1
21
VI. 55.
1950.
INKOMSTEN
De marktgelden voor het plaatsen van kramen, enz. worden geheven krachtens
raadsbesluiten d.d. 22 Juli 1913, 8 November 1921, 24 Februari 1925 en 11 De
cember 1934, goedgekeurd bij Koninklijke Besluiten van 14 October 1913, no. 49,
23 Januari 1922, no. 34, 28 Maart 1925, no. 11 en 7 Februari 1935, no. 20. (Voor
onbepaalde tijd goedgekeurd.)
C. staangelden voor voertuigen:
1. vaste standplaatsen
2. parkeergelden
Rek. 1948
1949
3.206,44
3.215,65
- 2.590,50
-
1.201,85
(Ie
halfjaar)
Voor 1950 wordt ƒ5.500,geraamd.
De heffing van staangelden voor voertuigen op gemeenteterreinen geschiedt
krachtens raadsbesluiten van 11 December 1934 en 26 Maart 1935, goedgekeurd bij
Koninklijk Besluit van 16 April 1935, no. 55, gewijzigd bij raadsbesluit d.d.
3 November 1937, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 9 December 1937,
no. 61 (Voor onbepaalde tijd goedgekeurd).
D. ontvangsten beurs en waag:
1. toegangsbewijzen:
abonnementen a 12,50
a - 6,25
kaartena - 0,30
Aantal
Bedrag
Aantal
Bedrag
Rek. 1948
1949
367
2
24494
4.587,50
12,50
- 7.348,20
384
11951
4.800
3
- 3.585,30
(26 w.)
11.948,20
De opbrengst van deze rechten wordt in 1950 op ƒ11.000,geraamd.
2. diverse rechten voor wegen, bewaren en plaatsen van boter en kaas
3. rechten voor granen
4. andere ontvangsten
a. huur van een gedeelte van de waag, verhuurd aan de bevrachtings
commissie voor de scheepvaart
b. vergoeding voor het gebruik van nissen en kantoortjes in de beurs
en in het afrekenlokaal van de waag
c. vergoedingen voor gebruik van lokalen in beurs en waag voor
vergaderingen, examens e.d. (incl. vergoeding beschadigingen)
d. gebruik telefoon
e. verhuur tafels
reclame, vestiaire, enz
In totaal wordt op dit onderdeel voor 1950 geraamd
ƒ11.000,— 7.950,— ƒ18.950,—.
Rekening
1948
1
Raming
1950
--
3
3
100,—
100,—
- 3.438,75
- 3.400,—
- 2.365,—
147,45
810,50
- 1.278,87
- 2.300,—
150,—
800,—
- 1.200,—
8.140,57
7.950,—
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluiten van 28 September 1920, 14 Februari
1922, 27 April 1926 en 24 October 1933, goedgekeurd bij Koninklijke Besluiten van
29 December 1920, no. 49, 6 Juni 1922, no. 30, 26 Juni 1926, no. 73 en 1 December
1933, no. 22. De vergoeding voor het meten en wegen van granen is geregeld bij
raadsbesluit van 28 Juni 1921. (Voor onbepaalde tijd goedgekeurd).
20
VI. 55—59.
1950.
INKOMSTEN
Verzameling: A. marktgelden en andere ontvangsten veemarkt42.060,
B. marktgelden diverse markten - 11.500,
C. staangelden voor voertuigen - 5.500,
ontvangsten beurs en waag- 18.950,
D.
Totaal78.010,—
56 Begrafenisrechten Begroting Rekening
1946 16.000,— 1946 12.238,06
1947 - 12.000.— 1947 - 12.728,71
1948 - 11.000,— 1948 - 12.394,04
1949 - 11.000,—
1950 - 12.000,—
Voor 1950 wordt deze post op 12.000,geraamd.
De heffing geschiedt, wat betreft de begraafplaats aan de Spanjaardslaan, krachtens
raadsbesluit van 23 Mei 1899, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit d.d. 22 Juli 1899, no. 56,
gewijzigd bij raadsbesluiten van 26 Februari 1907, 15 April 1919 en 14 Februari 1922,
goedgekeurd bij Koninklijke Besluiten van 13 April 1907, no. 63, 4 Juni 1919, no. 23 en
26 Mei 1922, no. 181 en, wat betreft de Noorderbegraafplaats, krachtens raadsbesluiten van
15 April 1919 en 14 Februari 1922, goedgekeurd bij Koninklijke Besluiten van 4 Juni 1919,
no. 23 en 26 Mei 1922, no. 181. (Voor onbepaalde tijd goedgekeurd).
7 Belasting wegens gebouwde eigendommen en daarbij behorende ervendie aan openbare
land- of waterwegen in de gemeente belenden of in de onmiddellijke nabijheid daarvan gelegen
zijn en wegens ongebouwde eigendommen, die aan deze wegen belenden of op deze wegen uit
gang hebben Begroting Rekening
1946 295.000,— 1946 298.132,20
1947 - 300.000,— 1947 - 298.397,27
1948 - 300.000,— 1948 - 301.482,20
1949 - 300.000,—
1950 - 300.000,—
De heffingsverordening is vastgesteld bij besluit van 26 Januari 1944 en voor onbepaalde
tijd goedgekeurd bij besluit van 7 Juni 1944, no. 1.
De belasting bedraagt:
61/2 van de belastbare opbrengst voor de gebouwde eigendommen in het stedelijke
gedeelte der gemeente en
4 van de belastbare opbrengst voor de eigendommen in het overige gedeelte.
De belasting-opbrengst wordt naar het over 1949 op kohier gebrachte bedrag geraamd
op ƒ300.000,—.
8 Precariorechten Begroting
Rekening
1946 5.000,— 1946 5.587,07
1947 - 5.000,— 1947 - 6.130,18
1948 - 6.000,— 1948 - 8.171,52
1949 - 6.100,—
1950 - 8.C00,
De opbrengst van precariorechten wordt geraamd op ƒ8.000,
De invordering geschiedt door de administrateur van Gemeentewerken, waarvoor onder
volgnummer 359 der uitgaven een vergoeding aan dat bedrijf is uitgetrokken van 800,
De heffing geschiedt krachtens raadsbesluit d.d. 11 Mei 1938, voor onbepaalde tijd
goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 4 Augustus 1938, no. 69.
59 Aandeel in de uitkering ingevolge art. 38 der Motorrijtuigenbelastingwet
Begroting Rekening
1946 1.745,— 1946 1.123,20
1947 - 1.754,06 1947 -
1948 - 1.754,06 1948 -
1949 - 1.754,06
1950 -