1 UITGAVEN. GEWONE DIENST. Vroegere diensten. Algemeen beheer. I. 205—209. 1950. UITGAVEN HOOFDSTUK I. 205 Nadelig slot van de gewone dienst der rekening over het vorige dienstjaar Begroting Rekening 1949 memorie 1948 1.371.470,43 1950 - memorie Zie de toelichting onder volgno. 1 der inkomsten. 206 Bijdrage aan hoofdstuk I, i, van de kapitaaldienst tot gedeeltelijkedekking van de naar de kapitaaldienst overgebrachte nadelige saldi van de gewone dienst van vorige dienstjaren Begroting Rekening 1946 1946 1947 - 1948 - 68.220 1949 - 68.220 1950 - 25.720 1947 - 48.123,24 1948 - 68.220,— De bijdragen van het Rijk uit de 2e afdeling van het gemeentefonds in de tekorten van de gewone dienst van vorige dienstjaren zijn nog niet allen vastgesteld. In verband hiermede kan niet nauwkeurig bepaald worden, hoe groot het bedrag van de geaccumuleerde tekorten, dat uiteindelijk door de gemeente gedekt zal moeten worden, bedraagt. In 1949 is ter consolidatie van vlottende schuld een 20-jarige 3 rentende obligatie lening van 2.000.000,gesloten, waarvan bestemd ter dekking van oude tekorten ƒ850.000,In 1950 zal hierop ƒ42.500,worden afgelost. Ter gedeeltelijke dekking van oude tekorten wordt voor 1950, evenals voor 1949, een bedrag van ƒ68.220,— uitgetrokken, zodat de raming van dit volgno. op 68.220, 42.500,25.720,dient te worden gesteld. Zie voor een overzicht der geaccumuleerde tekorten de toelichting onder volgno. 707 der uitgaven. 207 Bijdrage aan hoofdstuk I, i, van de kapitaaldienst wegens netto batig saldo van de gewone dienst van het vorige dienstjaar Begroting Rekening 1950 memorie Zie de toelichting onder volgno. 1 der inkomsten. 208 Rente van geldleningengesloten ter financiering van nadelige saldi van de gewone dienst van vorige dienstjaren {zie hoofdstuk II, volgno. 260) Begroting Rekening 1949 memorie 1950 - 25.500,— Zie de toelichting onder volgno. 206. 209 Aflossing van geldleningen, gesloten ter financiering van nadelige saldi van de gewone dienst van vorige dienstjaren {zie hoofdstuk II, volgno. 261 Begroting Rekening 1949 memorie 1950 - 42.500,— Zie de toelichting onder volgno. 206. 54 I, II. 210—214. 210 Achterstallige uitgaven van vorige dienstjaren Begroting 1946 7.000,— 1947 - 1948 - 1949 - 1950 - Zie de toelichting onder volgno. 3. HOOFDSTUK II. 7.000,— 7.000,— memorie memorie 1950. UITGAVEN Rekening 1946 96.759,68 1947 - 41.030,91 1948 - 386.745,02 10.704,49 11.811,38 13.100,— 211 Jaarwedde en ambtstoelage van de Burgemeester Begroting Rekening 1946 9.500,— 1946 1947 - 10.447,— 1947 1948 - 11.714,— 1948 1949 - 13.280,— 1950 - 13.530,— De bezoldiging van de burgemeester is geregeld bij Koninklijk Besluit van 6 October 1948, (Stbl. I 440). jaarwedde11.970, ambtstoelage- 1.080, kindertoelage- 480, 13.530,- 212 Jaarwedden van de Wethouders Begroting 1946 1947 - 1948 - 1949 - 1950 - 12.960,— 12.800,— 19.200,— 19.200,— 19.200,— Rekening 1946 12.630,98 1947 - 12.800,— 1948 - 19.213,30 De vier wethouders ontvangen elk een jaarwedde van ƒ4.800,vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Friesland bij besluit van 22 Maart 1948, 2e afd. no. 28. 213 Jaarwedde van de Secretaris Begroting 1946 8.550,- 1947 - 1948 - 1949 - 1950 - 7.651,— 8.626,— 9.330,— 9.734,— Rekening 1946 13.064,40 1947 8.446,55 1948 - 9.496,53 De bezoldiging van de secretaris wordt vastgesteld bij een Provinciale regeling en is geraamd in overeenstemming met de ontwerp-regeling, waarover de gemeente bereids is gehoord. 214 Jaarwedde van de Ontvanger Begroting 1946 6.000,— 1947 - 1948 - 1949 - 1950 - 6.240,— 6.870,— 6.870,— 8.000,— Rekening 1946 6.770,18 1947 - 6.864,— 1948 - 8.000,— De bezoldiging van de ontvanger wordt vastgesteld bij een Provinciale regeling en is geraamd in overeenstemming met de ontwerp-regeling, waarover de gemeente bereids is gehoord. 55

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1950 | | pagina 101