-
I, II. 1—4.
1941.
INKOMSTEN.
INKOMSTEN.
GEWONE DIENST.
HOOFDSTUK I.
Vroegere diensten.
1 Achterstallige inkomsten van vorige dienstjaren7.000,
Evenals de post „Achterstallige uitgaven van vorige dienstjaren", wordt dit volgnummer
op 7.000,uitgetrokken. Door deze bedragen op een gelijk bedrag te ramen, wordt
voorkomen, dat voor- of nadeelen van vorige dienstjaren, die thans nog niet met eenige
zekerheid zijn te bepalen, invloed uitoefenen op deze begrooting.
2 Restant-uitkeering van de bijzondere bijdrage uit 's Rijks kas over het vorige dienstjaar 61.819,
Zie volgno. 200.
HOOFDSTUK II.
Algemeen beheer.
3 Uitkeering uit het Gemeentefonds ingevolge art.3, onder b, der wet van 15 Juli ig2g Staats
blad no. 388), zooals deze wet laatstelijk is gewijzigd bij de wet van 4 Maart ig35 Staats
blad no. 74) voor die wijziging uitkeering ingevolge art. 3 onder a der wet3.000,
a. betreffende het in het dienstjaar aanvangende tijdvak van uitkeering, de uitkeeringen
op 1 Mei, 1 Augustus en 1 November 2.250,
b. betreffende het in het dienstjaar eindigende tijdvak van uitkeering, de uitkeering op
1 Februari- 750,
3.000,-
Volgens art. 3, b der bovengenoemde wet ontvangt de gemeente jaarlijks 75 der jaar
wedden van den burgemeester en den secretaris, echter tot een maximum van 3.000.
4 Uitkeering uit het Gemeentefonds ingevolge art. 3, onder c, der wet van 15 Juli 2929 Staats
blad no. 388), zooals deze wet laatstelijk is gewijzigd bij de wet van 4 Maart ig35 Staats
blad no. 74) voor die wijziging uitkeering ingevolge artikel 3 onder b der wet362.303,96
a. betreffende het in het dienstjaar aanvangende tijdvak van uitkeering, de uitkeeringen
op 1 Mei, 1 Augustus en 1 November 253.290,75
b. betreffende het in het dienstjaar eindigende tijdvak van uitkeering, de uitkeering op
1 Februari- 109.013,21
362.303,96
3