3iilage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1950. BIJLAGE NO. 69
BIJLAGE NO. 69.
Aan de Gemeenteraad.
Volgens het vigerende uitbreidingsplan in onder
delen, vastgesteld bij Raadsbesluit van 22 Februari 1939?
no. 35 R/16, zouden de gronden, gelegen aan de Westzijde
van de Pasteurweg, achter de watertoren, kunnen worden be
bouwd in gesloten bebouwing, klasse II.
In verband echter met een in 1939 tot stand gekomen grond
ruil met de F.V. Intercommunale Waterleiding Gebied Leeu
warden, waarbij de gemeente onder meer de beschikking kreeg
over een aan genoemde IIV. behorend terrein, gelegen rondom
de watertoren, met uitzondering van een tegen de toren gren
zende strook en een toegangspad, groot 1220 m2komt het
thans gewenst voor de watertoren met een klein plantsoen
te omgeven, met aanleg tevens van enkele voetpaden, welke
aansluiten op het trottoir aan de Westzijde van de Pasteur-
weg. De voorgestelde herziening, waardoor de gesloten be
bouwing uiteraard zal worden onderbroken, is geheel conform
de bedoelingen, welke het Gemeentebestuur in 1939 voor ogen
stonden.
Bij de onderhavige partiele wijziging zijn eveneens de
gronden, kadastraal bekend Gemeente Leeuwarden, Sectie P,
nos. 4696 en 4505 (gedeeltelijk) betrokken, welke percelen
momenteel nog in de bebouwde kom liggen, zulks teneinde
deze in de toekomst te kunnen bebouwen met woningen volgens
bebouwingsklasse II.
Tenslotte is de bestemming van de gronden, gelegen op de
hoek van de Pasteurweg en de geprojecteerde straat, welke
aansluit op de Van Roonhuysestraatgewijzigd van open in
gesloten bebouwing, teneinde op dit gebied meer eenheid
te verkrijgen.
Het bijbehorende rooilijnenplan heeft in de eerste plaats
betrekking op de gronden, genoemd in d-e voorgestelde par
tiële herziening, in de tweede plaats op die terreinen in
het uitbreidingsplan, waarvoor nog geen rooilijnen zijn
vastgesteld en eindelijk op die tot de bebouwde kom behorende
terreinen, waarvoor eveneens de rooilijnen nog moeten worden
vastgesteld.
De ontwerpen, strekkende tot het vorenstaande, hebben ge
durende de door de wet voorgeschreven termijnen (art. 37 en
10 der woningwet) voor een ieder ter inzage gelegen ter secre
tarie der gemeente. In deze bekendmakingen is er op gewezen,
dat bezwaren tegen voormelde ontwerpen gedurende bovenbe
doelde tijdvakken bij Uw Raad konden worden ingediend.
Overeenkomstig het bepaalde in art. 10, 2de lid, der wo
ningwet is daarvan voorts aan de eigenaren en hypotheek
houders van de bij het rooilijnen-ontwerp betrokken percelen
schriftelijk bij aangetekende dienstbrief kennis gegeven.
Van de gelegenheid om bezwaren in te dienen is gebruik
gemaakt door de firma D. Arends Zoon, gevestigd alhier,
bij schrijven d.d. 3 Maart 1950, derhalve binnen de daarvoor
gestelde tijd. Dit schrijven is bij de stukken overgelegd.
Terzake kan het volgende worden opgemerkt.
Adressante ligt met haar terrein, kadastraal bekend Ge
meente Leeuwarden, Sectie F, nos. 4505 en 5335? op welk ter
rein zij haar bedrijf (steenhouwerij) uitoefent, behoudens
voor wat betreft een gedeelte van het perceel F 5335? binnen
de begrenzing van het gebied, hetwelk ingevolge het ontwerp
besluit, hierna genoemd onder I, voor herziening in aanmer
king komt en waarbij haar terrein, voor zover niet bestemd
tot"