voldoende is,
nl. f.5O0OOO.- voorwerkverschaffingsloonen, f,200.000.- voor
steunuïtkeoringen en f,5.000.- voor steunvervangende uitkeerin-
gen ingevolge wachtgeldregelingen ten behoeve van het personeel
bij particuliere bedrijven.
De uitgaafposten kunnen dientengevolge met in totaal
f.177.000.- in naming verlaagd worden, waar tegenover staat,
dat de raming van de gewone bijdrage uit het Werkloosheidssub-
sidiefonds met f.172.lj.01.- verminderd moet worden, zoodat de
begrootingspositie van de gemeente met slechts f.L|-.599«- verbe
terd wordt.
Ten slotte brengen wij onder Uwe aandacht, dat de Secretaris-
Generaal van het Departement van Binnenlandsche Zaken ons in
overleg met zijn ambtgenooten van Sociale Zaken en van Financiën
bij schrijven van 31 Januari jl«, no.I1.lJ42 afd.B.B., heeft mede
gedeeld, dat is besloten aan deze gemeentë over 1939 goen bij
zonderen steun toe te kennen. De motiveering van deze beslissing
steunt op de omstandigheden, dat. de genoemde functionarissen
geenszins de overtuiging hebben, dat de doorvoering van de be
zuinigingen, als door de Commissie van Overleg in zake de Gemeen-
tebegrootingen en door de Gedeputeerde Staten van Friesland voor
gesteld, redelijkerwijze niet zou kunnen worden verlangd en dat -
nu het tekort van den dienst 1939 is kunnen worden teruggebracht
tot ongeveer f.17.Q00.- - aan bijzonderen 3teun practisch geen
behoefte bestaat.
Wij 'vertrouwen evenwel, dat de gemeente alsnog de gelegenheid
zal hebben om naar aanleiding van de begrooting I9I4I haar stand
punt in dezen in hoogste instantie te verdedigen.
Intusschen dient het nadeelig slot van de rekening 1939 ad
f,16.7143.714 naar den dienst I9I4.0 te worden overgeboekt.
Naar aanleiding van het vorenstaande geven wij U, onder over
legging van het rapport der Financiëele Commissie, in overweging»
a. ons College op te dragen den brief van de Gedeputeerde Staten
van Friesland dd. 28/29 Januari 19if-lno.15, 2e afdeeling F,
te beantwoorden overeenkomstig de door ons in de bijlage van
dit voorstel gedane mededeelingen, dan wel aan de hand van het
geen Uw Raad dienaangaande nader of anders zal hebben bepaald}
b. over te gaan tot goedkeuring van wijziging no.l van de begroe
ting der gemeentelijke Instelling voor Maatschappelijk Hulpbfc#
toon en tot vaststelling van de wijziging no.8 van de begroo»
ting van Gemeentewerken en van de wijziging no.ll4 van de ge*
meentebegrooting, alle dienstjaar 19I4O.
Leeuwarden, 3 Maart I9I4-I
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.M.VAN BEIJMA, Burgemeester.
E.SCHOTMAN. Secretaris,
Verzonden I4 Maart 19lil»
BIJLAGE BIJ BIJLAGE NO. 22 VAN I9I4I
Beantwoording van de Nota van
aanmerkingen ten aanzien van
de Gemeente- en Bedrijfsbegroo-
tingen, dienstjaar 19I4O.
1. Belooning schatter straatbelasting.
Verlaging van de vergoeding aan een Rijksambtenaar voor
zijn bemoeiingen' met de schatting van enkele perceelen voor
de inning der straatbelasting tot f.3.- per schatting gaat,
bij nader inzien, te ver.
Een bedrag van f.10.- a f.l5«- per schatting, wat volgens
verkregen inlichtingen neerkomt op f.2.- per uur, komt de
Commissie voor als nevenfunctie verrichte werkzaamheden ech
ter te hoog voor. Met belanghebbende ware omtrent een lagere
vergoeding nader overleg te plegen.
Antw. Het strekt tot voldoening, dat de Commissie bij na-
der inzien tot de overtuiging is gekomen, dat.een belno-
ning van f»3«- per schatting, zooals aanvankelijk ge-
eischt is, te laag is. nader
Met belanghebbende is intusschen/overleg gepleegd. Dit
heeft er toe geleid, dat de functionaris heeft verklaard
zich te kunnen vereenigen met een bezoldiging, berekend
naar f*7.50 per schatting. Hoewel wij deze bolooning aan
den lagen kant achten, meenen wij, dat de gemeente zich
tegen de vaststelling van dit bedrag niet moet verzetten.
Het op de begrooting voor den dienst 19I4O uitgetrokken
bedrag ad f.bO.- kan echter in verband met het aantal
plaats gevonden hebbende schattingen niet worden verlaagd.
2. Belooning schoolschoonmaaksterso
Naar de meening van de Commissie is er aanleiding af te
zien van verdere verlaging van de belooning van de school-
schoonmaaksters en van de concierges bij enkele gemeentescho
len.
Intusschen.dient Uw College omtrent de onderhavige aangele
genheid nog nader in overleg te treden met het Departement van
Binnenlandsche Zaken (afdeeling Ambtenarenzaken), ten einde
zoo mogelijk tot een meer bevredigende, regeling te geraken.
Antw, Wij hebben er geensrlei bezwaar tegen, ons te dezer
zake nader met het Departement van Binnenlandsche Zaken
in verbinding te stellen.
3. Kweekelingen met akte bij het openbaar gewoon lager onderwijs.
De 'vraag rijst of üe niet wettelijk verplichte uitgaaf ad
f.9.000.- voor kweekelingen met akte bij het gewoon lager on
derwijs strikt noodzakelijk moet worden geacht. Hierover ont
vangt de Commissie gaarne nog nadere inlichtingen.
Antw. De kweekelingen met akte zijn alhier reeds van 193^
af werkzaam, zulks in verband met de in dat jaar inge
voerde verhoogde leerlingenschaal en afbchaf f ing van boven
tallige onderwijzers.
De verzwaarde leerlingenschaal veroorzaakte in vele
scholen groote moeilijkheden en de kweekelingen brachten
toen i'n vele gevallen uitkomst, omdat, waren zij niet
werkzaam gesteld, er schólen en klassen zouden moeten
zijn opgeheven, terwijl aan andere ^holen klassen zou
den moeten zijn samengevoegd onder een leerkracht. Door
de tewerkstelling van kweekelingen zijn toen de moeilijk
heden, verbönden aan de opvoering van de leerlingenschaal,
belangrijk ondervangen, werd het aantal leerkrachten aan
de scholen niet verminderd en behoefde de organisatie van
de scholen geen wijziging te ondergaan. Als zij er niet
waren, dan zou aan verschillende scholen een behoorlijke
"kla s sevorming"