Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1950. BIJLAGE NO.184.
dat deze geldleningen zullen worden verstrekt on
der de volgende voorwaarden:
a. over het bedrag der bedoelde geldleningen, dat door
de gemeente zal worden gegarandeerd, zal een rente
verschuldigd zijn van 3$ per Jaar gedurende de eerste
10 Jaren en daarna van 3per Jaar;
b. de aflossingen op de bedoelde geldleningen zullen
zodanig worden geregeld, dat de schulden na 30 Jaren
zullen zijn gedelgd;
dat er voldoende aanleiding is om ter bevordering
van de uitbreiding van woongelegenheid binnen deze gemeente
aan de Bouwkasovereenkomstig het verzoek van de bouwspaar-
der, een garantie te verlenen, zoals deze hierna zal worden
omschreven;
BESLUIT:
A. met de Bouwkas aan te gaan een overeenkomst, waarbij
de gemeente zich tegenover deze verbindt, rechtstreeks te
waarborgen de tijdige betaling van rente en aflossing van:
I. een zodanig gedeelte van de hiervoor bedoelde geldlening,
groot f.10.035,-, door de Bouwkas aan de bouwspaarder
te verstrekken onder verband van eerste hypotheek (hypo
thecair onderpand van het te bouwen woonhuis mot erf op
het perceel, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, Sectio
D, nummer 4732),dat, vermeerderd met hot sub II genoomde
bedrag van f.1.772,-, gelijk is aan de onrendabele bouw
kosten, zijnde dit gedeelte derhalve f.6.213,- - f.1 .772,-
f.4.441,-;
II.de hiervoor bedoelde onder verband van tweede hypotheek
(hypothecair onderpand het hierboven vermelde woonhuis
met erf) te verstrekken geldlening, groot f.1.772,-;
zulks onder de volgende voorwaarden:
a. met toepassing van artikel 16, derde lid, sub c, van de
P.V. 1948 behoort het recht op de daar bedoelde jaar
lijkse bijdrage in de door de Minister van Wederopbouw
en Volkshuisvesting ingestelde administratie te worden
overgeschreven ten name van de Bouwkas. De jaarlijkse
bijdrage, bedoeld in hoofdstuk II van de F.W. 1948, welke
in verband met deze overschrijving aan de Bouwkas wordt
uitgekeerd, wordt door deze, voor zoveel nodig, aangewend
ter voldoening, namens de bouwspaarder, van de rente, ver
schuldigd voor het bedrag van f.4.441,-, deel uitmakende
van de onder verband van eerste hypotheek te verstrekken
geldlening, alsmede van de rente voor het bedrag van
f.1.772,-, zijnde de onder verband van tweede hypotheek te
verstrekken geldlening, van welke leningen de gemeente de
tijdige betaling onder meer van deze rente heeft gegaran
deerd zullende derhalve zowel de bouwspaarder als do ge
meente voor betaling van deze rente gekweten zijn, als
uitbetaling der bijdrage aan de Bouwkas heeft plaats gehad,
en wel jaarlijks ten hoogste tot het bedrag der uitbetaal
de bijdrage, zulks met dien verstande, dat de jaarlijkse
bijdrage in de eerste plaats wordt aangewend voor voldoening
van de rente voor hot deel, groot f.4.441,-, van de onder
verband van eerste hypotheek te verstrekken geldlening en
voor het eventueel resterende gedeelte voor de rente van de
geldlening, groot f.1.772,-, te verstrekken ondor verband va:
tweede hypotheek;
b. de uitkering ineens, bedoeld in artikel 14 der P.W. 1948
welke in verband met deze overschrijving aan de Bouwkas
wordt uitgekeerd, wordt door deze, voor zoveel nodig,
aangewend ter (c.q. gedeeltelijke aflossing, namens de
bouwspaarder van het bedrag der geldleningen, waarvoor
de gemeente de tijdige betaling onder meer van deze af
lossing heeft gegarandeerd, zullende derhalve zowel de
"bouw-
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1950. BIJLAGE NO.184.
bouwspaarder als de gemeente voor betaling van deze aflos
sing gekweten zijn, als de uitbetaling der uitkering in
eens aan de Bouwkas heeft plaats gehad, en wel ten hoogste
tot het bedrag dezer uitkering, zulks met dien verstande,
dat de uitkering ineens in de eerste plaats wordt aangewend
ter aflossing van het door de gemeente gegarandeerde deel,
groot f.4.441 van de onder verband van eerste hypotheek
te verstrekken geldlening en voor het eventueel resterende
gedeelte voor de aflossing van de lening, groot f.1.772,-,
te verstrekken onder verband van tweede hypotheek;
c. indien het bedrag, waarmede de bouwspaarder blijkens het
spaarcontract in de Bouwkas heeft deelgenomen, tot uitkering
is gekomen, zal dat gedeelte van het door de bouwspaarder
bij de Bouwkas gespaarde bedrag, dat gelijk is aan 20van
het verschil tussen de stichtingskosten en het onrendabele
gedeelte der bouwkosten, derhalve f.1.119,—, worden gebruikt
ter aflossing van de door de Bouwkas onder verband van twee
de hypotheek te verstrekken geldlening, thans groot f.1.772,-.
Zodra genoemde aflossing heeft plaats gevonden, wordt het
door de gemeente gegarandeerde gedeelte van de geldlening,
te verstrekken onder verband van eerste hypotheek, welk ge
deelte thans f.4.441,- bedraagt, met f.1.119,-, derhalve
tot f.5.560,-verhoogd
d. wanneer bij nadere beschikking van de Minister van Weder
opbouw en Volkshuisvesting, om welke reden dan ook, het on
rendabele gedeelte der bouwkosten op een lager bedrag dan
f.6.213,- wordt vastgesteld, zal de bouwspaarder verplicht
zijn op het daardoor toegenomen bedrag der rendabele kos
ten af te lossen op dezelfde voorwaarden, als op het oor
spronkelijk bedrag der rendabele kosten en binnen de dan nog
resterende tijd van de voor de aflossing van het oorspronke
lijke bedrag der rendabele kosten bepaalde periode;
e. de Bouwkas heeft zorg te dragen, dat het pand, waarvoor de te
garanderen geldleningen worden aangegaan, tijdens de duur
van de overeenkomst, zodanig tegen brandschade is en blijft
verzekerd, dat de kosten van herbouw of restauratie, tenge
volge van brand, volledig door de verzekeringsmaatschappij
(en) worden terugbetaald; bij deze verzekering moet het be
ding, bedoeld in artikel 297 van het Wetboek van Koophandel,
worden gemaakt; herbouw of restauratie is verplicht zolang
de gemeente zich garant stelt;
f. indien de gemeente op grond van deze overeenkomst aan haar
verplichtingen als borg heeft voldaan, en derhalve in de
rechten der Bouwkas is getreden, verleent de Bouwkas haar nu
voor alsdan de bevoegdheid om desgewenst tot executie van
het onderpand over te gaan, onder gehoudenheid van de gemeen
te om uit de opbrengst van het onderpand in de eerste plaats
te voldoen de bedragen wegens hoofdsom, rente en kosten, welke
de Bouwkas ten tijde van de executie terzake van bovenomschre
ven hypothecaire geldleningen van de bouwspaarder heeft te
vorderen en, zo deze opbrengst niet toereikend mocht zijn,
het ontbrekende, voorzover de gegeven garantie haar daartoe
verplicht, tegelijkertijd aan de Bouwkas te voldoen;
g. de gemeente doet afstand van het voorrecht van uitwinning
door de wet aan de borgen toegekend, alsmede van de in artikel
1887 van het Burgerlijk Wetboek aan borgen verleende bevoegd
heid
B.Aan de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting te ver
zoeken tot deelneming van het Rijk in een eventueel uit de ga
rantie van de onder A, sub Ivan dit besluit genoemde geldle
ning ontstaan verlies tot het ingevolge artikel 27, lid 2, der
Financieringsregeling Woningbouw 1948 hoogst toelaatbare bedrag.
Leeuwarden
De Raad voornoemd
Voorzitter.
Secretaris