Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1950. BIJLAGE B0.186.
BIJLAGE NO. 186.
Aan de Gemeenteraad.
Zoals wij reeds in ons voorstel van 15 Juli 1950 inzake
het plan tot de bow van 24 woningen aan de Boomgaardstraat
door de woningstichting "Patrimonium'' hebben medegedeeld,
is het de bedoeling, dat deze woningstichting in dezelfde
omgeving ook nog 93 étagewoningen laat bouwen. Het bestuur
van de woningstichting heeft bereids hiertoe de bouwplannen
bij ons College ingediend met het verzoek de hiervoor beno
digde bouwcredieten beschikbaar te stellen.
Met de ingediende bouwplannen, welke bij de stukken zijn
ter inzage gelegd, kunnen wij ons wel verenigen, zodat naar
ons oordeel tegen inwilligiging van het verzoek dan ook geen
bezwaar bestaat.
Tot dusver ging het Rijk bij de vaststelling van de
rijksbijdrage in het exploitatietekort van woningwetwoningen
uit van het stelsel van de individuele bouwkosten, waarbij
in principe het standpunt werd ingenomen, dat de werkelijke
exploitatiekosten, berekend aan de hand van de hiertoe van
rijkswege aangehouden normen, verminderd met de exploitatie
kosten, berekend naar het kostenpeil van Mei 1940, de rijks
bijdrage vormde. Be exploitatiekosten per Mei 1940 vormden
hierbij de opbrengst van de huur der woningen.
In de plaats van deze regeling is thans de beschikking
bijdragen woningwetbouw 1950 getreden. Deze regeling gaat
uit van de toekenning van een rijksbijdrage overeenkomstig
een bepaald schema, waarbij de rijksbijdrage hoger wordt al
naar gelang het geboden woongerief in verband met het aantal
personen, dat in de woning kan worden gehuisvest, toeneemt.
Het bedrag van de bijdragen varieert van f.170,-- (voor een
eengezinswoning voor ouden van dagen) tot f. 350,-- (voor
een étagewoning met 13 slaapplaatsen). Hierbij komt dan nog
in bepaalde gevallen een toeslag in verband met extra kosten
van fundering en voor bouwrijpmaken van de grond.
De theoretische berekening van de huurprijs, die,zoals
hiervoor reeds gezegd, tot dusver door middel van reductie
factoren uit de stichtingskosten werd afgeleid, wordt ver
vangen door een huurprijsbepaling, waarbij de huur schatten-
derwijs wordt aangepast bij die van de aanwezige woningvoor
raad. Bij de bepaling van deze laatste huurprijs moet niet
alleen op de inhoud van de woning worden gelet, maar vooral
het geboden woongerief dient basis voor vergelijking te zijn.
Bovendien dient er op te worden gelet, dat de huren voor de
nieuwe woningen op een peil staan, dat 130% bedraagt van het
huurpeil naar de toestand van Mei 1940.
Bij de opstelling van het schema voor de bepaling van de
rijksbijdrage, heeft het Rijk een rentevergoeding naar 3Ï%
over de theoretische kapitaalsinvestering in acht genomen.
Bij de oude regeling ging het Rijk uit van een fictieve rente
van 4% 's jaars over het geïnvesteerde kapitaal. Tengevolge van
deze renteverlaging dreigt het gevaar hier, dat de in verband
met het aan de exploitatie verbonden risico te vormen reser
ves, niet voldoende zullen zijn. Teneinde dit te ondervangen,
zal het nodig zijn, dat de huren tot het peil van 130% van het
peil Mei 1940 worden opgevoerd en de[niet theoretisch berekende
huur wordt aangehouden.
Blijkens de ingediende bouwplannen van de woningstichting
"Patrimonium" worden de bouwkosten voor de 93 étagewoningen
geraamd op f. 1.007.200,--. Deze kosten zijn iets hoger dan
normaal, aangezien er bij de bouw van deze woningen op moet
worden gerekend, dat de woningen op een paalfundering zullen
moeten worden gebouwd.
"De"