Aanzuivering financiële tekorten van het Toneelgezelschap Hoorder Compagnie.
Bijlage no. 180. Leeuwarden, 14 april 1977.
Aan de gemeenteraad.
Op "basis van een "gentleman's agreement" wordt de Hoorder Compagnie
sinds de oprichting in het jaarlijks exploitatietekort gesubsidieerd voor
40$ door het Rijk, 30$ door de provincies Drenthe, Friesland en Groningen
en 30$ door 19 gemeenten in de drie noordelijke provincies, waaronder
Leeuwarden.
De afgelopen jaren zijn verschillende gemeenten, ook Leeuwarden, van
deze regeling afgeweken, waardoor het gezelschap in financiële moeilijkheden
is geraakt.
Een door het subsidiëntenoverleg ingestelde werkgroep deed in 1975 twee
voorstellen tot wijziging van de subsidie-sleutel. De strekking van het
eerste voorstel houdt in, dat gemeenten in het bezit van: een toneel
accommodatie en/of woonkernen van meer dan 5.000 inwoners, één of meer
scholen voor voortgezet onderwijs, een vormingscentrum of volkshogeschool,
een subsidie aan de Hoorder Compagnie verlenen; het tweede voorstel gaat
uit van de overweging, dat alle inwoners in de drie noordelijke provincies
belang hebben bij de instandhouding van de Hoorder Compagnie en dat der
halve alle gemeenten deel zouden moeten nemen aan de subsidiëring. In
1976 kon de Culturele Raad van onze gemeente zich met de strekking van
beide subsidievoorstellen verenigen, doch sprak een voorkeur uit voor de
tweede mogelijkheid. Bij de vaststelling van het beleidsplan 1975 - 1978
besloot U voor 1976 voor de Hoorder Compagnie een bedrag van 27.000,
beschikbaar te stellen op basis van de door de werkgroep aangegeven en
door de Culturele Raad aanbevolen tweede subsidie-sleutel. Dit betekende
de helft van het subsidiebedrag op basis van de oorspronkelijke regeling.
In de gemeentebegroting 1977 nam IJ voor de Hoorder Compagnie een bedrag
op van 54.400,waarbij U uitging van deelname door 50 gemeenten in
de drie noordelijke provincies op basis van de door de hierboven bedoelde
werkgroep aangegeven eerste subsidie-sleutel.
Volgens de oorspronkelijke regeling zou de gemeente Leeuwarden over
1977 66.883,moeten bijdragen, in welk bedrag nog niet de loonmaat
regelen tijdens het seizoen 1976/1977 zijn verwerkt, reden om het bedrag
af te ronden op 70.000,
Doordat in toenemende mate gemeenten gingen afwijken van de oorspronkelijke
regeling, zonder dat een nieuwe regeling werd aangenomen, is het gezelschap
zodanig in moeilijkheden geraakt, dat het bankcrediet verviel en de mede
werkers niet konden worden uitbetaald. Op 25 november 1976 nam het subsi-
diëntenovehleg een resolutie aan inzake verbetering van de bestuursstructuur,
de financiële organisatie en de zakelijke leiding. Verschillende gemeente
besturen verklaarden zich bereid om de volgens de oude regeling verschuldig
de subsidies alsnog uit te keren.
Wij menen, dat de Hoorder Compagnie voor het noorden behouden dient
te blijven. Bovendien zal een extra uitkering vooruitlopen op de
definitieve regeling, die het voortbestaan van het gezelschap moet waar
borgen en waarbij gepoogd wordt de financiële verantwoordelijkheid over meer
gemeenten te spreiden. Tengevolge daarvan zullen de lasten voor de
gemeente Leeuwarden verhoudingsgewijs lager worden. Wij stellen IJ dan ook
voor het op basis van de oude subsidieregeling nog aan de Hoorder Compagnie
toekomende subsidie aan te vullen, doch hieraan de voorwaarden te verbinden
zoals genoemd in het bijgaande ontwerp-besluitDit betekent, dat over
de jaren 1976 en 1977 een extra subsidie van respectievelijk 27.000,
en 15.600,toegekend dient te worden.