Vaststellen van de exploitatiekosten van het openbaar kleuteronderwijs
over de jaren 1971, 1972, 1973, 1974 en 1975, alsmede van de exploitatie
vergoedingen aan de besturen van de bijzondere kleuterscholen over dezelf
de periode.
Bijlage no. 317 Leeuwarden, 26 juli 19790
Aan de Gemeenteraad.
Ingevolge het bepaalde in artikel 47, eerste lid van de Kleuteronder-
wijswet stelt de raad van een gemeente, waar één of meer openbare kleuter
scholen zijn gevestigd, jaarlijks voorlopig de daar omschreven exploitatie
kosten vast.
De besturen van de bijzondere kleuterscholen ontvangen ingevolge ar
tikel 73, 2e lid, der wet in eerste instantie voor de bestrijding van hun
exploitatiekosten van de gemeente gelijke bedragen per lokaal en per kleu
ter als de gemeente terzake van het rijk ontvangt.
Omdat de werkelijke uitgaven van de gemeente niet gelijk zijn aan -
en in de praktijk veelal hoger zijn dan - de van het rijk ontvangen bedra
gen, strekt artikel 47 er toe om aan de hand van de gemeenterekening te
komen tot een voorlopige vaststelling van de bedragen, die de gemeente in
totaal voor de exploitatiekosten, zoals op bijgevoegde overzichten is ver
meld, over een verstreken jaar werkelijk heeft uitgegeven. De overschrij
ding door de gemeente van de bedragen, die het rijk per lokaal en per kleu
ter beschikbaar stelt, komt dan volgens bepaalde regelen aan het bijzonder
kleuteronderwijs ten goede. De Minister van Onderwijs en Wetenschappen heeft
de bedragen van de door het rijk aan de gemeente toegekende vergoedingen
voor de exploitatiekosten van het openbaar kleuteronderwijs over de jaren
1971, 1972, 1973, 1974 en 1975 per lokaal vastgesteld op respectievelijk
2.110,2.195,2.275,2.700,en 3-230,en per kleu
ter op 26,25, 27,80, 28,90, 38,— en 50,
Een overzicht van de werkelijke uitgaven ten behoeve van de openbare
kleuterscholen over 1971, 1972, 1973, 1974 en 1975 ligt voor U ter inza
ge.
Ingevolge artikel 47, tweede lid, van de Kleuteronderwijswet wordt
in het in de aanhef bedoelde raadsbesluit, telkens wanneer er vijf jaren
verstreken zijn, voorlopig vastgesteld het totaal van de daarin omschreven
werkelijke uitgaven en van de terzake van rijkswege beschikbaar gestel
de bedragen, alsmede - in geval van hogere uitgaven - het verschil tussen
beide. Voor de berekening van deze overschrijdingsbedragen mogen wij IJ
verwijzen naar bijgevoegd ontwerp-besluit. De sluiting van de gemeente
rekeningen door Gedeputeerde Staten over de jaren 1971 tot en met 1975
heeft ongewijzigd plaatsgevonden, zodat de voorlopige vaststellingen,
als bedoeld in artikel 47, 1e lid en 2e lid, en artikel 73, 3e lid, thans
definitieve vaststellingen zullen betekenen. De overschrijding van de
rijksvergoedingen heeft uiteraard consequenties ten aanzien van de vergoe
dingen aan het bijzonder onderwijs.
Op grond van artikel 73, 3e lid, ontvangen de besturen van de bij
zondere kleuterscholen dienovereenkomstige extra vergoedingen volgens
de in de wet aangegeven methode.