Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1950. BIJLAGE WO.191.
ONTWERP V
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
BESLUIT
1. in te trekken de Besluiten d.d. 5 Juli 1943 en 16 Augustus
1943 van de Burgemeester van Leeuwarden, waarnemende de
taak van de Raad dier gemeente (Gemeenteblad 1943» no. 7);
2. vast te stellen de navolgende verordening:
"VERORDENING ter voorkoming, we
ring of beteugeling van besmet
telijke ziekten op scholen en
in kinderbewaarplaatsen.
Artikel 1
Voor de toepassing dezer verordening wordt verstaan onder:
"Besmettelijke-Ziektenwet"de Besmettelijke-Ziekfcenwet,
Staatsblad 1928, no. 265;
"Wet besmettelijke ziekten personeel onderwijsinrichtingen":
de wet van 7 December 1934, Staatsblad no. 642, tot bescher
ming van leerlingen tegen de gevolgen van besmettelijke ziek
ten van personeel van inrichtingen van onderwijs;
"Besluit besmettelijke ziekten personeel onderwijsinrichtin
gen" het Koninklijk Besluit van 15 Januari 1935, Staatsblad
no. 14, tot uitvoering van artikel 2, vijfde lid, artikel 3,
vijfde lid en artikel 9 der wet van 7 December 1934, Staats
blad no. 642, tot bescherming van leerlingen tegen de gevol
gen van besmettelijke ziekten van personeel van inrichtingen
van onderwijs;
"Inspecteur": de geneeskundige inspecteur van het staatstoe
zicht op de volksgezondheid, in wiens ambtsgebied deze ge
meente is gelegen;
"aangewezen geneeskundige": de districtsschoolarts, of bij
diens verhindering of ontstentenis, de door Burgemeester en
Wethouders aan te wijzen arts;
"kinderbewaarplaats": de door Burgemeester en Wethouders, de
aangewezen geneeskundige gehoord, als zodanig aangewezen in
richting.
Artikel 2.
1. Het is de hoofden van scholen en kinderbewaarplaatsen, als
mede het onderwijzend personeel of anderen, die daaraan werk
zaam zijn of om andere reden de inrichting bezoeken, verboden
hierin aanwezig te zijn, indien:
a. hun bekend is of redelijkerwijze bekend moest zijn, dat
zij lijdende zijn aan mazelen, kinkhoest, waterpokken, bof,
rode hond, besmettelijke oog-, haar- of huidziekte;
b. hun bekend is of redelijkerwijze bekend moest zijn, dat
zij dragers zijn van ziektekiemen, of, naar het oordeel van
de aangewezen geneeskundige, gevaar opleveren voor overbren
ging van ziektekiemen op anderen.
2. Het is het hoofd ener school of kinderbewaarplaats verboden
in een school of kinderbewaarplaats personen, op wie de "wet
besmettelijke ziekten personeel onderwijsinrichtingen" niet
van toepassing is, toe te laten, indien hij vermoedt of rede
lijkerwijze kon vermoeden, dat zij lijdende zijn aan tubercu
lose
"Artikel 3"