II. 4—10. 1941. INKOMSTEN. De voorloopige uitkeering over het uitkeeringsjaar 1941/'42 wordt, overeenkomstig de circulaire van den Secretaris-Generaal, waarnemend Hoofd van het Departement van Binnenlandsche Zaken, aan de Gedeputeerde Staten der onderscheidene provinciën d.d. 8 11 October 1940, no. 27300 afd. B.B., geraamd op 74.74 van de definitieve uitkeering over 1938/'39 (ƒ315.501,86) is235.806,09 De garantie-uitkeering bedraagt 3/9 van ƒ305.744,76, zijnde de definitieve garantie- uitkeering over 1935/'36101.914,92 337.721,01 Waarvan 3/t is253.290,75 De voorloopige uitkeering over 1940/'41 is ingevolge een schrijven van den Minister van financiën dd. 16 October 1939, no. 95, Gen. Thes., afdeeling Begrootingszaken, geraamd op 107.95 van de definitieve uitkeering over 1937/38, ad 278.060,45 is 300.166,26 de garantie-uitkeering bedraagt 4/9 van de definitieve garantie-uitkeering ad 305.744,76 - 135.886,56 436.052,82 Waarvan 1/l is 109.013,21 6 Secretarie-leges en rechten van den burgerlijken stand 10.000, De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit van 8 Augustus 1899, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit d.d. 25 October 1899, no. 29, gewijzigd bij raadsbesluiten van 25 April 1905, 22 October 1907, 6 December 1910, 25 Maart/13 Mei 1919, 14 Juni 1921, 27 Juni 1922, 24 April 1923, 24 Juli 1923, 12 Februari 1924, 9 December 1924, 26 Maart 1929, 24 November 1931, 7 April 1936 en 3 Februari 1937, laatstelijk goedgekeurd bij Koninklijk besluit d.d. 13 Maart 1937, no. 40. (Voor onbepaalden tijd goedgekeurd). De legesheffing heeft opgebracht: in 1937 13.005,55, in 1938 12.911,35 en in 1939 het abnormaal hooge bedrag ad 15.870,80. Het eerste halfjaar 1940 geeft een opbrengst te zien van slechts 4.500,hetgeen geweten moet worden aan de in dat halfjaar voor gevallen gebeurtenissen. Aangenomen, dat eenig herstel zal intreden, wordt deze post ge raamd op 10.000, -. 7 Archiefleges 655 De heffing geschiedt krachtens hiervoor vermelde besluiten. In verband met de ont vangsten over 1939 geraamd op ƒ65,— 8 Rechten ingevolge het Vuurwapenreglement150, Op dezen post worden verantwoord de krachtens het Vuurwapenreglement te ontvangen gelden voor verleende machtigingen tot het vervoeren of voorhanden hebben van een vuurwapen. 9 Verhaal van premien ingevolge de Ziektewet 34,98 Op dezen post wordt verantwoord de helft van de verhaalde premies ingevolge de Ziektewet. Zie volgno. 237. 10 Verhaal van bijdragen voor eigen en weduwen- en weezenpensioen ingevolge art. 36 der Pensioenwet ig22 Staatsblad no. 24011.563,63 Krachtens het vierde lid van artikel 36 der Pensioenwet 1922 worden de volgens het eerste lid van dat artikel verschuldigde bijdragen (zie volgno. 242), die onder a bedoeld, Voor een verdeeling van de verschillende verzamelposten wegens terugontvangst van premiën en pensioens bijdragen over de verschillende hoofdstukken wordt verwezen naar den hierachter als bijlage 11 afgedrukten staat 4 II. 10—18. 1941. INKOMSTEN. tot 3 van den pensioens-grondslag vermeerderd met 11/2 van de naar boven in guldens afgeronde wedde, die onder b bedoeld, tot 51/2 van dien grondslag, beperkt tot 3.000,op de betrokken ambtenaren verhaald. Dit verhaal omvat ook de ambte naren, voor wie geen bijdragen wegens het eigen pensioen zijn verschuldigd. Geraamd wordt, dat in totaal op grond van deze bepaling zal worden verhaald 89.378,63, te verdeelen over verschillende hoofdstukken. In dit bedrag zijn begrepen de pensioensbijdragen voor onderwijzers, bedoeld bij volgno. 242 der uitgaven. 11 Verhaal van bijdragen voor inkoop van pensioen ingevolge de artt. 42 en 137 der Pensioen wet 1922 Staatsblad no. 24012,40 Van de bijdragen wegens inkoop van diensttijd (zie volgno. 243) wordt krachtens de verordening inzake de pensionneering van gemeente-ambtenaren enz. (Gemeenteblad 1925, no. 46, 1928 no. 2 en 1934 no. 3) het bij de wet toegestane gedeelte, te weten de helft, verhaald op de betrokkenen. Van de te betalen bijdragen, geraamd onder volgno. 243, wordt naar raming in 1941 760,36 terugontvangen, te verdeelen over verschillende hoofdstukken. Hetgeen ten behoeve van de bedrijven wordt verhaald, komt gedeeltelijk weder aan die bedrijven ten goede, waarvoor onder volgno. 251 een uitgaafpost is aangebracht. 12 Vergoeding van de bedrijven in de kosten van verzekering, pensionneering, enz. van ambte naren en beambten zie Hoofdstuk II der uitgaven, volgnos. 236, 239, 240, 242 en 243) f De voor de bedrijven te betalen kosten van verzekering en pensionneering van ambte naren en 'oeambten worden van die diensten terugontvangen. In totaal wordt geraamd 145.948,08, verdeeld over verschillende hoofdstukken. 13 Renten en aflossing van voorschotten, verleend in het belang van de verbetering der volks huisvesting 5 Zie volgno. 248 der uitgaven. 14 Vergoeding van instellingen in de kosten van verzekering, pensionneering, enz. van ambte naren en beambten 22.640,79 Ontvangen zal worden van de N.V. Intercommunale Waterleiding 21.390,73 en van het Nieuwe Stads Weeshuis 1250,06. Samen 22.640,79. 15 Ontvangsten wegens van gemeentewege geleverde drukwerken en bureaubehoeften8.000, Aan de verschillende bedrijven en instellingen worden van gemeentewege drukwerken en bureaubehoeften geleverd. De uit volgno. 209 te betalen kosten worden administratief hierop overgebracht. Tevens worden hierop geboekt de naar verschillende posten administratief over te brengen kosten van drukwerk etc., welke voorloopig uit den post volgno. 210 worden betaald. 16 Uitkeering van gelden ingevolge de Ongevallenwet 1921memorie Op dezen post zullen worden geboekt eventueele uitkeeringen ingevolge de Ongevallen wet 1921 ten bate van personeel, in dienst der gemeente. Het is niet zeker, dat op dezen post ontvangsten zullen kunnen worden geboekt. 17 Ontvangen ziekengelden memorie Op dezen post zullen worden geboekt eventueele uitkeeringen ingevolge de Ziektewet ten bate van personeel, in dienst der gemeente. Het is niet zeker, dat op dezen post ontvangsten zullen kunnen worden geboekt. 18 Teruggaaf door de Centrale Werkgevers Risico-bank van te veel gestort voorschot op de Rijksverzekeringsbank-premie ingevolge de Ongevallenwetmemorie Het valt niet met zekerheid te zeggen of op dezen post ontvangsten zullen kunnen worden geboekt. 5

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1941 | | pagina 68