Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1950. BIJLAGE NO.183.
"betaald, dan wel onder hypothecair verband achter de door de
gemeente gegarandeerde geldlening wordt verkregen.
Yan der Geest, voornoemd, kan geacht worden solvabel en
solide te zijn en er is naar onze mening voldoende aanleiding
om, ter verbetering van de woongelegenheid, aan het onderha-"
vige verzoek te voldoen. Een ontwerp-besluitovereenkomstig
de terzake door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten op
gemaakte redactie, leggen wij hierbij over.
Onder mededeling dat de Financiële Commissie zich hier
mede kan verenigengeven wij Uw Vergadering in overweging te
besluiten:
1. de gevraagde garantie te verlenen, overeenkomstig de in
bijgevoegd ontwerp-besluit vermelde voorwaarden;
2. de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting te ver
zoeken het Rijk te doen deelnemen in een eventueel uit de
voornoemde garantie ontstaand verlies tot het, ingevolge
art. 27, lid 2, der Financieringsregeling Woningbouw 1948,
hoogst toegelaten bedrag.
Leeuwarden, 5 October 1950.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
4.A.M. VAN DER MEULEN, Burgemeester.
M.D. DE JONG 1.Secretaris.
ONTWERP"
Verzonden 7 October 1950
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1950. BIJLAGE NO.183.
ONTWERP.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gezien een verzoekschrift van de heer E.A. van der Geest
(hierna te noemen: de bouwspaarder)wonende alhier, tot be
koming van een borgtocht der gemeente ter zake van een door
de N.V. Bouwkas "Rohyp" gevestigd te Utrecht, kantoorhou-
dende te Amsterdam (hierna te noemen: de Bouwkas), aan de
bouwspaarder te verstrekken hypothecaire geldlening, ten be
hoeve van de bouw van een woonhuis aan de Potgieterstraat
te Leeuwarden, op het perceel, kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden, sectie D, nummer 4733;
Overwegende, dat vorenbedoelde bouw zal geschieden met
toepassing van de Financieringsregeling Woningbouw 1948
(hierna aan te duiden als F.W. 1948)
dat de stichtingskosten van vorenbedoelde woning, waar
onder in dit besluit worden verstaan de stichtingskosten,
zoals deze ingevolge artikel 11 van de F.W. 1948 door de
Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting zijn vastge
steld, in totaal f. 11.807,- zullen bedragen;
dat het onrendabele gedeelte van de bouwkosten in ver
band met het bepaalde in artikel 11 van de F.?/. 1948 moet
worden gesteld op f. 6.213,-;
dat in artikel 27 van deze regeling bepaald wordt, dat
het Rijk op het verzoek van het gemeentebestuur kan deelne
men in een eventueel verlies, dat de gemeente zou lijden
door het garanderen van een ten behoeve van de bouw door
een derde te verstrekken geldlening, mits ten minste 15
der stichtingskosten door de eigenaar uit eigen middelen
wordt betaald, dan wel onder hypothecair verband achter de
door de gemeente verstrekte of gegarandeerde geldlening
wordt verkregen;
dat de bouwspaarder, voornoemd, bij de Bouwkas heeft
gespaard een bedrag van f. 1.131,-, zijnde 20 van het
verschil tussen de stichtingskosten en het onrendabele deel
der bouwkosten, welk spaarkapitaal echter nog niet voor uit
kering in aanmerking komt
dat voormeld spaarkapitaal, zolang het nog niet voor
uitkering in aanmerking komt, zal strekken tot meerdere ze
kerheid van de hierna bedoelde, onder verband van eerste
hypotheek te verstrekken geldlening;
dat voormeld spaarkapitaal, wanneer het voor uitkering
in aanmerking kcmt, voorzover het 20 van het verschil
tussen de stichtingskosten en het onrendabele deel der bouw
kosten, derhalve f. 1.119,-, niet te boven gaat, in minde
ring moet worden gebracht op de hierna te noemen onder ver
band van tweede hypotheek te verstrekken geldlening en
voor het-restant op dat gedeelte van de hierna bedoelde
geldlening onder verband van eerste hypotheek, dat niet
door de gemeente is gegarandeerd;
dat de Bouwkas terzake van de bedoelde bouw aan de
bouwspaarder een geldlening onder verband van eerste hypo
theek zal verlenen tot een bedrag van f, 10.035,-, uitma
kende 85 van de stichtingskosten, waarvan een gedeelte,
groot f. 5.594,-, verband houdt met de rendabele kosten van
deze bouw en het restant ad f. 4.441.,- deel uitmaakt van de
onrendabele kosten, alsmede een geldlening onder verband
van tweede hypotheek tot een bedrag van f. 1.772,-, zijnde
het restant der onrendabele bouwkosten;
dat deze geldleningen zullen worden verstrekt onder
de volgende voorwaarden: