I i 'it I Biilage "tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1950. BIJLAGE WO.26. BIJLAGE NO. 26. Aan de Gemeenteraad. Blijkens een van Gedeputeerde Staten dezer pro vincie ontvangen schrijven heeft de Minister van Binnenlandse Zaken een tweetal opmerkingen gemaakt ten aanzien van de in Uw vergadering van 9 November 1949 vastgestelde Verordening tot regeling van de salarissen der vakleerkrachten bij het openbaar lager onderwijs. Be door de Minister aangegeven beloning van de vakleer krachten bij het uitgebreid lager onderwijs, in het bezit van de lagere akte voor de vakken Eranse Duitse en Engelse taal, wiskunde en handelskennis, ligt iets hoger dan de door Uw College vastgestelde regeling. Aangezien de salarissen overigens geheel aangepast zijn aan de van rijkswege voorge schreven maximale beloningen voor de vakleerkrachten, ont moeten ook deze door de Minister genoemde bedragen bij ons geen enkel bezwaar. Vakleerkrachten als hiervoren bedoeld zijn thans evenwel niet aan gemeentescholen verbonden. Wat de opmerking ten aanzien van artikel 2 betreft delen wij U mede, dat de door de Minister voorgestelde redactie geen praktische wijziging betekent en zonder meer kan worden overgenomen. Op grond van het vorenstaande geven wij U dan ook in over weging te besluiten: de Verordening tot regeling van de salarissen der vakleer krachten bij het openbaar lager onderwijs, vastgesteld bij Raadsbesluit d.d. 9 November 1949, no. 1881, te wijzigen als volgt a. de twaalfde regel van kolom 4 van artikel 1 wordt gelezen; "110, 118, 126, 134, 142, 150, 156, 162 en 168"; b. artikel 2 wordt gelezen: "Het salaris van de leerkrachten, die niet in het bezit zijn van de laagste bevoegdheid voor het vak, waarin door hen lesgegeven wordt, wordt verminderd met 15en afgerond naar boven op een volle gulden" Leeuwarden, 9 Februari 1950. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. VAN DER MEULEN, Burgemeester. T.BAKKER, Secretaris. terzonden 18 Februari 1950.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1950 | | pagina 344