Bijlage tot het verslag der handelingen van de ^emepn+P-maA van Leeuwarden. 1950. BIJLAGE NO 77. b. V9OT een belanghebbende, geboren na 1 April 1Q27 dnnv, voor 2 April 1928: 10$, c. V99r een belanghebbende, geboren na 1 'pril 192P, Ainnv, voor 2 April 1929 5%j van de maandelijkse wedde, welke op 1 April 1950 voor hem gold of met terugwerkende kracht alsnog zal gelden. 3. Voor een mannelijke belanghebbende, geboren vóór 2*AprV 1927, zal de uitkering, bedoeld in dit artikel niet minder bedragen dan f. 26,--. Dit minimum geldt niet voor een belanghebbende, die een betrekking vervult," welke, naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders als nevenbetrekking is te beschouwen, tenzij hij meer dan een nevenbetrekking bekleedt, in de gezamenlijke vervul ling waarvan hij bij voortduring een volledige dagtaak vindt 4. Aan de belanghebbende, die slechts over een deel van het tweede kwartaal van 1950 aanspraak heeft op volledige of gedeeltelijke wedde, wordt een evenredig deel toegekend van de uitkering, bedoeld in het eerste lid, met inacht neming van de in het tweede lid gemaakte onderscheiding, dan wel van het minimumbedrag, vermeld in het derde lid' met dien verstande, dat de uitkering, in geval van in diensttreding na 1 April 1950, wordt berekend naar de maandelijkse wedde op de datum van indiensttreding. Artikel 4. 1. Door Burgemeester en Wethouders kan een voorschot op de in artikel 3 bedoelde uitkering worden verleend. 2. Ln geval van overlijden van de belanghebbende blijft terugvordering van het voorschot achterwege. Artikel 5 1. Op de vorenbedoelde uitkering en het voorschot daarop wordt de inhouding, bedoeld in artikel 13, lid 3, der Arbeidsovereenkomstenverordening, niet toegepast. 2. Ten aanzien van een belanghebbende, die bij de periodieke betaling van zijn bezoldiging of loon, vermeerderd met 5^» geen loonbelasting verschuldigd zou zijn, blijft de inhou ding van loonbelasting achterwege. 3. De uitkering laat de tijdelijke bijslag en de tijdelijke kindertoelage onaangetast. 4. De uitkering wordt als bezoldiging, militaire beloning en loon beschouwd voor de toepassing van de artikelen 19, 20, 21, 22 en 23 van het Algemeen Ambtenarenreglement en van de artikelen 14 en 15 van de Arbeidsovereenkomsten verordening 5. Hij, die na ontslag of beëindiging van zijn betrekking ziek zijnde, uit dien hoofde aanspraken ontleent aan Hoofdstuk VI van het Algemeen Ambtenarenreglement of aan paragraaf 6 van de Arbeidsovereenkomstenverordening, wordt voor de toepassing van deze verordening, gedurende zijn ziekte, geacht in dienst te zijn gebleven. Artikel 6. Voor de duur van het tweede kwartaal van 1950 wordt voor de toepassing van artikel 5 van de Ver ordening, houdende re- geling van d« toekenning van wachtgeld aan ambtenaren in diens der gemeente Leeuwarden, de laatstelijk'genoten weddevoor zover deze is aan te merken als wedde in de zin van artikel van deze verordening, geacht met 5$ "te worden verhoogd. "Ar-" Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1950. BIJLAGE NO. 77- Artikel 7= Deze verordening kan worden aangehaald als "Uitkerings verordening tweede kwartaal 1950" Leeuwarden, De Raad voornoemd Voorzixter Secretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1950 | | pagina 425