A
«UI
- 2 -
commentaar toegezonden aan alle oudercommissies van de openbare kleuter
en lagere scholen (g.l.o. en b.u.o.), aan de Algemene Bond van On
derwijzend Personeel, de Vereniging voor Openbaar Onderwijs, de Kleu
terouderraad en de Schoolraad. Na verwerking van de reacties die voor
U ter inzage zijn gelegd is een gewijzigd concept-reglement medio 1979
tot stand gekomen.
Op grond van de onderwijswetgeving heeft de gemeenteraad uitslui
tend tot taak een besluit te nemen over de instelling van een gemeen
schappelijke schoolraad. Het huishoudelijk reglement wordt door de
schoolraad zelf vastgesteld en ter goedkeuring voorgelegd aan het col
lege van burgemeester en wethouders. Te Uwer informatie voegen wij
het concept-reglement in de versie zoals die thans tot stand gekomen is,
als bijlage hierbij.
Het aantal leden bedraagt ingevolge eerder genoemd Koninklijk Be
sluit tenminste elf en ten hoogste eenentwintig, welk aantal door ons
wordt bepaald.
Zoals uit het concept-huishoudelijk reglement blijkt zijn wij voor
nemens het aantal leden te bepalen op eenentwintig. Genoemd concept
reglement zal door de gemeenschappelijke schoolraad in zijn nieuwe
samenstelling moeten worden vastgesteld en vervolgens aan ons college
ter goedkeuring worden voorgelegd.
Ouderparticipatie en beheersvormen onderwijs.
In dezelfde periode dat de initiatieven tot het realiseren van een
gemeenschappelijke schoolraad naar voren kwamen, is onzerzijds een
onderzoek verricht naar de mogelijkheden tot democratisering van het
onderwijs op het punt van beheersvormen en ouderparticipatie. Lit onder
zoek heeft geresulteerd in een rapport betreffende de formele en juri
dische mogelijkheden op het gebied van beheersvormen en ouderpartici
patie bij het openbaar kleuter- en lager onderwijs. Het rapport is voor
U ter inzage gelegd. Wij hebben dit rapport op 2 november 1977 om
commentaar toegezonden aan de Kleuterouderraad, de Schoolraad, de afde
ling Leeuwarden van de Vereniging voor Openbaar Onderwijs en de afde
ling Leeuwarden van de Algemene Bond van Onderwijzend Personeel.
Reacties op dit rapport,die eveneens ter inzage zijn gelegd, zijn
ontvangen van de Vereniging voor Openbaar Onderwijs en de Schoolraad.
Le A.B.O.P. heeft slechts voorlopig gereageerd in afwachting van een
standpuntbepaling over deze materie door het landelijk bestuur. Le
Kleuterouderraad heeft niet gereageerd.
Landelijke ontwikkelingen.
Ook op landelijk niveau is er de laatste jaren veel aandacht besteed
aan democratisering van het onderwijs, mede veroorzaakt door het feit
dat de Wet op de Ondernemingsraden van toepassing wordt verklaard voor
het (bijzonder) onderwijs. Omdat men een eigensoortige regeling voor
het onderwijs wenselijk achtte, is voor een periode van 2 jaar ontheffing
verleend aan het bijzonder onderwijs van de uitvoering van de Wet op de
Ondernemingsraden
Naar aanleiding van deze ontwikkelingen hebben zowel de organisaties
van het bijzonder onderwijs als de regering regelingen voor verdergaande
democratisering ontworpen die recht moeten doen aan de uitgangspunten van
de Wet op de Ondernemingsraden.
Le organisaties van het bijzonder onderwijs hebben interne rege
lingen voor de bij hen aangesloten schoolbesturen opgesteld die nog
getoetst zullen moeten worden aan de Wet op de Ondernemingsraden.
In de tweede helft van 1979 hebben de landelijke besturen van V.0.0.
en A.B.O.P. elk een nota gepubliceerd met hun zienswijze op de moge
lijkheden tot democratisering van het onderwijs, die de artikelen 61
t/m 64 j van de Gemeentewet bieden.
- 3 -
Beide organisaties komen, uiteraard met de nodige nuanceringen,
tot een negatieve standpuntbepaling terzake.
Le minister van Onderwijs en Wetenschappen heeft in april 1979
een voorontwerp van wet om commentaar naar de onderwijskoepels gezonden
dat een nadere regeling bevat inzake de medezeggenschap in het open
baar en bijzonder onderwijs. Lit voorontwerp behelst een vrij summiere
raamregeling voor het kleuter-, lager- en voortgezet onderwijs die
voorziet in een medezeggenschapsraad per school.
Het voorontwerp lijkt nog wat onvoldragen en is dan ook van het
nodige kritische commentaar voorzien door de onderwijsorganisaties.
Het voorontwerp van wet alsmede het commentaar van de V.N.G. hierop
leggen wij bij de stukken ter inzage. Intussen was reeds in juni 1978
door enkele leden van de Tweede Kamer een initiatief-wetsontwerp in
gediend, dat een nieuwe regeling bevat voor democratisering en mede
zeggenschap in het voortgezet onderwijs. Le behandeling ervan verkeert
nog in een beginstadium. Het voorlopig verslag moet nog worden uitge
bracht. Er is alleen een verslag van een mondeling overleg (september
1978). Wetsontwerp en verslag leggen wij voor U ter inzage.
Conclusies
Op grond van het bovenstaand overzicht van de stand van zaken op
landelijk niveau en in de gemeente Leeuwarden, komen wij tot de vol
gende conclusies.
A. Le totstandkoming van de gemeenschappelijke schoolraad kan een ver
betering betekenen van het functioneren van de adviesorganen voor
het openbaar onderwijs. Wij stellen U daarom overeenkomstig bijge
voegd ontwerp voor te besluiten tot opheffing van de Ouderraad voor
het openbaar kleuteronderwijs en de Schoolraad voor het openbaar
lager onderwijs en tot gelijktijdige instelling van een gemeenschap
pelijke schoolraad voor het openbaar kleuter- en lager onderwijs.
B. Gezien de in behandeling, c.q. in voorbereiding zijnde wettelijke
regelingen inzake medezeggenschap in het onderwijs achten wij het
niet zinvol thans verdere initiatieven te ontplooien ter realisering
van een specifieke regeling voor het openbaar onderwijs in Leeuwar
den.
Wij stellen U daarom voor de terzake te verwachten wettelijke
regelingen af te wachten. Na de totstandkoming daarvan zullen wij
deze in overleg met de betrokkenen nader bezien.
Onder mededeling dat de Commissie voor het onderwijs nog zal
worden gehoord, stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig bijge
voegd ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
J.S. Brandsma Burgemeester.
W.J.G. Reumer
Secretaris.