VIII, 13. 121—125.
1941.
INKOMSTEN.
121 Subsidie van het Rijk en corporaties in de kosten der gemeentelijke hoogere burgerscholen 19.389,50
Geraamd wordt voor de eerste drie klassen der H.B.S.-A. een rijkssubsidie voor 1941
van 6 X 900,ƒ5.400,Voor de beide hoogste klassen der H.B.S.-A wordt ge
rekend op een subsidie van 50°/0 der netto-kosten. Blijkens een het Rijk aangeboden
begrooting worden de netto-kosten over 1941 geraamd op 16.979,zoodat over 1941
aanspraak kan worden gemaakt op 8.489,50, terwijl wegens subsidie van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken op een bedrag van niet meer dan 100,mag worden gerekend.
Voor de geheele school alzoo tezamen 13.989,50. Voor de middelbare meisjesschool is
een rijkssubsidie geraamd van 6 X ƒ900,— ƒ5.400,—. De post kan derhalve in totaal
op 19.389,50 worden geraamd.
Ingevolge de gewijzigde bepalingen der Middelbaar-onderwijswet en de daarbij ge
maakte overgangsbepalingen blijft het subsidie voor de H.B.S.-A op denzelfden voet ge
handhaafd als voor de voormalige H.B.S. met 3-jarigen cursus en daaraan verbonden
hoogere handelsschool.
122 Bijdragen van andere gemeenten in de kosten der van Rijkswege gesubsidieerde gemeentelijke
hoogere burgerscholen als bedoeld in art. 3Óquater, sub i, der Middelbaar-onderwijswet17.059,—
Ingevolge artikel 36quater der M.O.-wet, zooals deze nader is gewijzigd, kunnen bij
dragen van andere gemeenten worden gevorderd voor leerlingen uit die gemeenten af
komstig, die de eerste drie klassen der Gem. H.B.S.-A en de door het Rijk gesubsidieerde
afdeeling der Middelbare school en H.B.S. voor meisjes alhier bezoeken. Deze bijdrage be
draagt per leerling de helft van het verschil tusschen het jaarlijksch schoolgeld voor dien
leerling verschuldigd en een door het Rijk telkens voor 5 jaar vast te stellen bedrag. Dit
bedrag is bepaald op 430,
De opbrengst van het schoolgeld voor de Gem. H.B.S. A is voor 1941 geraamd op
ƒ7.000,Bij den aanvang van den cursus 1940/41 zal het totaal aantal leerlingen van
deze inrichting van onderwijs vermoedelijk 187 bedragen en het aantal buitenleerlingen
van de eerste drie klassen 42, zoodat het door de buitenleerlingen van deze klassen te be
talen gemiddeld schoolgeld moet worden geraamd op 42/187 X ƒ7000,1.572,
De bijdragen van buitengemeenten zullen dus naar schatting voor deze school moeten
opbrengen: (42 X ƒ430,1.572,2 ƒ8.244,
De opbrengst van het schoolgeld voor de Middelbare School en H.B.S. voor Meisjes
is voor 1941 geraamd op ƒ14.500,—Bij den aanvang van den cursus 1940 '41 zal het
totaal aantal leerlingen van deze inrichting van onderwijs vermoedelijk 172 bedragen en het
aantal buitenleerlingen van de door het Rijk gesubsidieerde afdeeling 51, zoodat het
door de buitenleerlingen voor deze afdeeling te betalen gemiddeld schoolgeld moet worden
geraamd op 51 172 X ƒ14.500,4.300,De bijdragen van de buitenge
meenten voor deze afdeeling zullen dus naar schatting moeten opbrengen (51 X ƒ430,
-ƒ4.300,—) 2 ƒ8.815,—.
In totaal zal derhalve op dezen post moeten worden verantwoord 8.244,b 8.815,
17.059,-.
De krachtens afzonderlijke regeling te vorderen bijdragen voor leerlingen der niet van
Rijkswege gesubsidieerde afdeeling van de Middelbare School en H.B.S. voor Meisjes
en voor de beide hoogste klassen der H.B.S. A zullen op volgno. 125 worden verantwoord.
124 Bijdrage van het Rijk en corporaties in de kosten van de middelbare avondhandelsschool 2.668,50
Door het Rijk wordt een bijdrage verleend ten bedrage van 50 der netto kosten.
De netto kosten zijn geraamd op ƒ5.137,zoodat over 1941 aanspraak kan worden ge
maakt op 2.568,50. Door de Kamer van Koophandel en Fabrieken wordt een subsidie
verleend van ƒ100,per jaar. In totaal alzoo 2.668,50.
125 Bijdragen van gemeenten en anderen in de kosten van gemeentelijke hoogere burgerscholen 5.950,
Ingevolge de getroffen gemeenschappelijke regeling kunnen van andere gemeenten
en van particulieren bijdragen worden gevorderd voor het bezoeken van leerlingen uit
die gemeenten van de beide hoogste klassen der H.B.S.-A, de middelbare avondhandels
school en de niet van Rijkswege gesubsidieerde afdeeling der middelbare school en H.B.S.
voor meisjes. Voor het bezoeken van de andere inrichtingen van middelbaar onderwijs
28
VIII, 13, 14. 125-131.
1941.
INKOMSTEN.
door leerlingen uit andere gemeenten worden bijdragen krachtens de wet gevorderd,
welke verantwoord worden onder volgno. 122.
Geraamd wordt, dat in 1941 zal worden ontvangen voor:
de beide hoogste klassen der H.B.S.-A3.800,
de Middelbare Avondhandelsschool - 450,
de afdeeling der M.H.B.S- 1.700,
Tezamen5.950,
126 Ontvangst wegens over een vorigen dienst te weinig genoten subsidie van het Rijk voor
het middelbaar onderwijsmemorie
Het valt thans niet te zeggen of op dezen post iets kan worden ontvangen.
127 Ontvangsten inzake verkochte programma's en lesroosters van de gemeentelijke H.B.S. A.
en de Middelbare School en H.B.S. voor Meisjes100,
Deze post wordt geraamd op 100,
128 Vergoeding van de Vereeniging voor Christelijk Nijverheids-onderwijs te Leeuwarden voor
het gebruik van lokalen in het gebouw der G.H.B.S.-A ten behoeve der Christelijke Industrie-
en Huishoudschool1.000,
Ingaande 14 November 1938 zijn aan genoemde vereeniging tot wederopzegging
eenige lokalen in het gebouw der G.H.B.S.-A in gebruik gegeven tegen een vergoeding
van 1.000,per jaar (besluit Burgemeester en Wethouders d.d. 17 November 1938,
no. 3453/1007).
129 Bijdrage van den volgenden dienst in de kosten van werken 3.440,
Zie bijlage no. III.
14. Hooger onderwijs.
130 Schoolgelden18.300,-
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit dd. 27 September 1939, goedgekeurd bij
Koninklijk besluit van 8 December 1939, no. 26.
Schoolgelden gymnasium:
opbrengst 1939 18.887,99
raming 1940- 18.000,
kohieren 1939/40- 18.806,90
raming 1941 - 18.300,
131 Subsidie van het Rijk in de kosten der gymnasia8.088,77
Bij art. 8bis der Hooger-onderwijswet, zooals deze thans luidt, is bepaald, dat het subsidie
wordt vastgesteld op een bedrag per klasse bij algemeenen maatregel van bestuur te regelen.
Dit subsidie is bepaald op 900,per klasse. Het gymnasium telt 6 klassen en 1 parallel
klasse, zoodat gerekend kan worden op een vast subsidie van 6.300,Bij artikel 2
van het Koninklijk besluit van 8 Februari 1934 (Staatsblad no. 47) is bovendien bepaald,
dat, indien het subsidie berekend wordt naar 900,per klasse, vermeerderd met het
bedrag, dat ingevolge artikel 8quater, le lid, der Hooger-onderwijswet van andere
gemeenten wordt ontvangen, blijft beneden 90 van het bedrag, dat aan subsidie van
het Rijk ten behoeve van het gymnasium over 1921 is ontvangen, het Rijkssubsidie zoodanig
29