Bij-lage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden1950. BIJLAGE NO. 112 niet voor een ander perceel of perceelsgedeelte het recht heeft betaald; d. indien eèn belastingplichtige vóór 1 juli van het be lastingjaar verhuist naar een perceel of perceelsge deelte, ten behoeve waarvan voor het eerst een vuil nisemmer ter beschikking wordt gesteld. Wordt bij verhuizing in het nieuwe perceel of perceels gedeelte een kleiner aantal emmers aangetroffen dan in het verlaten perceel of perceelsgedeelte, dan kan de belastingplichtige aanvulling tot het vorige aan tal emmers verlangen, zonder dat hr^j tot enige bij betaling voor het lopende belastingjaar is verplicht Art6 1. Het belastingjaar valt samen met het kalenderjaar. 2. Het recht wordt, behoudens in gevallen, dat het verschul digde recht eerst na de dienstverlening kan worden be paald, bij vooruitbetaling voldaan. 3. Indien de belastingplicht voor de diensten, bedoeld in artikel 4, letter E, sub 1 en 2aanvangt in de loop van het belastingjaar, doch niet na 1 Juli, is de belas- tingplichtige het volle recht verschuldigd; na 1 Juli wordt slechts de helft van het recht geheven. 4. Indien de belastingplicht voor de diensten, genoemd in artikel 4, onder de letters A, sub la, lb en ld, D (bij jaarabonnement) en E, sub b, aanvangt in de loop van het jaar, wordt het verschuldigde recht gesteld op zoveel vierde van de daargenoemde bedragen, als er kwartalen in het belastingjaar vallen, waarin van deze diensten ge bruik wordt gemaakt 5» Van de bedragen, genoemd in artikel 4, letter I, sub 2 en 3, i's verschuldigd door de belastingplichtige, die ingezetene van de gemeente is en wiens inkomen per jaar bedraagt f. 1500,-- en minder 10 f. 1501,-- tot f. 2000,-- 2 f. 2000,-- tot f. 2500,-- 50% f. 2500,-- tot f. 3000,-- 75 De belastingplichtige is gehouden binnen 10 dagen na de dienstverlening, ten genoegen van de Administrateur van de Gemeentereiniging, zijn inkomen aan te "bonen. Wordt binnen de hiervoor genoemde termijn hieraan niet voldaan, dan kan de volle aanslag worden opgelegd. Art. 7. 1. Onjuist vastgestelde aanslagen worden ambtshalve her zien. 2. In gevallen van bijzondere hardheid of indien de be lastingplichtige niet anders dan met buitengewoon be zwaar in staat is de opgelegde aanslag te voldoen, kan door de Administrateur van de Gemeentereiniging gehele of gedeeltelijke ontheffing van de opgelegde aanslag worden verleend. 3. Terugbetaling van geïnde rechten vindt op schrifte lijk verzoek van een belastingplichtige plaats- a. voor de helft, indien een aanvraag om dienstverle ning wordt ingetrokken, voordat met de uitvoering van deze dienst is begonnen; b. voor de helft bij dienstverlening, bedoeld in arti kel 4, letter A, sub la en 1b, indien iemand voor 1 Juli van het belastingjaar ophoudt genothebcende van het eigendom te zijn; itcu •Riilage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1950. BIJLAGE NO. 112. c. voor zoveel vierde gedeelten van het bedrag der aan slag als er nog kwartalen in het belastingjaar reste ren, waarin van de diensten, bedoeld, in artikel 4, letter A, sub la, lb en ld, D (bij jaarabonnement) en p sub b, geen gebruik wordt gemaakt, met dien verstan de, dat voor de diensten, genoemd onder letter A, sub la en 1b, alleen restitutie plaats vindt, indien de afschaffing van een privaatton een gevolg is van de faecalièhafvoer door lozing op het gemeenteriool; d. voor de helft bij dienstverlening, bedoeld in artikel 4, letter E, sub 1 en 2indien een belastingplichtige vóór 1 Juli van het belastingjaar verhuist naar een andere gemeente of naar een ander perceel of perceels gedeelte in de gemeente, waarvoor de Gemeentereiniging in dat jaar deze diensten niet verleent of heeft ver leend; e. ingeval van ontheffing, bedoeld onder 2 van dit artikel, tot het bedrag der verleende ontheffing. Art8 Het recht, waarvan de heffing in een vorig belasting jaar ten onrechte is achterwege gebleven, wordt van hem, die het recht verschuldigd is, of van zijn erfgenamen, nagevorderd, zolang niet sedert het tijdstip, waarop het recht verschuldigd was, drie jaren zijn verstreken. Art9 De invordering van het krachtens deze verordening ver schuldigde recht geschiedt tegen kwijting door of namens de Administrateur van de Gemeentereiniging. Art. 10 Bij weigering of nalatigheid het verschuldigde recht te voldoen geschiedt de invordering overeenkomstig de artikelen 291 tot 295 van de Gemeentewet. Art. 11. Voor de toepassing van de artikelen 299 en 30C van de Gemeentewet treedt de Administrateur van de Gemeente- reiniging of diens vervanger in de plaats van de Raad, van Burgemeester en Wethouders of van de Burgemeester Art. 12. 1. Deze verordening treedt in werking, behoudens voor de dienst, genoemd in artikel 4, letter E, sub 1, op 1 Januari 1951,met ingang van welke datum de verorde ning, houdende voorwaarden, waarop en tarieven,waar naar de Gemeentereiniging diensten verstrekt, vastge steld bij besluit van de Raad van 21 Juli 1948 (Gemeenteblad 1948, no. 17), vervalt, met dien ver stande, dat laatstbedoelde verordening van toepassing blijft op de diensten van een vóór 1 Januari 1951 aangevangen belastingjaar. 2. Voor de diensten, genoemd in artikel 4, letter P, sub 1, treedt deze verordening in werking met ingang van de dag, volgende op die, waarop de Koninklijke goed keuring op deze verordening ter kennis van het gemeen tebestuur is gekomen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1950 | | pagina 469