w Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1950. BIJLAGE NO. 134. BIJLAGE NO. 134. Aan de Gemeenteraad. Op ons voorstel van 19 Januari 1950 (bijlage no.13) besloot Uw Raad in zijn op 1 Februari j.l. gehouden verga dering de door het bestuur der Nederlands Hervormde School vereniging gevraagde medewerking tot stichting in het Oos ten van de stad van een derde school voor gewoon lager on derwijs te weigeren en wel op de overweging, dat er in het onderhavige geval (zie artikel 73lid 4, van de Lager- onderwijswet 1920) niet kon worden gesproken van een aan zienlijke toeneming of belangrijke verplaatsing van de be volking in het door adressant bedoelde deel der gemeente of van andere gewichtige omstandigheden tot schoolstich ting en er mitsdien slechts 34 van de 106 op de overgeleg de verklaringen voorkomende leerlingen (benodigd aantal 100) mochten worden medegerekend. Blijkens een op 18 Juli j.l. ingekomen en tot Uw Raad gericht (bij de stukken overgelegd) schrijven is vorenge noemd bestuur thans voornemens een hulpschool te stichten in het gebouw "Ons Huis" aan de Bleeklaan, welke het wenst beschouwd te zien als een dépendance van de aan de Druif streek gelegen Willem Lodewijkschool. Ten behoeve van de in "Ons Huis" onder te brengen klassen verzoekt het bestuur nu gelden uit de gemeentekas toe te staan voor de aanschaf fing van de voor deze uitbreiding benodigde nieuwe leermid delen. Gelet op de omstandigheden, waaronder Uw Raad in zijn vergadering van 1 Februari j.l. de aanvraag om medewerking te verlenen aan de stichting van een derde school heeft ge weigerd, is evenwel bij ons college de vraag gerezen, of deze nieuwe aanvrage ten doel heeft een uitbreiding van het aantal leerlingen aan de Willem Lodewijkschool, dan wel of zij niet moet worden beschouwd als een nieuwe, eerste stap om te geraken tot de stichting van de verlangde school, welke Uw Raad niet nodig heeft geoordeeld. Bij de nadere beschouwing van deze vraag nu is ons het volgende opgevallen: a. dat de woonplaatsen der leerlingen, die de hulpschool zullen bezoeken, op een niet abnormaal te noemen afstand (ten hoogste resp. 1.6 km en 2.3 km) van de beide bestaan de scholen der vereniging zijn verwijderd; b. dat voor deopneming van leerlingen op de beide bestaan de scholen voldoende plaats is, aangezien op elk dier scho len één lokaal niet voor het onderwijs wordt gebruikt; c. dat er, waar blijkens verklaring van het schoolbestuur de ouders van de nieuwe adspirant-leerlingen niet genegen zijn om hun kinderen naar de bestaande scholen te sturen, bij de onderhavige aanvrage moeilijk gesproken kan worden van een noodzakelijke uitbreiding van de Willem Lodewijk school; d. dat van de 102 leerlingen, die volgens opgave de hulp school zouden bezoeken, er 70 zijn, die voorkomen op de lijst, welke is overgelegd bij de aanvrage om medewerking tot stichting van een nieuwe school. Al deze omstandigheden nu, bezien in haar onderling ver band en in het licht van de beslissing van Uw Raad van 1 Februari j.l., hebben ons na nauwgezette overweging tot "de

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1950 | | pagina 506