Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1950. BIJLAGE NO.21?
Van het Centraal Bureau inzake gemeenschappelijke behan
deling van gemeentelijke personeelsaangelegenheden is mede
deling ontvangen, dat omtrent bovenbedoeld onderwerp in het
Centraal Overleg overeenstemming is verkregen, zodat het
plaatselijk Georganiseerd Overleg niet behoeft te worden
ingeschakeld.
Naar aanleiding van het bovenstaande stellen wij Uw Raad
voor ten aanzien van het gemeentepersoneel te besluiten*
tot toekenning van een uitkering over het eerste kwartaal
van 1950, een en ander overeenkomstig de hierbijgevoegde
ontwerp-verordening.
Leeuwarden, 9 Eebruari 1950.
Burgemeester en Wethouders
van Leeuwarden
A.A.M. VAN DER MEULENBurgemeester.
T.BAKKER, Secretaris.
Verzonden 15 Eebruari 1950.
tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
SSeuwarden, 1950.
ONTWERP-
VERORDENING, houdende toekenning
van een uitkering over het
eerste kwartaal van 1950
aan een deel van het personeel
in gemeentedienst.
Artikel 1.
peze verordening is van toepassing op:
le. de ambtenaren in de zin van het Algemeen Ambtenaren
reglement, die worden bezoldigd krachtens een gemeente
lijke regeling;
2e. het onderwijzend personeel, voorzover dit wordt bezoldigd
krachtens een gemeentelijke regeling;
3e. de arbeidscontractanten in dienst der gemeente, wier loon
wordt vastgesteld krachtens het bepaalde in artikel 11,
eerste lid, onder b, c, d of e, van de Arbeidsovereenkom
stenverordening, met uitzondering van de leerling- ver-
plegenden;
allen mits zij geboren zijn voor 2 Januari 1929-
Artikel 2.
voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan
onder
le. "belanghebbende": hij, op wie deze verordening van toe
passing is
2e. "wedde": voor de belanghebbenden, bedoeld in artikel 1
onder
a. le en 2e: het salaris of loon, dat,per maand gerekend,
voor de belanghebbende geldt volgens de op hem van toe
passing zijnde bezoldigings- of loonregeling, vermeer
derd met de voor opneming in de pensioensgrondslag in
aanmerking komende toelagen;
b. 3e: het bedrag, dat,per maand gerekend, voor de belang
hebbende geldt volgens de op hem van toepassing zijnde
bezoldigings- of loonregeling, of het bedrag, dat in
de arbeidsovereenkomst is vermeld, uitgezonderd de
kinderbijslag en de eventueel verleende toelagen, welke
niet in de pensioensgrondslag opgenomen zouden worden,
indien de belanghebbende in vaste dienst ware;
in voorkomende gevallen verminderd met het bedrag
van de korting wegens het genot van kost en/of inwoning.
Artikel 3-
1. Aan de belanghebbende, die over het gehele eerste kwar
taal van 1950 aanspraak heeft op volledige of gedeelte
lijke wedde, wordt een uitkering ineens toegekend.
2. De uitkering, bedoeld in het eerste lid, bedraagt, be
houdens het bepaalde in het derde lid:^
a. voor een belanghebbende, geboren vóór 2 Januari 1927:
15* s
u. voor een belanghebbende, geboren na 1 Januari 1927,
doch vóór 2 Januari 1928: 10
c. voor een belanghebbende, geboren na 1 Januari 1928,
doch vóór 2 Januari 1929: 5%;
van de maandelijkse wedde, welke op 1 Januari 1950 voor
hem gold of met terugwerkende kracht alsnog zal gelden.
ft