'I I
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1950. BIJLAGE U0.185.
BIJLAGE HO. 185.
Aan de Gemeenteraad.
Bij Raadsbesluit van 17 September 1947, no.4238, is
besloten tot deelneming in het kapitaal van de H.V.Bouwkas
Boord-Nederlandse Gemeenten tot een bedrag van f. 30.000,-.
De heer H.Westerhuisbouwspaarder bij de plaatselijke af
deling hier ter stede, wordt thans in de gelegenheid gesteld
tot het bouwen van een woning over te gaan. De Bouwkas voor
noemd heeft ons verzocht Uw Raad voor te stellen de aan deze
bouwspaarder te verstrekken geldleningen, welke hij van de
Bouwkas, ter financiering van de bouw van een burgerwoning aan
de Vincent van Goghstraat, onder hypothecair verband zal ont
vangen, te garanderen.
De totale bouwkosten zullen bedragen f. 18.675,-
Rijkssubsidie (z.g. onrendabele bouwsom) 6.875,-
Door bouwspaarder aan te vragen kapitaal
(z.g. rendabele bouwsom)
f
11.800
ti
3.800,-
f
8.000,-
Gestort met inbegrip van rente f.2.280,43
Onkosten spaarperiode 81,-
tt
2.199,43
Lening voor het rendabele deel
f
5.800,57
Lening als voorschot op Rijkssubsidie
(voor het onrendabele deel)
ti
6.875,-
Totaal der te garanderen lening f. 12.675,57
Hiervan onder verband van eerste hypotheek
(hoogstens 85$ der stichtingskosten) si 10.445,57
Onder verband van tweede hypotheek f. 2.230,-
Krachtens art. 27 van de Financieringsregeling Woningbouw
1948 kan het Rijk, op verzoek van het gemeentebestuur, deel
nemen in een eventueel verlies, dat de gemeente zou lijden
door het garanderen van een ten behoeve van de bouw van een wo
ning door een derde te verstrekken geldlening, voor zover de
garantie een lening betreft niet hoger dan 85% der stichtings
kosten, zoals deze ingevolge art. 11 van de F.W. 1948 door de
Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting worden vastgesteld.
Deze deelneming bedraagt negen/tienden van het verlies, voor
zover dit verlies een bedrag, gelijk aan 15$ der stichtingskos
ten, niet overschrijdt.
Het ligt in het voornemen van de Bouwkas aan bouwspaarder
H.Westerhuisvoornoemd, een geldlening te verstrekken onder
verband van eerste hypotheek, ten bedrage van f. 10.445,57, en
een geldlening onder verband van tweede hypotheek, ten bedrage
van f. 2.230,-, zoals hierboven is becijferd.
Het recht op de in art. 16, derde lid, sub c, van de F.W.
1948 bedoelde jaarlijkse bijdrage, groot 4$ van de onrendabele
bouwkosten ad f. 6.875,-, zal worden overgeschreven ten name
van de Bouwkas en worden aangewend ter voldoening, namens de
bouwspaarder, van de rente, verschuldigd voor het gedeelte van
het bedrag der geldleningen, overeenkomende met de onrendabele
bouwkosten, zoals deze door de Minister voornoemd zijn vastge
steld.
De uitkering ineens, bedoeld in art. 14 van de genoemde Fi
nancieringsregeling, zal eveneens aan de Bouwkas worden uitge
keerd en worden aangewend ter (c.q. gedeeltelijke) aflossing,
"na-"