- 2 - 7. uitvoering van de Wet op de lijkbezorging; 8. inentingen; 9. bestrijding van hoofdluis; 10. advisering m.b.t. de uitvoering van de Krankzinnigenwet; 11. keuringen voor parkeerontheffingen invaliden; 12. medische advisering m.b.t. de huisvestingsproblematiek; V. zijn bevoegdheden met betrekking tot de beroepsprocedure voor de indicatiecommissie als bedoeld in artikel 6 k, tweede lid van de Wet op de bejaardenoorden over te dragen aan de Regio Friesland- Noord; VI. Burgemeester en Wethouders te machtigen ter uitvoering van punt II a in overleg met het personeel en het dagelijks bestuur van de Regio, de nodige regelingen te treffen. VII. te bepalen dat dit besluit in werking treedt op 1 januari 1980. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Leeuwarden van Voorzitter. Secretaris. Aldus vastgesteld door Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leeuwarden, op Burgemeester. Secretaris. Onttrekken aan het openbaar verkeer van een gedeelte van de Frederik fluyeohatraat, Bijlage no. 370. Leeuwarden, 16 augustus 1979» Aan de Gemeenteraad. In afwachting van de totstandkoming van een permanente nieuwbouw voor de openbare kleuterschool De Grutto (tot nu toe gehuisvest in het gebouw Tjerk Hiddesdwarsstraat 1) zal een tijdelijke voorziening moeten worden getroffen. De mogelijkheid daartoe is aanwezig in de vorm van drie uit Bilgaard over te plaatsen noodlokalen. Naar onze mening komt daarvoor als meest geschikte plaats in aanmerking een terrein grenzende aan het Dr. Zamenhofpark en gedeeltelijk gelegen in het tracé van de Frederik Ruyschstraat. In verband met het vorenstaande is het nodig overeenkomstig de daar voor in de Wegenwet omschreven procedure over te gaan tot het onttrekken aan het openbaar verkeer van het bedoelde gedeelte van de Frederik Ruysch straat. Dit gedeelte ter lengte van ongeveer 49 meter is op de ter inza ge gelegde tekening met een rode omlijning aangegeven. Ons voornemen tot het doen van een voorstel tot het onttrekken aan het openbaar verkeer van het betreffende weggedeelte hebben wij op 6 juli jl. door middel van opneming in een tweetal dagbladen en door aanplakking op het gemeentelijk aanplakbord alsmede in de nabijheid van het wegge deelte, aan eventuele belanghebbenden ter kennis gebracht, zulks onder mededeling, dat bezwaren tegen het opheffen van de openbaarheid tot 28 juli jl. schriftelijk bij de gemeenteraad konden worden ingediend. Van deze gelegenheid is, binnen de daarvoor gestelde termijn, gebruik ge maakt door één belanghebbende, te weten de heer E. Bootsma, Swammerdam- straat 13» alhier. Dit bezwaarschrift, hetwelk voor U ter inzage is gelegd, is derhalve ontvankelijk. Met betrekking tot het ingediende bezwaarschrift, merken wij het vol gende op. Reclamant heeft geen bezwaar tegen de onttrekking op zich, doch wel tegen het doel waarvoor. De reden tot de onttrekking, in casu de plaatsing van 3 tijdelijke noodlokalen, acht hij in strijd met één der uitgangspun ten uit het ontwerp-structuurrapport voor het betreffende gebied, namelijk de wenselijkheid tot aaneensluiting van de beide ter weerszijden van de Frederik Ruyschstraat gelegen parken. In onze raadsbrief van 23 maart 1978, bijlage no. 113» met betrekking tot de ontwikkeling van det bestemmingsplan Cambuur hebben wij reeds gewezen op de noodzaak de Frederik Ruyschstraat af te sluiten zulks gelet op de bedoeling het zuidelijke gedeelte van deze straat te bestemmen voor par keren. Wij achten het tevens wenselijk, dat, overeenkomstig het vermelde uitgangspunt uit het door reclamant bedoelde ontwerp-structuurrapport, het onmiddellijk ten noorden van het gebied "Cambuur" gelegen gedeelte van de Frederik Ruyschstraat in de naaste toekomst definitief wordt ge bruikt voor de aaneensluiting van de twee parken. In afwachting van deze definitieve bestemming kan dit weggedeelte naar onze mening zonder bezwaar tot het moment van de totstandkoming van de nieuwbouw van de kleuterschool De Grutto, dus tijdelijk, worden gebruikt voor het plaatsen van noodloka len. Zodra de nieuwbouw gereed is zullen de noodlokalen van het terrein worden verwijderd. Op grond van het vorenstaande staan wij op het standpunt, dat de in gediende bezwaren ongegrond moeten worden verklaard.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 123