000
000
3. Voor de toepassing van het eerste lid wordt met
herhalingsoefeningen gelijk gesteld de werkelijke dienst,
vervuld krachtens
a. artikel 5, vijfde lid, onder a, der Wet voor het
reservepersoneel der landmacht 1905, zooals die sedert
is gewijzigd, voor zooveel ziekte betreft
b. artikel 36, eerste lid, onder a, der Dienstplichtwet,
of artikel 5, onder 3e. sub a. der Wet voor de Konink
lijke marine-reserve 1924 (Staatsblad no. 369) indien
het niet tijdig bereiken van den vereischten graad van
geoefendheid het gevolg is van ziekte
c. artikel 36, eerste lid, onder c, der Dienstplichtwet,
artikel 5, vijfde lid, onder b, der Wet voor het reserve-
personeel der landmacht 1905, zooals die sedert is ge
wijzigd, of artikel 5, onder 3e, sub c, der Wet voor de
Koninklijke marine-reserve 1924 (Staatsblad no. 369),
voor zoover betreft den tijd, doorgebracht tot het onder
gaan van het daar bedoelde onderzoek, indien dat on
derzoek geen krijgstuchtelijke straf of veroordeelend
vonnis tengevolge heeft
d. artikel 36, eerste lid, onder e en f, der Dienst
plichtwet, artikel 5. vijfde lid, onder c en d. achtste en
negende lid, der Wet voor het reserve-personeel der
landmacht 1905, zooals die sedert is gewijzigd, of artikel
5, onder 3e, sub e en f, der Wet voor de Koninklijke
marine-reserve 1924 (Staatsblad no. 369);
e. artikel 36, tweede lid, der Dienstplichtwet,
artikel 5, zevende lid, der Wet voor het reserve-perso
neel der landmacht 1905, zooals die sedert is gewijzigd
of artikel 5, onder 4e, der Wet voor de Koninklijke
marine-reserve 1924 (Staatsblad no. 369), mits de op
roeping in werkelijken dienst niet plaats heeft voor het
ondergaan van straf en het bedoelde onderzoek geen
krijgstuchtelijke straf of veroordeelend vonnis ten ge
volge heeft.
Art. 23.
1. De ambtenaar, die in verband met oorlog, oorlogs
gevaar of andere buitengewone omstandigheden ver
plichten werkelijken dienst verricht, geniet gedurende
30 dagen de volle aan zijn ambt verbonden bezoldiging
en daarna hetgeen deze meer bedraagt dan zijne mili
taire belooning.
2. Het eerste lid is eerst van toepassing, nadat de
militair, hetzij vóór, hetzij gedurende de buitengewone
omstandigheden een werkelijken dienst van 5/ maand
of. indien hij eene eerste oefening van korteren duur te
vervullen had, deze oefening heeft volbracht.
3. Het bepaalde in het tweede lid geldt niet
a. ten aanzien van de buitengewone dienstplichtigen,
die eerst in werkelijken dienst behoeven te komen na
het jaar der lichting, waartoe zij behooren of naar hun
leeftijd gerekend kunnen worden te behooren
b. voor de vrijwilligers van den landstorm, die hetzij
een rang bekleeden, hetzij het bewijs van voorgeoefend
heid hebben verworven.
Art. 24.
Op den ambtenaar, die in tijdelijken dienst is aan
gesteld, zijn de bepalingen, vervat in de artikelen 21,
22 en 23, slechts van toepassing tot en met den dag,
waarop de burgerlijke betrekking zou zijn beëindigd,
indien hij daaraan niet door den militairen dienst zou
zijn onttrokken.
Art. 25.
De tijd. gedurende welken krachtens wettelijk voor
schrift verlof wordt genoten ter vervulling van militairen
dienstplicht, komt in aanmerking als diensttijd, geldig
voor de toekenning van de periodieke verhoogingen,
welke zijn of zullen worden verbonden aan de uitoefe
ning van het beroep van den ambtenaar.
Art. 26.
Indien de ambtenaar om redenen van dienstbelang
in een andere functie wordt overgeplaatst, zal hij in
het genot blijven van de bezoldiging, verbonden aan de
functie, in welke hij werkzaam was, indien aan de
nieuwe functie een lagere bezoldiging is verbonden,
tenzij de overplaatsing het gevolg is van een mindere
geschiktheid voor zijn functie of op eigen verzoek
geschiedt.
Art. 27.
1. Burgemeester en Wethouders kunnen op voorstel
van den Burgemeester aan de ambtenaren, die gedu
rende 25, 40 en 50 achtereenvolgende jaren tot zijn
tevredenheid in dienst der gemeente werkzaam zijn
geweest, een gratificatie toekennen tot een bedrag van
twee procent van den pensioensgrondslag, afgerond
naar boven tot een veelvoud van 5.
2. Overigens kan de Burgemeester op voorstel van
den Commissaris van Politie aan den ambtenaar, die
zich bij eenigen arbeid bijzonder heeft onderscheiden,
een bijzondere belooning toekennen.
Art. 28.
1. Indien aan den ambtenaar bij zijne benoeming de
verplichting is opgelegd om in een bepaald deel van de
gemeente of in een bepaalde ambtswoning te wonen en
in de aanwijzing later verandering wordt gebracht, of
deze eerst na zijn indiensttreding plaats heeft, worden
hem verhuiskosten vergoed.
2. De vergoeding wordt door Burgemeester en
Wethouders bepaald naar gelang van de ter zake ge
maakte kosten en geleden schade. Zij wordt beperkt
tot hetgeen werkelijk, met inachtneming van redelijke
zuinigheid, moest worden uitgegeven.
Art. 29.
De ambtenaar is aansprakelijk voor alle schade,
door hem opzettelijk of door zijn grove schuld veroor
zaakt bij de uitoefening van zijn dienst. De Commissaris
van Politie bepaalt het bedrag der toegebrachte schade.
Art. 30.
1. Den ambtenaar, die door ziekte of lichamelijk
letsel niet in staat is arbeid te verrichten, wordt in
plaats van bezoldiging ziektegeld uitgekeerd.
2. De artikelen 31 en 32 zijn niet van toepassing
op den ambtenaar, die ingevolge wettelijk voorgeschre
ven of onverplicht door de gemeente gesloten verzeke
ring ter zake van ziekte of ongeval een uitkeering ont
vangt, behoudens de aanspraak van den betrokkene
op het bedrag, waarmede volgens die artikelen het
ziektegeld de hem toegekende uitkeering overtreft.
3 Den ambtenaar, die krachtens wettelijk voorge
schreven of onverplicht door de gemeente gesloten ver
zekering een uitkeering geniet ter zake van ziekte of
ongeval, hem in verband met de uitoefening van zijn
dienst overkomen, kan tot den dag waarop deze uit
keering betaalbaar is gesteld, op den gewonen betaal
dag bij wijze van voorschot een ziektegeld worden uit
gekeerd, als bij de artikelen 31 en 32 is bepaald.
Art. 31.
1Aan den ambtenaar wordt ziektegeld uitgekeerd
ten bedrage van
a. voor zoover het betreft een ambtenaar in vasten
dienst, gedurende 24 maanden de volle bezoldiging;
b. voor zoover het betreft een ambtenaar in tijde
lijken dienst, gedurende 12 maanden de volle bezol
diging.