II i T,-Hiiee "tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1950. BIJLAGE NO. 13. BIJLA.GE NO. 13. Aan de Gemeenteraad. Boor Uw Vergadering is om prae-advies in onze han den gesteld een verzoekschrift van het bestuur der Neder lands Hervormde Schoolvereniging, alhier, om, overeenkom stig het bepaalde bij artikel 72 der lager-onderwijswet 1920, uit de gemeentekas gelden beschikbaar te stellen voor de stichting van een school voor gewoon lager onderwijs. Het verzoekschrift steunt blijkens de gegeven toelichting op de volgende twee overwegingen: a."de aanzienlijke toeneming en de belangrijke verplaatsing van de bevolking naar het oostelijk stadsdeel der gemeente, nu reeds en nog meer in de nabije toekomst in verband met de bouw van nieuwe woningen, heeft het adresserende bestuur de wenselijkheid doen inzien een nieuwe school te openen" b. het is meergenoemd bestuur gebleken, "dat vele ouders, woonachtig ter linker- en rechterzijde van de Groninger straatweg, die voor hun kinderen onderwijs op de basis van de Hervormde Kerk verlangen, door de te grote afstand tot de beide bestaande hervormde scholen, van dit onderwijs geen gebruik kunnen maken" ook als gevolg van de omstan digheid, dat "gebruik moet worden gemaakt van enige drukke verkeerswegen" Ingevolge het tweede lid van artikel 75 der wet wordt het verzoek om medewerking geweigerd, indien niet aan de in artikel 73 omschreven vereisten is voldaan. Volgens het eerste lid van artikel 73 moet bij een aan vrage tot het ontvangen van de voor de stichting van een schoolgebouw benodigde gelden worden overgelegd een verkla ring, waaruit blijkt, dat de school zal worden bezocht door ten minste 100 leerlingen. Hierbij moet evenwel worden ge let op het bepaalde bij het vierde lid van dit artikel, het welk luidt als volgt: "Behalve in gevallen, waarin aanzienlijke toeneming of belangrijke verplaatsing van de bevolking in enig deel der gemeente of andere gewichtige omstandigheden tot schoolstich ting aanleiding geven, worden onder het aantal leerlingen, bedoeld in het eerste lid onder a, niet medegerekend a. leerlingen, die de door hen bezochte gelijksoortige open bare school zouden verlaten, zonder deze op het tijdstip, waarop de verklaring wordt overgelegd, gedurende ten minste zes maanden te hebben bezocht, terwijl zij te voren geplaatst waren op een gelijksoortige bijzondere school, welke door hen is verlaten, ofschoon zij zijn blijven wonen binnen een af stand van vier kilometer van die school; b. leerlingen, die de door hen bezochte gelijksoortige bij zondere schooi zouden verlaten, doch voor wie in die school in het voor hen bestemde lokaal plaatsruimte beschikbaar zoude blijven, tenzij de woning dier leerlingen meer dan vier kilometer van de door hen bezochte gelijksoortige bijzondere school verwijderd is en zij op het tijdstip, waarop de ver klaring wordt overgelegd, de door hen te verlaten school reeds gedurende ten minste zes maanden hebben bezocht. Blijkens de overgelegde bescheiden zullen 106 leerlingen te nieuw te stichten school bezoeken.Aangezien hiervan evenwel 72 leerlingen thans gelijksoortige bijzondere scholen bezoeken, T^oor wie in die scholen in het voor hen bestemde lokaal plaatsruimte beschikbaar blijft en de woning dier leerlin gen niet meer dan 4 kilometer van de verst afgelegen door hen bezochte school is verwijderd, heeft Uw Raad zich uit te spreken" i

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1950 | | pagina 326