I,
Bijlage tot het verslag der handelingen van de gemeenteraad
van Leeuwarden, 1950. BIJLAGE NO.204.
BIJLAGE NO. 204-
Aan de Gemeenteraad.
Krachtens de wet van 15 Juli 1929, Staatsblad 388,
zoals deze is gewijzigd bij de wet van 15 Juli 1948,
Staatsblad I 307, is een gemeente, ten einde volledig op
de uitkeringen uit het gemeentefonds aanspraak te kunnen
maken, gehouden o.m. 150 opcenten te heffen op de hoofdsom
der personele belasting.
Wij stellen U mitsdien voor het ten behoeve van de ge
meente te heffen aantal opcenten voor het belastingjaar
1951-1952 vast te stellen op 150.
Onder mededeling, dat in de ontwerp-gemeentebegroting
voor het dienstjaar 1951 bereids met deze heffing rekening
is gehouden, geven wij Uw Raad in overweging, over te gaan
tot de vaststelling van onderstaande ontwerp-verordening
Leeuwarden, 10 November 1950.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
A.A.M. YAN DER MEULEN, Burgemeester.
T. BAKKER, Secretaris.
ONTWERP.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders
Gelet op artikel 285 der Gemeentewet;
BESLUIT
vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING tot heffing van
opcenten op de hoofdsom der
Personele Belasting.
Enig artikel.
Over het belastingjaar 1 Juni 1951-1952 worden ten
behoeve van de gemeente 150 opcenten op de hoofdsom der
personele belasting geheven.
Leeuwarden,
De Raad voornoemd,
Voorzitter.
Verzonden 11 November 1950.
Secretaris.