vrije uitmonding (p 16) m vrije uitmonding (p 16) m I m geen uitmonding figuur 4 vrije uitmonding (p 16) m 16 figuur 6 Figuur 7. Plaats van uitmonding van rookkanalen ten opzichte van nabijgelegen ge bouwen in verband met de goede werking. Artikel XXV. Van artikel 213 worden het opschrift en de tekst vervangen door: Inrichting van rookkanalen. 1. Een rookkanaal dat geen deel uitmaakt van gecombineerde rookkanalen, mag slechts één stookgat hebben. 2. Gecombineerde rookkanalen moeten aan de volgende eisen voldoen: a. op het hoofdkanaal mogen niet meer dan vijf nevenkanalen aanslui ten, waarbij het hoogteverschil tussen de laagste en de hoogste aansluiting niet meer dan 16 m mag zijn; b. elk nevenkanaal mag slechts één stookgat hebben; c. indien in het hoofdkanaal een stookgat voorkomt, moet dit ten minste 2 m beneden de laagste uitmonding van een nevenkanaal in het hoofdkanaal zijn gelegen; d. het hoogteverschil tussen de bovenzijde van een stookgat in een nevenkanaal en de bovenzijde van de uitmonding van dat kanaal in het hoofdkanaal moet ten minste 2 m zijn; e. de verticale afstand tussen uitmondingen van nevenkanalen in het hoofdkanaal moet ten minste 0,50 m bedragen, tenzij het nevenka naal ter plaatse van de uitmonding ten hoogste 45° van de verti caal afwijkt. i

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1979 | | pagina 160