nm
Mr! J
laee tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1950. BIJLAGE NO. 52
BIJLAGE NO. 52.
Aan de Gemeenteraad.
Op 30 April 1950 eindigt de kurirtijd van 10 jaren,
--edurende welke het Noordelijk gedeelte van de Oude Lekkumer-
aijk indertijd is verhuurd aan thans wijlen S.J. Mellema.
Be zoon J. Mellema, die het bedrijf van zijn vader heeft
voortgezet onder de Firma S.J. Mellema, heeft ons thans ver
zocht bedoeld terrein te mogen kopen, dan wel, indien tegen
verkoop bezwaar zou bestaan, wederom voor 10 jaren in huur
te ontvangen.
Zowel tegen verkoop als tegen een verhuring voor de tijd
van 10 jaren bestaat onzes inziens overwegend beswaar, zulks
in verband met de in voorbereiding zijnde herziening van het
uitbreidingsplan ter plaatse, waarbij het onderhavige terrein
zal worden bestemd voor straat met plantsoenstrook.
Tegen een ingebruikgeving van jaar tot jaar, waarbij de
gemeente zich het recht voorbehoudt om het gebruik te allen
tijde op te zeggen met inachtneming van een opzegtermijn van
drie maanden, bestaat evenwel geen bezwaar. De huur kan naar
onze mening op f. 100,-- blijven bepaald.
Het bedoelde terrein is op de hierbij behorende situatie
tekening in rode kleur aangeduid.
Belanghebbende heeft mondeling te kennen gegeven, dat hij
zich met het vorenstaande kan verenigen.
tij geven Uw Vergadering mitsdien in overweging te besluiten:
aan de Firma 5JMELLEMAalhier, in huur af te staan voor de
tijd van een jaar, ingaande 1 Mei 1950 en eindigende alzo
30 April 1951, met stilzwijgende verlenging van jaar tot^jaar,
indien niet door één der partijen de huur is opgezegd vóór de
eerste Februari van het lopende huurjaar het Noordelijk gedeelte
van de Oude Lekkum er dijkdeel uitmakende van het perceel,
kadastraal bekend Gemeente Leeuwarden, Sectie F, no. 2350,
zoals op de bijbehorende situatietekening in rode kleur is aan
gegeven, ter grootte van ongeveer 1015 centiare, met inbegrip
van de halve sloten ter weerszijden, en gelegen naast en ten
Oosten van het perceel, kadastraal bekend als voren, Sectie F,
no. 2363, voor de huursom van f. 100,-- per jaar en voorts
onder de volgende voorwaarden:
-• de gemeente behoudt zich het recht voor de huur tussentijds
op te zeggen, mot inachtneming van een opzegtermijn van ten
minste drie maanden
-• de huurster heeft het recht op het gehuurde tijdelijk op
stallen te plaatsen;
bij het eindigen van de huurovereenkomst moeten de opstal
len door de huurster van het terrein worden verwijderd en
moet, indien Burgemeester en 'Wethouders zulks verlangen,
de sloot, welke tussen het terrein van huurster en het ge
buurde heeft gelegen, op kosten van huurster in de oude
~oestand worden teruggebracht, of moet op haar kosten op
de scheiding tussen beide terreinen een afrastering worden
geplaatst, ten genoegen van Burgemeester en Wethouders;