Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1950. BIJLAGE NO. 183.
a. over het bedrag der bedoelde geldleningen, dat door de
gemeente zal worden gegarandeerd, zal een rente verschul
digd zijn van 3,$ per jaar gedurende de eerste 10 jaren
en daarna van 3"? per jaar;
b. de aflossingen op de bedoelde geldleningen zullen zodanig
worden geregeld, dat de schulden na 30 jaren zullen zijn
gedelgd
dat er voldoende aanleiding is om, ter bevordering van
de uitbreiding van woongelegenheid binnen deze gemeente, aan
de Bouwkas, overeenkomstig het verzoek van de bouwspaarder,
een garantie te verlenen, zoals deze hierna zal worden om
schreven
BESLUIT!
A. met de Bouwkas aan te gaan een overeenkomst, waarbij
de gemeente zich tegenover deze verbindt, rechtstreeks te
waarborgen de tijdige betaling van rente en aflossing van!
I. een zodanig gedeelte van de hiervoor bedoelde geldlening,
groot f. 10.035,-, door de Bouwkas aan de bouwspaarder
te verstrekken onder verband van eerste hypotheek (hypo
thecair onderpand van het te bouwen woonhuis met erf op
het perceel, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sec
tie D, nummer 4733), dat, vermeerderd met het sub II ge
noemde bedrag van f. 1.772,-, gelijk is aan de onrendabele
bouwkosten, zijnde dit gedeelte derhalve f. 6.213,- -
f. 1.772,- f. 4.441,-;
II. de hiervoor bedoelde, onder verband van tweede hypotheek
(hypothecair onderpand het hierboven vermelde woonhuis
met erf) te verstrekken geldlening, groot f. 1.772,-;
zulks onder de volgende voorwaarden;
a. met toepassing van artikel 16, derde lid, sub c, van de
E.W. 1948 behoort het recht op de daar bedoelde jaarlijkse
bijdrage in de door de Minister van Wederopbouw en Volks
huisvesting ingestelde administratie te worden overgeschre
ven ten name van de Bouwkas. De jaarlijkse bijdrage, be
doeld in hoofdstuk II van de E.W. 1948, welke in verband
met deze overschrijving aan de Bouwkas wordt uitgekeerd,
wordt door deze, voor zoveel nodig, aangewend ter voldoe
ning, namens de bouwspaarder, van de rente, verschuldigd
voor het bedrag van f. 4.441,-, deel uitmakende van de
onder verband van eerste hypotheek te verstrekken geldle
ning, alsmede van de rente voor het bedrag van f. 1.772,-,
zijnde de onder verband van tweede hypotheek te verstrek
ken geldlening, van welke leningen de gemeente de tijdige
betaling onder meer van deze rente heeft gegarandeerd, zul
lende derhalve zowel de bouwspaarder, als de gemeente, voor
de betaling van deze rente gekweten zijn, als uitbetaling
der bijdrage aan de Bouwkas heeft plaats gehad, en wel jaar
lijks ten hoogste tot het bedrag der uitbetaalde bijdrage,
zulks met dien verstande, dat de jaarlijkse bijdrage in de
eerste plaats wordt aangewend voor voldoening van de rente
voor het deel, groot f. 4.441,-, van de onder verband van
eerste hypotheek te verstrekken geldlening en voor het
eventueel resterende gedeelte voor de rente van de geldle
ning, groot f. 1.772,-, te verstrekken onder verband van
tweede hypotheek;
b. de uitkering ineens, bedoeld in artikel 14 der E.W. 1948,
welke in verband met deze overschrijving aan de Bouwkas
wordt uitgekeerd, wordt door deze, voor zoveel nodig, aan
gewend ter (c.q. gedeeltelijke) aflossing, namens de bouw
spaarder van het bedrag der geldleningen, waarvoor de ge
meente de tijdige betaling onder meer van deze aflossing
heeft gegarandeerd, zullende derhalve zowel de bouwspaar
der, als de gemeente, voor betaling van deze aflossing ge
kweten zijn, als de uitbetaling der uitkering ineens aan
"de"
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1950. BIJLAGE NO.183*
de Bouwkas heeft plaats gehad, en wel ten hoogste tot het
bedrag dezer uitkering, zulks met dien verstande, dat de
uitkering ineens in de eerste plaats wordt aangewend ter
aflossing van het door de gemeente gegarandeerde deel,
groot f. 4.441,-, van de onder verband van eerste hypo
theek te verstrekken geldlening en voor het eventueel res
terende gedeelte voor de aflossing van de lening, groot
f. 1.772,-, te verstrekken onder verband van tweede hy
potheek
c. indien het bedrag, waarmede de bouwspaarder blijkens het
spaarcontract in de Bouwkas heeft deelgenomen, tot uitke
ring is gekomen, zal dat gedeelte van het door de bouw
spaarder bij de Bouwkas gespaarde bedrag, dat gelijk is
aan 2 0 van het verschil tussen de stichtingskosten en
het onrendabele gedeelte der bouwkosten, derhalve f.1.119,-,
worden gebruikt ter aflossing van de door de Bouwkas on
der verband van tweede hypotheek te verstrekken geldlening,
thans groot f. 1.772,-. Zodra genoemde aflossing heeft
plaats gevonden, wordt het door de gemeente gegarandeerde
gedeelte van de geldlening, te verstrekken onder verband
van eerste hypotheek, welk gedeelte thans f. 4.441,- be
draagt, met f. 1.119,-, derhalve tot f. 5*560,-, verhoogd;
d. wanneer bij nadere beschikking van de Minister van Weder
opbouw en Volkshuisvesting, om welke reden dan ook, het
onrendabele gedeelte der bouwkosten op een lager bedrag
darrf. 6.213,- wordt vastgesteld, zal de bouwspaarder ver
plicht zijn op het daardoor toegenomen bedrag der rendabele
kosten af te lossen op dezelfde voorwaarden, als op het
oorspronkelijke bedrag der rendabele kosten en binnen de
dan nog resterende tijd van de voor de aflossing van het
oorspronkelijke bedrag der rendabele kosten bepaalde periode;
e. de Bouwkas heeft zorg te dragen, dat het pand, waarvoor de
te garanderen geldleningen werden aangegaan, tijdens de duur
van de overeenkomst, zodanig tegen brandschade is en blijft
verzekerd, dat de kosten van herbouw of restauratie, ten
gevolge van brand, volledig door de verzekeringmaatschap
pij (en) worden terugbetaald; bij deze verzekering moet het
beding, bedoeld in artikel 297 van het Wetboek van Koophan
del, worden gemaakt; herbouw of restauratie is verplicht,
zolang de gemeente zich garant stelt;
f. indien de gemeente op grond van deze overeenkomst aan haar
verplichtingen als borg heeft voldaan en derhalve in de
rechten der Bouwkas is getreden, verleent de Bouwkas haar
nu voor alsdan de bevoegdheid om desgewenst tot executie
van het onderpand over te gaan, onder gehoudenheid van de
gemeente om uit de opbrengst van het onderpand in de eerste
plaats te voldoen de bedragen wegens hoofdsom, rente en kos
ten, welke de Bouwkas ten tijde van de executie terzake van
bovenomschreven hypothecaire geldleningen van de bouwspaar
der heeft te vorderen en, zo deze opbrengst niet toereikend
mocht zijn, het ontbrekende, voorzover de gegeven garantie
haar daartoe verplicht, tegelijkertijd aan de Bouwkas te
voldoen
g. de gemeente doet afstand van het voorrecht van uitwinning,
door de wet aan de borgen toegekend, alsmede van de in arti
kel 1887 van het Burgerlijk Wetboek aan borgen verleende
bevoegdheid.
B. Aan de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting te
verzoeken tot deelneming van het Rijk in een eventueel uit de
garantie van de onder A, sub I, van dit besluit genoemde geld
lening ontstaand verlies tot het ingevolge artikel 27, lid 2,
der Einancieringsregeling Y/oningbouw 1948 hoogst toelaatbare
bedrag.
0 Leeuwarden,
De Raad voornoemd,
Voorzitter.
4 t
1
«üJV-0 s»>