VIII, 14, 15. 132—135.
1941.
INKOMSTEN.
wordt aangevuld, dat het totale bedrag van het subsidie gelijk wordt aan 90% van het Rijks
subsidie over 1921, met dien verstande, dat het totale bedrag der subsidiën evenredig
wordt verminderd, indien de kosten van het gymnasium afnemen.
De kosten van het gymnasium bedroegen over 1921 46.519,78, terwijl over 1921
aan Rijkssubsidie is genoten 23.259,89, waarvan 90% is 20.933,90.
De voor subsidie in aanmerking komende uitgaven van het gymnasium zullen over 1940
naar schatting 42.238.26 bedragen, zoodat dus ten hoogste een bedrag van
42.238,26
46 519^78 X 20.933,90 19.007,22
aan Rijkssubsidie kan worden genoten.
De bijdragen van buitengemeenten vermeerderd met het Rijkssubsidie beloopen over
1940 /10.918,45 6.300,ƒ17.218,45, zoodat over 1940 aanspraak op een aan
vullend Rijkssubsidie kan worden gemaakt tot een bedrag van 19.007,22 17.218,45
1.788,77.
Deze post dient dus te worden gesteld op 6.300,1-/1.788,77 8.088,77.
132 Bijdragen van andere gemeenten in de kosten der van Rijkswege gesubsidieerde gymnasia
als bedoeld in art. Squat er, sub i, der Hooger-onderwijswet 11.055,
Ingevolge art. 8quater, le lid, H.O.-wet, zooals deze is gewijzigd bij de wet van 22
Februari 1936 (Staatsblad no. 100), kunnen bijdragen van andere gemeenten worden
gevorderd voor leerlingen uit die gemeenten afkomstig, die het gymnasium alhier bezoeken.
Deze bijdrage bedraagt per leerling de helft van het verschil tusschen het jaarlijksch
schoolgeld voor dien leerling verschuldigd, en een door het Rijk telkens voor 5 jaar vast
te stellen bedrag. Dit bedrag is bepaald op 500,
De opbrengst van het schoolgeld voor het gymnasium is voor 1941 geraamd op 18.300,
Het totaal aantal leerlingen bedroeg bij den aanvang van den cursus 1940/'41 174 en
het aantal buitenleerlingen 56, zoodat het door de buitenleerlingen te betalen school
geld moet worden geraamd op 56/174 X ƒ18.300,—5.890,—. De bijdragen van
buitengemeenten zullen dus naar schatting moeten opbrengen (56 X 500,ƒ5 890,—)
2 11.055,
134 Ontvangsten inzake verkochte programma's en lesroosters van het gymnasium25,
In verband met de ontvangsten over 1939 geraamd op 25,
15. Nijverheids-onderwijs.
135 Bijdragen van gemeenten in de kosten van scholen voor het nijverheids-onderwijs30.100,
alaSer20.175
b. middelbaar9.925,
Samen30.100,
Krachtens het bepaalde bij art. 25, 4e lid, der Nijverheids-onderwijswet, moet voor
leerlingen, afkomstig uit andere gemeenten dan die, waarin de nijverheidsschool is gevestigd,
tenzij aldaar een gelijksoortige inrichting van onderwijs bestaat, door de gemeente van
afkomst een bijdrage worden verleend, overeenkomende, waar het geldt een school als
bedoeld in art. 11, 2° lid, onder a, b, c of d, (middelbaar nijverheidsonderwijs) met 15
en waar het geldt een andere der in art. 11 bedoelde scholen (lager nijverheidsonderwijs)
met 20 ten honderd van het gemiddeld bedrag per leerling der netto-kosten.
Rekening houdende met de ter zake ontvangen bijdragen over vorige jaren, worden
voor 1941 geraamd de navolgende bijdragen:
30
1941.
VIII, 15, 16. 135—141. INKOMSTEN
a. lager:
avond-nijverheidsschool625,
ambachtsschool- 14.500,
industrie- en huishoudschool- 3.925,
avondcursus voorbereiding Middelbare Technische School- 125,
machinisten-school - 450,
Christelijke Industrie- en Huishoudschool - 550,
Samen20.175,
b. middelbaar:
middelbaar technische school t.1^,.,^925,
Totaal30.100,—
136 Teruggaaf door besturen van Nijverheidsscholen van te veel ontvangen subsidie 2.000,
In 1941 zullen, nadat de desbetreffende rekeningen door het Departement van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen zullen zijn goedgekeurd, de subsidies aan de verschillende
nijverheidsscholen over 1940 kunnen worden afgerekend.
Wegens teruggaaf van te veel bij voorschot ontvangen subsidie wordt 2.000,geraamd.
16. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (niet vallende onder de 1 t/m. 15).
138 Pacht van den Prinsentuin en opbrengst van entrée-gelden bij het geven van muziek-uit-
voeringen 360,
De buffetten in de Beurs en in den Prinsentuin zijn bij raadsbesluit van 24 November
1937, voor zooveel noodig goedgekeurd door Gedeputeerde Staten d.d. 8 December 1937,
no. 5, tot einde December 1940 verpacht voor ƒ2.000,in totaal per jaar. In afwachting
van het nog te sluiten contract, wordt voor 1941 ƒ1.800,geraamd.
Wegens pacht voor het buffet c.a. in den Prinsentuin wordt op dezen post/360,ver
antwoord.
De opbrengst van entréegelden voor eventueele van gemeentewege te geven muziek
uitvoeringen wordt pro memorie geraamd.
Zie volgno. 66.
139 Bijdrage in de uitgaven ten behoeve van het Princessehof en de daarin geplaatste verzameling
van Chineesche en Indonesische kunst 370,
Voor 1941 wordt wederom een bijdrage van het Rijk geraamd van/250,—De bijdragen
van bezoekers worden geraamd op ƒ120,Totaal ƒ370,
140 Ontvangen entrée-gelden voor het bezichtigen van den Pier Pander-tempelmemorie
In 1939 is ontvangen 217,40, terwijl de ontvangsten over de eerste 6 maanden van
1940 30,beliepen.
Voor 1941 wordt de post pro memorie uitgetrokken, omdat de beelden tegen luchtgevaar
zijn beveiligd, zoodat voorshands op ontvangst van eenige beteekenis niet valt te rekenen.
141 Ontvangsten wegens verstrekte magazijngoederen ten behoeve van het onderwijs 6.250,
Deze post staat in ontvang en uitgaaf gelijk. Hierop worden administratief in ontvang
geboekt de bedragen van uit magazijn verstrekte goederen. Zie volgno. 475.
31