Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraau
van Leeuwarden, 1950. BIJLAGE N0.130.
2. Omtrent de toepassing van het bepaalde in het eerste lid
kunnen nadere regelen worden vastgesteld.
3- Indienstneming op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk
recht vindt niet plaatsindien de aard der betrekking geacht moe"
worden een privaatrechtelijk dienstverband uit te sluiten ten-
zij naar het oordeel van Burg. en Weth. het dienstbelang'anders
vereist.
HOOFDSTUK III.
Voorwaarden, waaronder door de gemeente indienstneming op
arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht plaats heeft.
Par. 1. Algemene bepalingen.
Artikel 3
Indienstneming op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht
geschiedt met inachtneming van de bepalingen van dit hoofdstuk.
Artike1 4
De bepalingen van dit hoofdstuk vinden slechts toepassing,
voor zover niet bij of krachtens een wet anders is of wordt
bepaald of voor zover niet een andere gemeentelijke regeling
om bijzondere redenen haar toepasselijkheid uitsluit.
Artikel 5»
Voor de toepassing van de in dit Hoofdstuk aangehaalde
artikelen van het Burgerlijk Wetboek "wordt onder "werkgever"
verstaan: het gezag, bevoegd tot indienstneming van de werk
nemer en onder "arbeider"de werknemer.
Par. 2. Van de indienstneming.
Artikel 6.
De indienstneming van personeel op arbeidsovereenkomst
naar burgerlijk recht geschiedt, tenzij bij of kaachtens
wettelijk voorschrift anders is bepaald, door of vanwege
Burgemeester en Wethouders.
Artikel 7.
1. De arbeidsovereenkomst wordt schriftelijk aangegaan.
Zij wordt in tweevoud opgemaakt en door beide partijen-onder
tekend.
2. De arbeidsovereenkomst houdt o.m. in:
a. welk geval, genoemd in artikel 2, eerste lid, tot indienst
neming op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht aanlei
ding heeft gegeven;
b. naar welke onderscheiding, genoemd in artikel 11, eerste
lid, het loon van de werknemer wordt bepaald.
3. Het bepaalde in artikel I637y van het Burgerlijk Wet
boek is van toepassing.
Artikel 8.
1* De arbeidsovereenkomst wordt aangegaan:
a. voor een bepaalde tijd;
b, voor onbepaalde tijd.
2. Omtrent de toepassing van het bepaalde in het eerste
lid kunnen nadere regelen worden vastgesteld
Artikel 9.
Ten aanzien van gehuwde vrouwen en minderjarigen, met -
wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht wordt ge
sleten, zijn de artikelen 1637f, I637g en 1637h van het
Burgerlijk Wetboek van toepassing.
"Art. 10"
Bi11age verslag der handelingen van de- gemeenteraad
van Leeuwarden, 1950. BIJLAGE NO. 130.
Artikel 10.
Artikel 14 van het Algemeen Ambtenarenreglement vindt
overeenkomstige toepassing,met dien verstande, dat in die
bepaling in de plaats van artikel 125 treedt artikel 134
der Ambtenarenwet '1929- Echter kan ten aanzien van. werkne
mers, wier loon is beparld overeenkomstig artikel 11,
eerste lid, sub a of d, worden volstaan met nederlegging
ter inzage,op een voor hen gemakkelijk toegankelijke plaats,
van deze verordening en de ter uitvoering daarvan getroffen
regelingen.
Par. 3« Van het loon.
Artikel 11.
1. Het loon van de werknemer wordt bij de arbeidsovereen
komst bepaald:
a. volgens de loonregeling, neergelegd in de collectieve
arbeidsovereenkomstgeldende voor overeenkomstig perso
neel in het particulier bedrijf;
b. volgens de loonregeling, geldende voor overeenkomstig per
soneel in ambtelijke dienst;
c. op een bedrag, gelijk aan of boven het minimum van de loon
schaal van Overeenkomstig personeel in ambtelijke dienst,
welk bedrag, ook na eventuele verhogingen, het maximum
der desbetreffende loonschaal niet mag overschrijden;
d. volgens de loonregeling, plaatselijk geldend voor de groep,
waarvan de werknemer deel uitmaakt;
e. op een bedrag, voor elk geval of voor elke te verrichten
dienst afzonderlijk vast te stellen.
2. Burg. en Weth. bepalen volgens welke van de in het
vorige lid onder.a tot en met e bedoelde regelingen de loon-
bepaling zal plaats hebben. Te. dien aanzien kunnen nadere
regelen worden vastgesteld, waarbij de in de vorige zinsnede
bedoelde bevoegdheid kan worden overgedragen.
3. Ten aanzien van aan de werknemer opgedragen werk buiten
de vastgestelde werktijden of buiten de bij dienstrooster
vastgestelde diensturen vindt het bepaalde in artikel 18 van
het Algemeen Ambtenarenreglement overeenkomstige toepassing,
tenzij voor de werknemer het loon is bepaald overeenkomstig
artikel 11, eerste lid, sub a.
Artikel 12
Geen loon is verschuldigd over de tijd, gedurende welke
de werknemer in strijd met zijn verplichting opzettelijk
nalaat zijn werkzaamheden te verrichten.
Artikel 13.
1. Tenzij bij de arbeidsovereenkomst anders is bepaald,
zal de uitbetaling van het loon geschieden als volgt:
a. indien het loon bij de week of bij kortere tijdruimte
is vastgesteld, per week;
b. indien het loon bij de maand of bij langere tijdruimte
is vastgesteldper maand.
2. De artikelen 1638f en 1638g van het Burgerlijk Wet
boek zijn van toepassing.
3. Bij de uitbetaling van het de werknemer toekomende
loon wordt, indien dit berekend over een jaar f. 400,--
of meer bedraagt, 4 pet. daarvan ingehouden.
4. De inhouding, bedoeld in het derde lid, wordt niet
toegepast, indien de werkneme'r in dienst is genomen voor
een tijdvak van zes maanden of korter, of indien hij,
voor onbepaalde tijd in dienst genomen, vermoedelijk niet
langer dan zes maanden in dienst zal blijven.
il Ij»