Be ontwerp-overeenkomst omvat een drietal onderdelen, te weten de overeenkomst zelf en de daarbij behorende bijlagen I en II. In bijlage I is de financiële verhouding tussen partijen uitgewerkt, terwijl bijlage II de volledige tekst bevat van het niet-bindend advies van de scheidslieden. Indien te eniger tijd onzekerheid mocht ontstaan omtrent de interpretatie van de bepalingen inzake de finan ciële verhouding zal bijlage II als richtsnoer dienen. Wij menen, dat deze constructie recht doet aan de opvattingen van de scheidslieden en voor onze gemeente aanvaardbaar is. Ter toelichting moge nog het volgende dienen. Ontwerp-overeenkomst In grote lijnen komt het ontwerp overeen met de per 31 december 1975 geëxpireerde overeenkomst, exclusief de financiële bepalingen. Voor zover er wijzigingen zijn aangebracht vloeien deze grotendeels voort uit de richtlijnen van de scheidslieden. In artikel 2.3.3. is geregeld, dat er een driepartijen-overeenkomst zal worden afgesloten indien de gemeente elektrische energie betrekt van een zelfopwekkend bedrijf met een totaal geïnstalleerd vermogen van meer dan 1 MW (megawatt). In artikel 3.1. wordt nu ook het schakelstation Schenkenschans genoemd als leveringspunt voor elektrische energie. In het ontwerp komt niet meer de bepaling voor, dat de gemeente bij het algemeen geldend vastrechttarief voor kleinverbruikers geen hogere stroomprijs mag toepassen dan die welke geldt in het directe voorzieningsgebied van de provincie. Wij wijzen er echter op, dat de scheidslieden in hun niet-bindend advies een relatie leggen tussen een gelijke kostentoerekening tussen provincie en gemeente en het streven naar gelijke tarieven voor de verbruikers van provincie en gemeente Be looptijd van de oude overeenkomst bedroeg drie jaar, met de mogelijkheid van verlenging met telkens vijf jaar. In het nieuwe ontwerp is de contractsduur gesteld op vijf jaar, met eveneens de mogelijkheid van verlenging met telkens vijf jaar. Be opzegtermijn is van drie op zes maanden gebracht. Bijlage I (financiële verhouding). In tegenstelling tot de oude overeenkomst, waarbij de financiële bepalingen in de overeenkomst zelf waren verwerkt, is thans een afzonderlijke bijlage met financiële bepalingen bij de ontwerp-over eenkomst gevoegd. Bit werd nodig geacht omdat er een directe relatie zal bestaan tussen de kosten van productie, koppeling en transport van het provinciaal bedrijf en de prijs die de gemeente voor de inkoop van elektrische energie zal betalen. Hiertoe dient uitvoerig te worden vastgelegd op welke wijze de kostenberekening dient plaats te vinden. Het niet-bindend advies is daarbij gevolgd. Als algemeen uitgangspunt voor de scheiding van de kosten die ten laste van de provincie en die ten laste van de gemeente behoren te komen gelden de 110-kV hoofdrails. Bit houdt in, dat de transformatie van 110 kV naar een lagere spanning binnen de gemeente tot de distri butie behoort en dus voor rekening van de gemeente komt (art. 3*2. In verband hiermee worden in de calculaties correcties aangebracht ter. opzichte van de feitelijke kostenboeking, omdat de 110—kV werken voor de voeding van het schakelstation Schenkenschans indertijd op kosten van de gemeente zijn aangebracht (art. 3«5). In het leveringspunt - 3 - Centrale Leeuwarden doet zich ongeveer het tegengestelde voor, waar de provincie de kosten van transformatie heeft gedragen. Be basisprijzen worden uitgedrukt in een prijs per kWh (kilo wattuur) voor de brandstofkosten en een prijs per kW (kilowatt) voor de overige productiekosten, alsmede voor de kosten van koppe ling en transport. Aangezien de aldus berekende stroominkoopkosten zijn gebaseerd op de kostprijs achten de scheidslieden het billijk, dat de gemeente daarboven een zeker opslagpercentage aan de provincie betaalt; deze opslag is gesteld op 25 van de bruto marge van het gemeente lijk bedrijf. Voor het overige mogen wij U wat de kostenberekening betreft verwijzen naar de hiervoor genoemde bijlage II en het daarbij be horende calculatieschema, welke voor IJ ter inzage zijn gelegd. Be afrekening over de jaren 1975» 1976 en 1977 heeft inmiddels op de voorgeschreven wijze plaats gevonden en is verwerkt in de jaarrekening van het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf over het jaar 1978. Be ontwerp-overeenkomst is enkele malen in de Commissie voor het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf besproken. Met de gemaakte opmerkingen is rekening gehouden. Onder verwijzing naar de ter inzage gelegde stukken stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig bijgaand ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden J.S. Brandsma Burgemeester W.J.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 148