Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1950 BIJLAGE NO.150. Aangezien de gemeente als aandeelhoudster tot de N.V, Bouw- kas Noord-Nederlandse Gemeenten is toegetreden en er naar on ze mening voldoende aanleiding is om ter bevordering van de uitbreiding van woongelegenheid binnen deze gemeente aan het onderhavige verzoek te voldoen, geven wij Uw Vergadering, onder mededeling, dat de Financiële Commissie zich hiermede kan verenigen, in overwoging te besluiten: 1 de gevraagde garantie te verlenen overeenkomstig de in het bij de stukken ter inzage gelegde concept-besluit vermei de voorwaarden; 2. de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting te ver zoeken het Rijk te doen deelnemen in een eventueel uit de voornoemde garantie ontstaand verlies tot het ingevolge art. 27, lid 2, der Financieringsregeling Woningbouw 1948 hoogst toegelaten bedrag. Leeuwarden, 24 Augustus 1950. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, A.A.M. VAN DER MEULEN, Burgemeester. T. BAKKER, Secretaris. Verzonden 26 Augustus 1950. Bijlaè>e tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1950. BIJLAGE NO. 151 BIJLAGE NO. 151 Aan de Gemeenteraad. Bij besluit d.d. 24 Mei 1943, no.2410, van de Burge meester dezer gemeente, waarnemende de taak van de Gemeenteraad, is van J.Kooi, vertegenwoordiger van het Algemeen Nederlands Beheer van Onroerende Goederen, alhier, aangekocht het perceel Raadhuisplein no.32, alhier, voor de prijs van f. 5750,-, ver hoogd met kosten, vallende op de eigendomsoverdracht. Voormeld besluit is door de Commissaris van de Provincie Fries land, waarnemende de taak van Gedeputeerde Staten dier Provin cie, goedgekeurd bij diens besluit van 8 Juli 1 943, no. 177, 2e afdeling. Door de oorspronkelijke eigenaren van het bedoelde perceel (de familie Levie Cohen, te Groningen) is na de bevrijding door tussenkomst van de Raad voor het Rechtsherstel, afdeling Onroe rende Goederen, te 's Gravenhage, met betrekking tot dit per ceel rechtsherstel verzocht. Het verkrijgen van het gevraagde rechtsherstel zou betekenen, dat het onroerend goed door de ge meente aan de oorspronkelijke eigenaren zou moeten worden te ruggegeven. Aangezien het bezit van het destijds aangekochte perceel voor de gemeente van zeer groot belang is, daar het door zijn ligging uitermate geschikt is om te voorzien in de steeds drin gender wordende behoefte aan kantoorruimte voor de gemeente dienst, hebben wij aan genoemde Raad verzocht te willen mede delen, of de voormalige eigenaren bereid zijn om het gemelde onroerend goed bij deze gemeente te doen blijven. Op deze vraag is een bevestigend antwoord ontvangen en ter regeling van het onderhavige geschil is door de Raad voorgesteld de huidige verkoopwaarde van het perceel te doen vaststellen door drie deskundigen, van wie één te benoemen door de familie Cohen, één door de gemeente en de derde door de twee eerstgenoemden gezamenlijk. Door deze commissie is sindsdien de waarde van het pand gesteld op f. 7000,-. Als verdere voorwaarde werd door be langhebbenden gesteld, dat dit bedrag van f. 7000,- ter verre kening van een niet nader vast te stellen exploitatiesaldo wordt verhoogd met een bedrag, gelijk aan 4$ rente per jaar, zulks gerekend van de dag van aankoop van het perceel tot de dag van het rechtsherstel. Daartegenover echter zal de familie Cohen aan de gemeente restitueren? a. het bedrag van de bij de aankoop door de gemeente uit de destijds betaalde koopsom afgeloste hypotheek,ad f. 4000,-; b. de daarvan verschuldigde rente a 3-5$ per jaar, gerekend van 1 November 1943, tot de dag van het rechtsherstel; c. de royementskosten ad f. 16,50. De som van het door de drie deskundigen vastgestelde bedrag ad f. 7000,- en de rente van per jaar van dit bedrag, ge schat op f. 1900,-, totaal derhalve f. 8900,-, verminderd met de som van de hiervoor sub a, b en c bedoelde bedragen, geraamd op -r f. 5000,-, dient dus door de gemeente in contanten te worïïen voldaan aan de familie Cohen (verschil bedraagt f. 3900,-). Voor het restant van de destijds betaalde koopsom (f5750,- 4000,- f. 1750,-), hetwelk in kas is geble ven bij de Niederlandische Grundstücksverwaltungbestaat een vordering op die instelling. Deze vordering zal aan de gemeen te worden gecedeerd. Welke de waarde van deze vordering"is en wanneer de uitbetaling daarvan zal kunnen plaats hebben, staat thans nog niet vast. Verder zullen de kosten van het opmaken van de akte, betref fende de regeling van het onderhavige geschil ad f91,88, de kosten, verschuldigd aan de afdeling Onroerende Goederen van de Raad voor het Rechtsherstel ad f. 25,75, de kosten van de raads man van de oorspronkelijke eigenaren ad f. 91,88, alsmede de "kos

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1950 | | pagina 537