■Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1950= BIJLAGE NO.111. Het geschatte aantal leerlingen van de avondschool be draagt 48, n.l. 24 voor het eerste en 24 voor het tweede leerjaar. Deze leerlingen zouden,volgens aan ons verstrekte inlichtingen, vermoedelijk allen uit Leeuwarden afkomstig zijn. Hoewel deze cijfers naar onze mening enigszins optimis tisch geraamd zijn, geven deze, ook al wordt de juistheid daarvan aangenomen, niet voldoende aanleiding om laarmede de noodzakelijkheid van de gevraagde oprichting vast te stel len. Uiteraard hebben wij de internaatsleerlingen hierbij buiten beschouwing gelaten,daar het inde gegeven verhoudingen naar ons oordeel niet tot de taak van de gemeentelijke over heid behoort mede te werken tot het tot stand komen van in richtingen van onderwijs ten behoeve van leerlingen, die op een' internaat zijn ondergebracht en afkomstig zullen zijn uit meer afgelegen gemeenten. In verband met het vorenstaande en rekening houdende met dë omvang van het R.K. volksdeel van Leeuwarden en omgeving, alsmede met het aantal leerlingen, dat de school, zowel in dag- als in avondonderwijs, vermoedelijk zal be zoeken, menen wij, dat de behoefte aan een R.K. Technische School niet groot genoeg is om, overeenkomstig de bedoeling van artikel 2:5 van de Nijverheidsonderwijswet, de daaraan verbonden verhoging van de gemeentelijke uitgaven te- recht vaardigen Op grond hiervan geven wij U in overweging op het ver zoek van het bestuur- van de St. Aloysiusstichting te Amster dam afwijzend te beschikken. Leeuwarden, 15 Juni 1950. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden A.A.M. VAN DER HEULEN, Burgemeester. BAKKER, Secretaris. Verzonden 24 Juni 1950. Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1950. BIJLAGE NO. 112. BIJLAGE NO. 112. Aan de Gemeenteraad. Ter uitvoering van Uw besluit van 21 Juli 1948 (Bijlage no.112 tot aankoop van materieel ten behoeve van de invoering van het uniforme vuilnisemmersysteem, zijn in de loop van dit jaar rond 5000 emmers aangeschaft. Naar het zich laat aanzien zal dit aantal aan het eind van het jaar rond 12500 bedragen. Inmiddels zijn tevens 3 chassis voor de roltrommelauto's aangekocht. Met de bovenbouw hiervan is bereids begonnen. Hierdoor zal het binnen afzienbare tijd mogelijk zijn, de uniforme emmers voor een bepaalde stads wijk in gebruik te nemen. Te dien einde zullen echter voor schriften met betrekking tot de invoering van het nieuwe systeem moeten worden gegeven, terwijl voorts de voor deze diensten te betalen vergoeding moet worden geregeld. Tot dusver is de heffing van reinigingsrechten in deze gemeente op privaatrechtelijke basis geregeld, hetgeen van wettelijk standpunt bezien minder juist is. Het verdient dan ook aanbeveling de heffing thans bij belastingverorde ning te regelen. Dit geeft bovendien veel practische voor delen, omdat bij wanbetaling de Invorderingswet van 1845 kan worden toegepast, terwijl bij de privaatrechtelijke vorm van heffing het civiele recht van toepassing is. Wel is waar zijn tot dusver hier ter stede op dit punt weinig moeilijkheden gerezen, doch nu het gebruik maken van de vuilophaaldienst dwingend "wordt voorgeschreven, is het gevaar niet denkbeeldig, dat het aantal wanbetalers zal toe nemen. Op grond van vorenstaande overwegingen, stellen wij u dan ook voor de heffing en invordering van reinigingsrechten bij belastingverordening te regelen. Te dien einde hebben wij dan ook, nu de thans geldende verordening in verband met de invoering van het uniforme vuilnisemmersysteem toch moet worden gewijzigd, deze ver ordening omgewerkt bot een belastingverordening, waarvan het ontwerp hierna is opgenomen. De rechten, die met betrekking tot de huisvuilophaal- dienst geheven zullen worden, zijn omschreven in artikel 4, onder E, van deze ontwerp-ver ordening. In hoofdzaak komt de voorgestelde regeling hierop neer, dat voor het beschikbaars tellen en ledigen van een vuilnis emmer een jaarlijks recht van f. 1,25 verschuldigd is. Nor maal wordt per perceel één emmer beschikbaar gesteld. In bijzondere gevallen kan, met het oog op de samenstelling van net gezin, ter beoordeling van de Directeur van de Gemeente- memiging, een tweede emmer worden verstrekt. Voorts kunnen, in verband met de bestemming van het perceel - gedacht is hier aan bedrijven - meer dan 2 emmers in gebruik worden gogeven. Voor het afvoeren van in vuilnisemmers geborgen xui isvan de 3e emmer af, een afvoerrecht verschuldigd, uok wordt een recht geheven voor het uit een gebouw of van "en1er- halen en na lediging weer terug brengen van een (T."1|rilseiDinerNormaal is de bewoner namelijk verplicht de vuilnisemmer op de trottoirrand te plaatsen. Bij een grote e'veelheid vuil zal het echter nog wel eens voorkomen, -5; Pl&atsing op de trottoirrand moeilijkheden geeft, zo- +o °'e, Lemeentereiniging deze emmers zal moeten afhalen en -rug brengen. Voor deze dienst wordt nu een extra recht g sneven. "Ver-"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1950 | | pagina 465